Een reisverslag van twee avonturiers. Deze keer stond de Engelse zuid kust op het programma. Een tocht helemaal binnendoor naar het meest zuidwestelijkste puntje van Engeland, Lands End. Het was een mijlpaal. Met de motor 2500 km over wegen in de meest extreme variaties, van de Belgische snelweg tot smalle weggetjes met modder, gras, mos en gravel onder barbaarse omstandigheden vanwege de hellingspercentages en de bochten, al dan niet gecombineerd. Een tocht langs vele kastelen en kathedralen. Niet dat we zo kerkelijk zijn, maar we zijn gewoon gefascineerd door enorme architectonische bouwwerken en historie. Bovendien bevinden zich deze gebouwen meestal in prachtige gebieden en historische steden. Anderzijds waren we op zoek naar authentieke dorpjes, gezellige pubs en een goed en persoonlijk verblijf in een B&B. We hebben het allemaal gehad en gezien, prachtig.
Dag 1, Kent, East Sussex, Pevency Bay.
Zo, daar zitten we dan in Pevency aan de Engelse Riviera. We zijn neergestreken bij een huis recht aan de zee! Eerder vonden we in Eastborne geen B&B en reden we maar door naar Pevency Bay. Daar zal toch wel iets te vinden zijn zeker? Ondanks de goede verwachtingen moesten we toch aan een passant naar een B&B vragen. Het B&B van Mr. en Mrs. Brown ligt aan een privé weg aan de zee. Gelukkig heeft het oude koppel een kamer vrij. Het oude dametje van zeker 80 jaar laat ons de kamer zien. Voor 45 pond hebben we een eenvoudige klassieke traditionele Engelse zolderkamer. De deuren van het huis moet je nog openen met een palletje met je duim. De kamerdeur kan alleen van binnenuit op slot. En de wc heeft zoals dat in Engeland behoort rood bont tapijt!!! Maar zo is eigenlijk het hele huis. Bloemetjes behang in de wc, bloemetjes gordijnen, dekbedovertrek en vloerbedekking maken het compleet. Op de achtergrond ruist de zee eindeloos en rustig door.
Ik moet denken aan mijn wens van vroeger. Ik wilde een hutje aan de Italiaanse zee waar ik eindeloos zou kunnen genieten van de rust en de ruisende golven. Nu zit ik dan weliswaar in een heel ander land, maar de omgeving voldoet aan het beeld. Nu zitten we aan zee van de Engelse zuidkust. We zijn enorm content over deze locatie.
Na de aankomst in Pevency Bay maken we eerst een strandwandeling over het bijna verlaten kiezelstrand. We zien mooie panorama’s aan de gebogen kustlijn. We wandelen verder naar het dorpje waar we in een plaatselijke taverne neerploffen in een tweezits bank met elk een pot bier. We genieten enorm van dit lokale tafereel. De pub is gevuld met stelletjes – vast allemaal vaste klanten – die hier een pint komen drinken.
Na de pot bier eten we in het restaurant van de taverne. De menukaart belooft veel goeds, ondanks dat ik weinig vertrouwen heb in de Engelse keuken. Het is inderdaad geen topkwaliteit, maar het smaakt heerlijk, zeker voor de prijs van 26 pond inclusief drank.
Over de reis hier naar toe kan ik echter weinig spannends vertellen. Alles zat mee, het weer op onze eerste dag in Engeland was uitstekend, de route was mooi en verliep vlekkeloos. Wat wil je nog meer?
Het meest bijzondere was de toeristische stad Hastings. We zagen daar een oud vissersgebied met allemaal houten huizen. We stopten echter maar kort en reden snel door. De Harley dealer in Lewes haalden we niet meer voor sluitingstijd.
Genoeg voor vandaag. Het was een lange dag. Morgen weer veel mooie dingen voor de boeg.
Dag 2, East Sussex, West Sussex, Hampshire, Isle of Wight, Newport
De zondag ontwaakt met het gekwetter en geschal van de meeuwen. Samen met het ruisen van de golven geeft het een bijzonder ontspannen gevoel. We slapen wat langer uit dan verwacht. Toch vermoeid van de reis? De hele dag in de buitenlucht maakt je moe.
Om 9:30 uur schuiven we aan voor het ontbijt. Ik vind het toch altijd heel bijzonder als je in een B&B bent en de gastheer en gastdame hun huis gedeeltelijk beschikbaar stellen voor jou. Mrs. Brown maakt speciaal voor ons het ontbijt klaar terwijl we geduldig met zijn tweetjes in de ontbijtkamer zitten te wachten.
Na het ontbijt nemen we afscheid en rijden we door naar Beachy Head. Dit is de eerste echte herinnering aan mijn eerdere vakantie hier. In 2003 maakte Beachy Head een bijzondere indruk op me. Het panorama is zo geweldig. Nu hebben we echter veel meer tijd en lopen we een stuk over de kliffen. In de verte zien we de indrukwekkende ‘Zeven Sisters’. De imposante hoge krijtrotsen zijn uniek. Boven ons circuleren parasailers terwijl we van de vergezichten genieten. Helaas hebben we niet de tijd om de hele krijtkust te bewandelen. Dat zou ik graag willen, maar we moeten verder. De weg daarna is al evenzo geweldig. De steile en bochtige weg is een lust voor iedere motorrijder.
We naderen Brighton. Het is er erg druk en aan deze luxe dure badplaats lijkt geen eind te komen. Na ongeveer een half uur stoplichten zijn we de plaats door. Het centrum is een aaneenschakeling van luxe dure mega hotels en andere grote gebouwen. Dit is niks voor mij. Veel te druk en te toeristisch. Geef mij een verlaten gebied in de natuur.
We rijden door naar Arundel. Hier staat een zeer imposant en groot kasteel. Met de bouw van het kasteel is in 1067 begonnen en in de laatste eeuwen is het grondig gerenoveerd. We rijden wat rond door het historische stadje, maar kunnen niet zo snel een plek vinden naast het kasteel om een blik te werpen op dit enorme intact zijnde gebouw. Ik parkeer niet graag de bepakte motor ver van me vandaan. Jammer, want we hadden hier nog uren door kunnen dwalen. Het is bovendien erg druk op deze zondagmiddag.
Na Arundel volgt de snelle weg naar Portsmouth waar we de pont pakken naar Isle of Wight. Ook hier gaat het gesmeerd. In no-time zitten we op de ferry. In 35 minuten zijn we op het eiland. We stoppen in Newport, de grootste stad van het eiland. Het is hier weinig toeristisch en zelfs een beetje saai. We kunnen met moeite een verblijfplaats vinden en zijn aangewezen op een duur zakelijk hotel. Maar daar staat tegenover dat het luxe is tegenover de vorige B&B. Nou ja luxe! Het is schoon, ordelijk en redelijk groot, maar er is geen klimaat beheersing.
We dineren in het centrum van de stad bij een luxe Italiaan. Ondanks dat het Italiaan is, zie je niemand pizza eten. Ook ons smaakt het prima.
Dag 3, Isle of Wight, Hampshire, Verwood
We ontwaken al vrij vroeg in het hotel na een slechte nacht. Beiden lagen we lang wakker en het dure hotel gaf toch niet de verkoeling die je er van zou mogen verwachten. Na de lunch vertrekken we voor de rondtocht op het eiland van Wight. Het eiland heeft alles wat Engeland ook heeft. We zien mooie dorpjes. Rijden over slingerende en steile weggetjes. En niet te vergeten de enorm mooie krijtkusten. Ik had verwacht, dat het hier rustiger zou zijn, maar de dorpjes lijken soms wel aaneengesloten langs de kustweg. Het schiet allemaal niet zo op, maar we genieten wel. De westkust van het eiland is beduidend rustiger en mooier. De witte krijtkusten geven een geweldig panoramisch uitzicht. Toppunt is wel op het allerlaatste van de rondtocht: The Three Needles. Op het parkeerterrein staan wel honderden auto’s en tientallen bussen geparkeerd. En allemaal willen ze The Three Needles zien. Het is ook wel bovennatuurlijk mooi bij dit prachtige weer, hoe de drie rotsformaties op een rij boven de zee uitsteken.
Kort daarna volgt alweer de overtocht naar het ‘vaste’ land. Heerlijk op het bovendek van het schip genieten we van de 40 minuten rust die de tocht duurt. Na de overtocht starten we weer de fiets en rijden we verder richting het Sammy Miller Motor Museum, maar helaas hebben we ook hiervoor te weinig tijd. We rijden meteen door naar het New Forest National Park. Weldra zien we de eerste wilde dieren. Mijn vrouw gilt het uit bij het zien van de paarden. De beesten staan vlak langs de weg en maken zich niet druk om de auto’s en motoren die op ca. één meter langs rijden. De beesten zijn gewend aan het verkeer, zelfs aan Harley’s! We zien wel honderden paarden en koeien en enkele Schotse Hooglanders en ezels. Naast deze bijzondere fauna is de flora al net zo indrukwekkend. Bossen en heide wisselen zich af in grote diversiteit. De panorama’s van de glooiende heidevlakten zijn geweldig mooi. We treffen het dit mooie schouwspel te mogen meemaken bij de juiste weerkundige omstandigheden. Ik had zowat alle wegen van het New Forest National Park opgenomen in de route en er lijkt dan ook geen einde aan te komen. Pas rond 17:30 uur verlaten we het park en moeten dan nog op zoek naar een B&B. Dat vinden we vrij spoedig onderweg.
Bij de eerste poging is het prijs en worden we welkom geheten door de gastvrije gastvrouw. We hebben een mooie kamer met badkamer. We staan verbaasd dat het allemaal zo makkelijk ging.
We dineren in het wat saaie dorpje Verwood bij een restaurant, waar we het prima naar ons zin hebben in een mooi ingerichte en gezellige ambiance.
Dag 4, Dorset, Devon, Exeter
Na een goede nachtrust in de twee single bedden ontbijten we gezellig met een Engels echtpaar met kind dat in Duitsland woont. We praten over diverse onderwerpen en het is bijzonder leuk een conversatie aan te gaan met vreemden. We praten onder ander over de vele huizen die in Engeland te koop staan. In iedere straat staan wel borden van makelaars. Blijkbaar is er geen geld meer en moeten de mensen uit armoede hun huizen verkopen. De recessie heeft ook hier zijn littekens achtergelaten.
Ook met Diana, de vrouw des huizes, kletsen we heel wat af. We, nou ja, voornamelijk zij! Wel gezellig.
Diana verzorgt een lekker Engels ontbijtje voor ons vijven.
We nemen van iedereen afscheid en worden als familie door het hele stel uitgezwaaid. Na het B&B in Verwood rijden we richting Corfe. Het dorpje is erg mooi met zijn schattige huisjes. Van het kasteel uit de 11e eeuw zijn alleen nog de ruïnes aanwezig die markant bovenop een berg staan. Ondanks de ‘puinhoop’ is het bezienswaardig. Het is dan ook druk in het kleine stadje.
We rijden door naar de kust en wel de Jurasic Coast om precies te zijn. Ik had er nog nooit van gehoord en volgens mij is het ook niet zo bekend. Het is echter een enorm mooi gebied. Het is deels een militair gebied dat soms gesloten is voor publiek. Bij oefeningen denk ik dan. De panorama’s zijn weer verbluffend.
Het Kasteel van Lulworth uit 1610 staat er heel wat beter bij. Het doet tegenwoordig dienst als museum, maar het is vandaag gesloten! Hebben wij weer, maar we nemen wel een foto op afstand.
We rijden door de drukke stad Weymouth naar het schiereiland Portland. Eerst even langs het kasteel van Portland, eerlijk gezegd heb ik zelden zo’n lelijk kasteel gezien. Het kasteel stamt uit 1539 en is gebouwd door koning Heny VIII en diende als verdedigingsfort. We rijden door naar het zuidelijke puntje bij de vuurtoren, maar onderweg merken we dat we het waypoint gemist hebben en missen zo de vuurtoren en het zuidelijkste schiereilandje. We besluiten door te rijden. Jammer, volgende keer beter.
Bij Abbotsbury stoppen we bij de Swannery, maar het entreegeld van 10 pond elk doet ons besluiten niet naar binnen te gaan. Het is een hoop geld voor het bekijken van de vele zwanen in het meer. Ook al is het uniek in de wereld.
We rijden weer verder over de kustweg. In dit stuk zitten hele snelle stukken met grote hoogte verschillen. Mijn liefje gilt het uit van vreugde als we gehaast over de reuze golvende weg rijden.
Omdat we vroeg bij het eindpunt van de dag zijn besluiten we nog een stuk door te rijden. In de grote stad Exeter met 120.000 inwoners is het lastig een logieplaats te vinden. We dwalen uiteindelijk af en belanden een eindje buiten de stad bij een grote chique villa met de naam ‘Cum Vale Country House’. “Dit kunnen we nooit betalen”, is de eerste gedachte, maar als we de prijs van 50 pond horen schieten we bijna in de lach. De gastvrouw moet wel een ‘hertogin’ zijn is mijn gedachte en ze laat ons het huis zien. Het lijkt wel een sprookje waar we in zijn beland. Onze logeerkamer is wel 5 bij 6 meter. Een koninklijk bed, ornamenten, fauteuiltjes, verlichting, behang. Op de gang opgezette dierenkoppen, een pantervel aan de muur. Een eetkamer waar je U tegen zegt. Bont Engels servies in een antieke kast. Een antieke eettafel met stoelen in het midden waar we morgen zullen ontbijten. Alles is in stijl. Zelfs buiten. De enorme treurwilg, het grind, de planten, het houten schuurtje, alles, ja alles klopt gewoon. Achter het huis zien we diverse antieke ‘autokarkassen’ die gerestaureerd worden. De ‘hertog’ is blijkbaar fan van oude klassieke auto’s en heeft er een mooie hobby aan overgehouden. Kortom we zitten hier geweldig. De vriendelijke en charmante gastvrouw laat met trots haar mooie bezit zien. We gaan vanavond koninklijk slapen!
We dineren in de pub ‘Three Tuns Inn’ in het plaatsje Silverton waar we met de motor naar toe gaan. De mensen zijn echt overal even vriendelijk. De pubs lijken veel op elkaar. Huiselijkheid, bonte kleuren, bruine houten balken, bonte vloerbedekking, veel ornamenten aan de muur, teksten in klassieke letterstijlen dat is zo’n beetje wat je overal ziet. De prijzen vallen in het algemeen mee. Meestal eten we voor ca.30 pond inclusief drank.
Dag 5, Devon, Ivybridge
We ontwaken rustig in onze villa. Na de douche schuiven we aan het ontbijt. We spreken met andere Nederlandse gasten. Een gezellige Amsterdamse met een norse Indische vriend en de twee kinderen van verschillende nationaliteiten. Een mengelmoes dus. De hertogin serveert het ontbijt in stijl en maakt een praatje met haar gasten. Naast ons nog een Duits echtpaar en dat is alles wat in de stijlvolle ontbijtkamer zit.
Als we afrekenen nodigt de hertog ons uit in haar keuken. Ik vind het zo enorm knap dat mensen hun hele privacy delen met onbekenden. We raken aan de praat over Harley’s. Altijd een goed gespreksonderwerp.
Als mijn vrouw uitroept dat ze het Country House wil kopen , krijgen we te horen dat het echtpaar de villa te koop heeft staan en zij plannen hebben om naar Portugal te emigreren. Voor slechts 850.000 pond denken we er over na!!!
De eerste stop is al snel in Exeter om de kathedraal en het kasteel te bezichtigen. Over het kasteel met de naam “Rougemont Castle” kan ik kort zijn: niet interessant. Het kleine kasteel is in 1068 gebouwd door William the Conqueror (Willem de Veroveraar). De Gotische Kathedraal uit 1050 waar de Bishop van Exeter is gezeteld is echter overweldigend. Van binnen en van buiten is het een en al pracht en praal.
We rijden door naar de oostkant van het Dartmoor National Park. Hoewel het park zelf pas morgen aan de orde komt rijden we nu ook al door die typische Dartmoor weggetjes. Deze zijn niet breder dan een Fiat 500! Het gravelspoor in het midden dwingt je er toe om geheel links te rijden, rakelings langs de hoge heggen. De bochtige en steile paadjes maken het een waar avontuur. Niemand op de weg en ook hopelijk niemand die onverwacht de bocht om komt zeilen. Vaak rijden we in de eerste versnelling. Het is een unieke ervaring en de Big Black geeft geen krimp en laat zich als een handelbare fiets door de bergen sturen. Geweldig.
We buigen weer af en koersen naar de kust. We stoppen in Torquay bij de Kents Cavern maar gaan niet naar binnen.
Via kleine weggetjes rijden we naar het Compton Castle uit 1520 dat in handen is van particulieren en beperkt open is. We kijken alleen uitgebreid in de tuinen.
Berry Pomeroy is het volgende kasteel uit de vijftiende eeuw dat we bezichtigen. Het is echter niet meer dan een ruïne. Via allerlei omzwervingen komen we in Dartmouth aan zee. We zijn verbaasd over deze plaats. Het wijkt veel af van de andere plaatsen die we hebben gezien. De droog gevallen rivier met de gekantelde bootjes geeft een wel heel bijzonder beeld. Verder is het erg toeristisch en een mooi stadje. We rijden even om naar het kasteel, maar bovenop de berg worden we verzocht te voet verder te gaan. Na veel puffen en zweten vanwege de enorm steile weg bereiken we de top. We zien echter alleen maar gras en gaan bezweet terug. Later kom ik er achter dat het kasteel aan zee staat en dat we bij de wandeling de verkeerde afslag genomen hebben. Ach, aan dit verdedigingsfort uit 1388 was toch niks an!
De kustweg die daarna volgt maakt veel goed. De weg kent vooral veel hoogteverschillen en mooie panorama’s.
We stoppen in Ivybridge net onder het Dartmoor National Park. Het is echter niet zo toeristisch als ik dacht. We nemen een hotelletje waar alleen nog de duurste kamer vrij is met een hemelbed. We hebben geen zin en vertrouwen meer in verder zoeken. Aan de bar van de pub krijgt mijn vrouw maar liefst vier proefglaasjes met bier waar ze uit kan kiezen. Maar euh, als zij die glaasjes opgedronken zou hebben was ze al dronken, haha. Na wat drankjes en het diner in het restaurant annex café wordt de wekelijkse lokale kennisquiz gehouden. Het lijkt een beetje op onze bingoavonden. In de zaal zitten al snel 100 mensen te genieten van deze typisch Engelse avond.
Ondertussen is er een einde gekomen aan het mooie weer en is het gaan regenen. We zitten te dubben wat we morgen gaan doen.
Dag 6, Cornwall, Par
Het regent hard, maar de vooruitzichten zijn zodanig dat we toch kunnen gaan rijden. Mede uit angst voor hevige regen besluiten we niet naar de smalle weggetjes in Dartmoor National Park te gaan. We slaan de hele toer door dit park over. Jammer, want het is één van de hoogtepunten van onze reis.
De eerste stop is bij de Harley dealer in Plymouth. Diverse bikers spreken ons aan en sommige geven spontaan een hand. De mensen zijn heel nieuwsgierig en willen alles van je weten.
We rijden door en nemen toch nog een stuk van het park mee. Nu zien we voor de verandering hele kudden schappen. We rijden helemaal om Plymouth heen, omdat we niet over de snelweg en niet door de stad willen. We rijden door vele, vele smalle weggetjes met aan weerszijde hoge hagen en vaak zelfs helemaal dichte begroeiing. Op diverse stukken ligt echter zoveel modder, gras en/of gravel dat het af en toe behoorlijk link is om er te rijden. We rijden soms stapvoets in de eerste versnelling. Met moeite kan ik soms de fiets in bedwang houden. Mijn vrouw moet enkele malen uit voorzorg afstappen om niet samen van de fiets af te sodemieteren. De steile stukken en de onoverzichtelijke bochten maken het erg tricky. Met trots kan ik zeggen dat ik een onoverzichtelijke haarspeldbocht met 20 procent stijging en veel vuiligheid op de natte weg moeiteloos genomen heb. Zo lang de motor nog loopt is er niets aan de hand, maar owee als ie af dreigt te slaan of als je de motor niet meer kunt houden, dan heb je pas een probleem.
Onderweg zien we diverse waarschuwingsborden met de teksten: “NOT SUITABLE FOR LONG VEHICLES” en “NOT SUITABLE FOR HEAVY VEHICLES”. Het geeft aan met wat voor soort wegen je te maken krijgt. En wat denk je van de borden met de tekst:” THIS YEAR 32 MOTORCYCLISTS INJURED” en “2 MOTORCYCLISTS KILLED THIS YEAR”. Leuk hoor! Lekker bemoedigend.
We naderen de oostkust van Cornwall onder de stad Plymouth en zijn opgelucht dat we daar zijn. De kustwegen zijn weer schitterend. De wegen lijken veel op de wegen van Devon, maar de dorpjes zien er allemaal wat meer rustiek uit.
Het toeristische dorpje Looe biedt een bijzonder schouwspel. De haven en de rivier door het dorp liggen geheel droog en alle boten liggen half op hun kant op het droge. We rijden door maar hadden eigenlijk even moeten stoppen voor een fotoschoot.
Polperra is echter de overtreffende trap. Op de parkeerplaats buiten het dorpje staan honderden auto’s en bussen. Het hele dorpje is een historisch museumstuk. Het is een aaneenschakeling van mooie kleine huisjes die op de oever en op de berghelling zijn gebouwd. En ook hier ligt de rivier droog en de bootjes op hun zij. De commercie heeft hier flink toegeslagen en het barst er van de winkeltjes, horeca en B&B’s. Je kunt hier makkelijk een dag verblijven, maar we moeten verder.
De volgende plaats is Fowey waar we met de ferry over de rivier gaan en uiteindelijk stoppen in de plaats Par. Een aardige dame vertelt ons gelukkig dat er een vrije kamer is. Het dorpje stelt niet veel voor, maar we zijn weer blij dat we iets gevonden hebben. Na een aflevering van George en Mildred op TV eten we weer in een pub. En dat bevalt zoals altijd erg goed. Achter de bar staat een fles sterke drank met daarin een hele slang! We bekijken de fles aandachtig. Het is gruwelijk en boeiend tegelijkertijd. Het is niet drinkbaar hoor.
Dag 7, Cornwall, Carbis Bay
We eten in de serre bij de gastvrouw en zoals tot nu komen we geen praat te kort met de gastvrouwen. We eten nu bijna een week lang iedere ochtend ‘English Breakfast’. Zo lekker, maar iedere dag is misschien niet zo gezond.
De eerste stopplaats is het ‘Eden Project’. We hebben echter te weinig tijd om deze prachtige tuinen te gaan bekijken en rijden door.
De volgende plaats is Mevagissey Bay met jacht haventje. Het is een bijzonder stadje. Het ruikt hier naar ‘rust’.
We rijden langs het St. Michael Caerhays Castle uit 1810 dat een paar honderd meter van de weg af ligt. De omgeving en de Schotse Hooglanders maken het plaatje compleet.
Onderweg stoppen we eindelijk bij een oud kerkhofje langs de weg. We hebben er al vele gezien. De eeuwenoude grafstenen – vaak in Keltische stijl – en tombes worden blijkbaar nooit weg gehaald. Scheef gezakt in het goed onderhouden grasveld geven ze een zeer aparte sfeer, alsof je haast contact kunt leggen met de doden. We dolen rond op het kerkhof en geniet met volle teugen.
Daarna schieten we de drukke stad Truro in waar we de kathedraal bezoeken. De kathedraal die tussen 1880 en 1910 gebouwd is, is dus redelijk jong. De torenspits is 76m hoog. Ik parkeer de Big Black recht voor de kerk. Zo wil ik het hebben: afstappen en gelijk foto’s maken! Met 18.000 inwoners is Truro een grote stad in Cornwall.
Op naar het volgende kasteel en wel in Falmouth. Eerst moeten we langs de haven. De vele bootjes in de haven en de industriële droogdoks waar mega schepen liggen geven een bijzonder schouwspel. We moeten door de drukke stad van 25.000 inwoners heen om bij het kasteel op het schiereiland te komen. Het kasteel draagt de naam ‘Pendennis Castle’ en is uit 1539. Het is gebouwd voor koning Henry VIII om de riviermond Fal te bewaken tegen de Fransen en Spanjaarden. Dit is overigens een van de redenen waarom je aan de zuidkust zoveel kastelen ziet met name bij riviermondingen. Kastelen of burchten hadden vaak een verdedigingsfunctie. Het landgoed dat uit meerdere gebouwen bestaat is groot en erg toeristisch. Entreegeld weerhoudt ons er echter van om het kasteel te bezoeken en na een glimp op het bouwwerk rijden we verder.
In het plaatsje met de mooie naam ‘The Lizard’ bezoeken we eerst het meest oostelijke punt van de landtong, waar op rust na, wat mooie huisjes en vergezichten niets te beleven valt. Het meest zuidelijke punt van Cornwell is echter beperkt toeristisch ondanks zijn natuurlijke schoonheid. Ik zou hier uren kunnen wandelen om alle schoonheid tot mij te nemen.
Op naar het volgende hoogtepunt en wel Lands End, maar eerst rijden we door naar het plaatsje Marazion en zijn verrast door het prachtige schiereilandje dat door een smalle ‘zandstrip’ verbonden is met het vaste land. Het bebouwde eilandje steekt markant boven de zee uit met op de achtergrond de verre panorama’s van de gehele kustlijn.
De volgende verrassing op onze route is het plaatsje Penzance. De route voert ons dwars door het centrum van de stad. We hoeven dus niet eens af te stappen om een glimp van de stad op te vangen. We rijden echter verkeerd de stad uit en raken verzeild in de oude binnenstad waar ik in een extreem korte afstand een grote hoogte moet overwinnen. De aaneenschakeling van kleine, smalle, korte straatjes heeft volgens mij wel een percentage van 25%. Ik ben blij dat ik er weer heelhuids doorheen kom.
Na een verrassend stukje binnendoor met vele bochten komen we dan eindelijk in Lands End. Het voelt als een ware overwinning. Je kunt niet verder zuidwestelijk in Engeland komen dan hier. Het is dan ook een toeristisch eindpunt dat vele toeschouwers trekt. Maar eerlijk gezegd is er weinig moois aan, zeker in vergelijking tot The Lizard. We stoppen er kort, want we moeten nog op zoek naar een B&B en het begint al laat te worden.
We rijden weer naar het noorden. We laten eerst ‘Sennen Cove’ links liggen dat een bijzonder panorama biedt. De ‘Greevor Tin Mines’ en de ‘Carn Calvern Mine’ laten we eveneens letterlijk links liggen. Vanaf de weg zijn we het niet meer dan wat oninteressante gebouwtjes.
Opvallend genoeg is deze westkust geheel anders dan de rest van Cornwall. De omgeving is glooiend, met kleurrijke maar lage beplanting zoals varens, gras en bloemen. Samen met de rotsen en het gesteente doet het me denken aan delen van Schotland en Ierland.
We stranden in St. Ives voor onze volgende B&B, maar helaas is het hier hoogseizoen van de vakantie. Het bijzonder mooie plaatsje is vol en we moeten uitwijken naar het plaatsje Carbis Bay. Ondanks de hoge prijs van 76 pond is het B&B de slechtste tot nu toe.
Dag 8, Cornwall, Bude
We vertrekken snel uit het B&B in Carbis Bay en gaan op weg naar het noorden van Cornwall. We hebben nu wat minder langzame wegen, dus het schiet lekker op. We blijven de kustweg volgen. Het landschap is hier minder dicht qua begroeiing, wat zorgt voor fantastische vergezichten over de kustlijn en de dopjes aan de kust. Ook deze westelijke kustweg zit vol met bochten en sterke hellingen. Het blijft een genot om hier met de motor rond te sjezen.
Het kustplaatje Padstow, waar we met de motor helemaal doorheen rijden, is afgeladen vol met mensen. Je kunt hier niet eens meer een mooi tafereel fotograferen zonder mensenmassa er op. We gaan maar gauw door.
De volgende stop is in Tintagel dat ook toeristisch is vanwege de twee kastelen. Het Camelot Castle is aan de buitenkant weliswaar niet het meest spectaculair, maar van binnen is het een en al chique en oud Engelse stijl. Het kasteel is een hotel en je kunt dus hier overnachten als je wil. Wij houden het bij een plasje…
De ruïnes uit de 13e eeuw op de berg aan de overkant worden in relatie gebracht met King Arthur. Maar het verhaal over King Arthur is niet met zekerheid vastgesteld. Er is grote onduidelijkheid over zijn leven. Beide kastelen staan aan de kust waar het uitzicht weer magnifiek is. Het kleine plaatsje Tintagel is verder gezellig aangekleed met vele winkeltjes en horeca. We blijven er vrij lang rondhangen. We zitten voor op schema en kunnen het dus rustig aan gaan doen.
Tot nu toe komen we maar zelden een motorrijder tegen. Hele groepen al helemaal niet. Ook geen racers gezien die je keihard voorbij rijden. We ervaren ook hoe Engelse motorrijders elkaar begroeten. Geen handgebaar maar een knikje met je hoofd. Als je het opvallend wilt doen knik je met je hoofd opzij en als je het in ‘stijl’ wilt doen knik je met je hoofd schuin naar voren net zoals de butlers doen. Het heeft iets en het is lekker makkelijk.
Bude, spreek uit als Boed, is de plaats waar we weer een B&B gaan zoeken. We stoppen wat eerder dan gebruikelijk. Als we door het plaatsje rijden herken ik het hotel waar ik in 2003 logeerde. Da’s ook sterk. 100 meter verder vinden we een B&B. De zeer vriendelijke gastvrouw heet ons welkom met cake en thee. We maken een praatje met andere gasten in de lunchroom. We voelen ons meteen thuis. Wat zijn de mensen hier toch aardig.
Zoals bijna iedere dag dineren we in een pub. In de meeste pubs kun je ook eten. De ambiance is meestal gezellig en het eten is betaalbaar. De meeste pubs zaten tot nu toe vol. Ik weet niet of dat vanwege de vakantie is of dat het altijd zo is. Het lijkt net of Engelsen veel meer in de kroeg zitten dan Nederlanders.
Dag 9, Cornwall, Bude
We besluiten nog een dagje langer in Bude te blijven. We hebben mazzel want de kamer is nog beschikbaar. Het is een lazy Sunday morning. We lopen voor op schema en hebben dus alle tijd. De weersverwachting is wat minder goed en het heeft behoorlijk geregend vannacht.
In de ochtend maken we een mooie beach wandeling van 1,5 uur. De harde westelijke wind stuwt het water op tot grote golven met witte schuimkoppen. Het zonlicht over de hoge klippen geeft een fantastisch panoramisch beeld over het wijdse kustgebied. Haren wapperen alle kanten op, nou ja, als je die hebt dan. Het is rustig en we genieten van de rust.
In de middag lunchen we in het centrum. Er is vol op bedrijvigheid maar het aantal gezellige pubs waar we kunnen lunchen valt tegen. Verder lezen en schrijven we wat. Het is tijd om te relaxen.
’s Avonds dineren we bij de Italiaan op de hoek waar we de eerste gasten zijn. Maar lang duurt dat niet.
Zo, we hebben weer genoeg energie getankt. Morgen gaan we er weer tegen aan.
Dag 10, Cornwall, Devon, Somerset, Keenthorne
We nemen weer afscheid van de gastvrouw in Bude en rijden richting het pittoreske dorpje Clovelly. Weldra vallen de eerste druppels, maar het blijft eigenlijk bij een paar spetters. We zijn al vroeg in Clovelly en het is dus nog lekker rustig. Ik herinner me het authentieke dorpje nog heel goed van 2003. Het maakte toen grote indruk op mij. Het dorpje is eigenlijk één groot museum en je moet er entreegeld voor betalen om binnen te komen. We parkeren de bike een paar honderd meter boven zeespiegel. Ik weet dat het dorpje aan zee ligt, we moeten dus nog een heel stuk dalen over de met kiezelstenen aangelegde straatjes. We slenteren wat rond en nemen al het moois in ons op. We genieten zichtbaar van de mooie steegjes en de mooie tafereeltjes. Onderaan het dorp ligt de haven waar nog steeds de vissers de vangst binnenhalen. Het dorpje is verder wel toeristisch met al haar winkeltjes, maar het blijft uniek. We besluiten met de tot taxi omgebouwde Landrover terug te gaan naar de parkeerplaats langs de ezelstallen, maar we zien er geen een.
Via Barnstapel rijden we door naar de noordelijke kust van Devon die tegenover Wales ligt. De begroeiing lijkt hier wel subtropisch en de zon zorgt voor geweldige beelden over de wijdse kustlijn.
We werpen nog een snelle blik op het Watermouth Castle uit 1825 dat blijkbaar dienst doet als hotel en als familiepark. Dus als je nog eens leuk wilt overnachten, hier kun je terecht.
Spoedig daarna duiken we het Exmoor National Park in. Ik had verwacht dat hier de wegen redelijk doorgaand zouden zijn, maar we krijgen alweer meteen te maken met extreme steile stukken over haast onbegaanbare laantjes. Mijn vrouw moet weer regelmatig afstappen. Het vele gravel, puin, zand en modder maken het toch wel heel link in de diverse bochtige steile stukken van 25 procent.
Eén van de wegen is wel héél spectaculair. Misschien niet één van de moeilijkste stukken, maar op een smal en steil stuk weg met gravel zie ik links van de weg een houten railing. Achter de railing is de afgrond en kan ik haast driehonderd meter naar beneden kijken. Als ik hier een fout maak schiet ik door de railing en schuif zo 300 meter naar beneden….. Maar ik blijf koel en rijd rustig verder.
Een simpel busje – een soort van brievenbus – in het midden van de weg doet dienst als tolhuisje. Eén pond staat op het busje. Wat wordt het; doorgassen? Ik vind het zo aandoenlijk dat ik ‘polite’ stop om het geld te betalen.
De Valley of Rocks is een van de hoogtepunten in het park. Je kunt hier alleen komen via die smalle straatjes. In 2003 zijn we dus met heel de club door die gevaarlijke steile delen gereden. Het lijkt nu bijna onmogelijk. Het park biedt verder een geweldig uitzicht over de zee en de kust. Landinwaarts zien we de lappendekens zoals dat in andere parken ook was. De fauna bestaat deze keer uit geiten. Die hadden we nog niet gezien. Ze moeten niks van het Harley geluid hebben en springen als een gek weer de bosjes in langs de kant van weg.
Vreemd genoeg liggen er in het park toch nog een paar plaatsjes zoals Lynton en Lynmouth. Beide zijn ze pittoresk en toeristisch. Verder valt me op dat her en der in het park nog een verloren hotel staat. Ideaal voor bergwandelaars.
De steile stukken van 25 procent blijven komen. Wat hebben we er een hoop gehad vandaag en wat zijn we weer beproefd zeg.
Na het park rijden we weer over de snelle doorgaande maar bochtige wegen. Ik vertel dat het gedaan is met de parken en de smalle weggetjes. “Ik hou van doorgaande wegen”, zegt mijn vrouw. Ze heeft er blijkbaar even genoeg van.
Onderweg zie ik regelmatig een B&B bord, maar het snelle jakkerende verkeer geeft me nauwelijks de ruimte om rustig te kijken en te stoppen. Een afslag op de weg bij een B&B- bord brengt ons bij het dorpje Keenthorne. We komen weer bij een soort landhuis en krijgen een grote kamer van ca. 6 bij 5 meter. En in de badkamer kun je dansen! We hebben dus weer geluk en hoeven niet ver en lang te zoeken.
Na een levensgevaarlijke wandeling langs de drukke doorgaande weg eten we weer in een pub. Mijn lief bestelt zoals gebruikelijk een ‘sweet beer’. En ook hier krijgt ze een aantal ‘proefglaasjes’ voorgeschoteld. Waar maak je dat nog mee, dat je eerst bier mag proeven voordat je het bestelt?
Terug in het B&B blijkt na een half uur kletsen dat de gastvrouw zelf ook Nederlands is. Nou zeg, das ook toevallig.
Dag 11, Somerset, Wiltshire, Salisbury
Na de zoveelste English Breakfast deze vakantie nemen we afscheid van de Antilliaanse gastvrouw.
Binnen een half uur parkeren we de bike voor de Harley-dealer in Bridgwater. Deze dealer verkoopt tevens Ducati’s. Hier weinig praatjes met de mensen en we zijn dan ook zo weer weg.
De volgende stop is in Glastonbury waar we de Abbey bezoeken. Het kleine kerkje stelt niet zoveel voor. We zijn er dan ook snel doorheen. Des te opvallender is het stadje zelf. We zien alleen maar winkeltjes. Waar maak je dat nou mee? Winkeltjes met draakjes en andere fantasie dingen. Deze stad schijnt bekend te zijn om zijn ‘alternatieve’ mensen! Inderdaad, we zien overal mensen rondlopen in vreemde kledij. Mensen dragen hier gewoon wat ze leuk vinden, of het nou mode is of niet.
Vele maanden later als ik dit verslag helemaal aan het uitwerken ben, kom ik tot de conclusie dat we de verkeerde Abbey hebben bezocht. De echte Glastonbury Abbey is een oude ruïne met een mooi park er bij. We moeten dus nog een keer terug.
Na dit stadje rijden we door naar Wells, waar we een andere kathedraal bezoeken. Wat bezielt de mensen toch om zulke mooie en grote kathedralen te bouwen in zo’n klein stadje? Een bezoek aan de kathedraal en het stadje is meer dan de moeite waard. De kathedraal is uit 1250 en heeft ongeveer 300 middeleeuwse beelden. De afmetingen van de kerk zijn 116 m. hoog, 49 m. lang, 41 m. breed en de drie toren zijn bijna 50 meter hoog. De kerk wordt beschreven als “the most poetic of the English Cathedrals”. Dat zegt dus genoeg. Het blijft echter bij een bliksembezoek. We moeten echt terug.
De volgende stop is Saftesbury waar we Goldhill bezoeken. Het is even zoeken maar precies in de oude binnenstad ligt dan toch de beroemde steile weg die zo uit de middeleeuwen schijnt te komen. Het is heel bijzonder hoe de huizen in dit steile straatje tegen elkaar zijn gebouwd. Het verval is zo groot dat ieder huis grenst aan het midden van de gevel van de buren.
In Fovant zien we diverse krijttekeningen in de bergen. Ik weet dat er meerdere zijn, maar onderweg zien we niet meer dan ca. zes tekeningen op een berghelling. Grappig detail is dat de koeien er tussen staan te grazen.
Ons eindadres is vandaag in Salisbury. We vinden een B&B vrij dicht bij het centrum van de stad met 40.000 inwoners. Te voet wandelen we naar het centrum waar we alweer een kathedraal bezoeken. Dit is een van de grootste en mooiste kathedralen die we tot nu gezien hebben. Opvallend detail is dat er overal levensechte beelden staan van mensen net als in Madam Tussauds. De kerk is in tegenstelling tot alle andere kerken niet geplaatst in een druk centrum maar op een groot grasveld. Er start weldra een kerkdienst voorin de kerk en er lopen allerlei geestelijken rond in de meest vreemd gekleurde gewaden. We lopen een grote ronde om de kerktuin en kerkmuur. Binnen deze kerkmuur bevindt zich Engelands grootste klooster. Onderweg komen we nog diverse andere kerken tegen, meestal kleintjes die geheel in het niet vallen bij de kathedraal. Het is hier blijkbaar een gelovig volk.
De kathedraal is uit de 11e en 12e eeuw. Hij meet 135 m. lang, 123 m. hoog voor de spits en 64 m. voor de torenhoogte. Het is daarmee de grootste torenspits van Engeland. Geen kleine jongen dus.
We lopen terug naar het B&B na we eerst te eten en drinken in een pub. Ondanks het toerisme en de drukte in de mooie stad is het toch aardig rustig in de pub. Dat was tot nu toe meestal anders.
Dag 12, Wiltshire, Hampshire, West Sussex, East Sussex, Kent, Rolvenden
Het B&B mag met 85 pond tot nu toe wel de duurste wezen, maar vanwege het drukke verkeer is de nachtrust voor mij allerbelabberds. Maar het is niet anders. Alle B&B’s waren tot nu heel verschillend en dat heeft weer zijn charme.
Na het ontbijt koersen we naar Stonehenge. Net na Salisbury missen we het kasteel van de stad, maar het stond dan ook niet op het programma. We zijn er al vroeg en we maken in alle rust een rondje rond deze 5000 jaar oude stenenformatie. Het is nog altijd niet duidelijk waarom en hoe de mensen destijds de stenen hebben gestapeld. Stonehenge is een van Engeland’s meest bijzondere historische erfgoedmonumenten.
Over een snelle weg rijden we naar Winchester. Daar bezoeken we het Wolvesey Castle. Het is niet meer dan een ruïne. Met foto’s wordt weergegeven hoe het kasteel er vroeger uit gezien moet hebben. We zijn de enige gasten en we genieten van de oude stukken muren. Het kasteel is uit het jaar 1140. Het is ooit heel belangrijk geweest. In 1554 trouwden hier namelijk Queen Mary en Phillip II van Spanje. Het kasteel is in 1646 vernietigd in de Engelse burgeroorlog. Het is maar dat je het weet.
Even verder bevindt zich Winchester Cathedral. Entreegeld weerhoudt ons om binnen te gaan, maar een kleine glimp binnen verraadt dat het een bijzondere kerk moet zijn. Het hele gebied is trouwens bijzonder. Het heeft een grote rol gespeeld in de geschiedenis en het ademt nog steeds de sfeer uit het tijdperk van ridders, jonkvrouwen en arme arbeiders die voor de kerk moesten werken.
De kathedraal behoort tot de grootste van Engeland; met zijn langste schip is het zelfs een der grootste Gotische kerken van Europa. De kerk is 170 meter lang en de bouw is begonnen in 1079. De volgende keer als we weer in Engeland zijn gaan we echt naar binnen hoor!
Het rijden schiet lekker op en we rijden nog al door wat provincies. Ik zie West Sussex, East Sussex en Kent. Allemaal mooie gebieden met heuvelachtige en groene landschappen. De echte steile wegen zijn er niet meer.
We stoppen bij het Hever Castle, maar het entreegeld van 14 pond pp inden we wel heel gortig. Het moet wel een héél bijzonder kasteel met tuinen zijn. Het kasteel is uit de dertiende eeuw en is nog in goede staat.
Opvallend veel gebouwen in zuid Engeland stammen dus uit de periode 1000-1300. Het is een teken dat het goede tijden moeten zijn geweest.
In Tonbridge besluiten we een B&B te zoeken. Via een passant komen we bij het Toeristenbureau terecht. Met wat geklungel van drie dames hebben we na een half uur een B&B in het dorpje Rolvenden. Gelukkig hebben we een ‘satnav’ en vinden we het zo. Het is wederom een enorme verrassing. Het huisje staat in een klein achteraf straatje van het kleine dorpje. De kamer is heel romantisch en vanuit de badkamer kijken we zo op de vele schapen. Het is hier echt helemaal doodstil…..
Dineren doen we in de pub en op de terugweg besluiten we in een andere pub een whiskey te gaan drinken, maar ze hebben er geen malts. We gaan weer snel weg. De eigenaar komt echter naar buiten gerend met de mededeling dat we wel zijn privé collectie mogen aanspreken! Nou zeg, heel bijzonder maar we doen het niet.
Dag 13, Kent, Canterbury
De een na laatste dag alweer. We hoeven maar een klein stukje meer naar Canterbury. Via internet zoek ik een B&B op. Toch wel handig zo’n laptopje en wifi. Maar uiteindelijk belanden we in een ander B&B vlak bij het centrum.
Na aankomst rond 11.00 uur verkennen we eerst het oude centrum. We zien veel oude winkeltjes/gebouwen en het hele centrum heeft een typisch Engels historisch uiterlijk.
Om in Canterbury de oude kathedraal te bekijken moet je per se via een toegang naar binnen, omdat het geheel ingesloten is tussen de gebouwen. De 9 pond entree laat ons deze keer de bezichtiging niet onthouden. Maar het is het dan ook dubbel en dwars waard. Zelden heb ik zo’n grote, bijzondere en mooie kerk gezien. De rondgang buiten is al zo groot, dat je haast verdwaalt. Binnen in de kerk zijn vele vertrekken, kapelletjes en grote ‘kerkzalen’.
De geschiedenis van de kathedraal gaat terug tot het jaar597. In dat jaar bracht Sint Augustinus, gestuurd door paus Gregorius I, het christelijke geloof naar het Angelsaksische Engeland. St. Augustinus stichtte een kerk en werd de eerste aartsbisschop. In 1170 werd aartsbisschop Thomas Becket in de kathedraal vermoord en vanaf die tijd groeide Canterbury uit tot een belangrijk bedevaartsoord. De bouw van de kerk is begonnen in 1170. De top van de kathedraal is 75m hoog met binnenin de hoogste gewelven ter wereld (65 meter hoog). De kerk is 157 meter lang.
Dag 14, Kent, Canterbury
We ontbijten voor de laatste keer en delen de tafel met twee Nederlandse dames, maar ze zijn niet zo spraakzaam. Daarna inpakken en wegwezen.
Een kilometer verder stoppen we alweer bij de motorzaak met de naam ‘Robinsons Foundry’. Deze ex-Harley dealer verkoopt tegenwoordig het andere ‘grote’ Amerikaanse motormerk ‘Victory’. Ik had ze nog nooit gezien en zie er nu gelijk meer dan 10 stuks bij elkaar. Het zijn allemaal erg verschillende motorfietsen en ondanks de dikke V-twin lijken ze totaal niet op Harley’s. We houden het kort, maken geen praatje, maar maak wel veel foto’s.
We koersen op ons gemak verder langs de kust naar Dover. In het badplaatsje Deal genieten we nog van een laatste rustpauze op een bankje aan zee.
We rijden langs de kust verder naar de ‘White Cliffs’ waar we verrast zijn door de schoonheid van de natuur. Het ziet er vanuit de boot toch een stuk minder mooi uit. Mijn vrouw probeert weer de paarden te fotograferen waar we letterlijk tussen staan. Het golvende groene terrein met de vergezichten over de witte krijtkust nodigt uit om urenlang rond te wandelen, maar die tijd hebben we niet meer. Aan de andere zijde zien we van bovenaf de drukke industriële haven waar het af- en aanmeren is met veerboten. Een mooi contrast.
We starten de laatste keer de bike en rijden weer probleemloos de ferry in. De terugtocht krijgt uiteindelijk toch nog een gevaarlijk eind als we in het donker over de inmiddels natte wegen tussen de vrachtwagens en de caravans door moeten, maar we komen gelukkig veilig thuis.
Twee weken vertoeven in Engeland zijn weer voorbij. Twee weken zonder regen (onder het rijden) en dat in Engeland! We hebben het enorm getroffen en hebben het fantastisch gehad. Met volle teugen hebben we genoten. We praten over emigreren naar Engeland. Dat zegt genoeg toch? Ondanks dat ik vaak in Engeland ben geweest en ook al eerder in zuid Engeland, viel het me op dat het eigenlijk overal mooi is en dat is best zeldzaam. Alleen al in het graafschap Kent bij Dover zou ik een week willen verblijven om de mooie kastelen en het landschap te bekijken.
In totaal zijn we door 10 van de 47 graafschappen gereden en hebben 2500 kilometer afgelegd. De graafschappen hebben allemaal hun eigen kenmerken en karakter, maar anderzijds zie je ook veel overeenkomsten. Het land is overal glooiend en nergens hoger dan 400 meter, maar vergis je niet in de vele hellingen. Verrast door de vele steile stukken van 25 % en meer en dan in het bijzonder op de slechte wegen is het in Engeland net zo spannend, zo niet spannender bergrijden dan in de Alpen.
Het toppunt waren toch wel de drie parken: New Forest National Park, Dartmoor National Park en Exmoor National Park. Vele honderden wilde paarden, pony’s, koeien, Schotse Hooglanders, schapen, geiten en ezels hebben we er gezien.
De vergezichten over de kusten waren magnifiek in het stralende weer, zeker in combinatie met de hoge kliffen. Anderzijds zijn er die typische Engelse weilanden die als ‘lappendekens’ op de heuvels liggen. Bossen en weilanden wisselen elkaar vaak af. We rijden door dichte en donkere weggetjes waar de bomen en de bladeren het daglicht volledig wegnemen en dan rijden we weer boven over een bergrug met volledig uitzicht. Ook karakteristiek en typisch Engels zijn de weggetjes met de aan weerszijde kilometers lange hagen. Weinig uitzicht, maar in combinatie met de hellingen en de bochten was het toch meestal spannend.
Het was ook een tocht langs kastelen en kathedralen. En wat zijn er veel in Zuid Engeland. 14 kastelen hebben we gezien. En dan hebben we ze nog lang niet allemaal gezien. Stuk voor stuk uniek met ieder hun eigen verhaal. 6 enorme kathedralen en god wat waren ze mooi en vooral groot en zeer rijk versierd.
De Big Black heeft zich meer dan voorbeeldig gedragen. Zonder slag of stoot bracht hij ons telkens probleemloos naar de plaats van bestemming. We hebben geen pech en ongelukken gehad en we zijn niet gevallen. Het vermogen van die machine is geweldig. Met vette klappen500 kg omhoog sleuren door de steile heuvels was een lust voor hem. Hij voelde zich in zijn element. Altijd was er meer dan voldoende vermogen.
Op twee overnachtingen na sliepen we altijd in een B&B waar we zelden lang naar hebben moeten zoeken. De mensen waren overal gastvrij en zeer vriendelijk. De taal is toch wel heel makkelijk. Vele gesprekken hebben we gevoerd.
Mijn mening over het eten moet ik toch wel wat bijstellen. We aten bijna iedere dag in een pub en dat was vooral gezellig en redelijk goedkoop. Maar eten in een pub kan nooit haute cuisine zijn. Het was dan ook niet ‘erg’ goed, maar de prijs/kwaliteit verhouding was dat in ieder geval wel. Gezellig ook, dat het haast in iedere pub iedere dag volle bak was. Engelsen genieten ervan. Dat zie je dan ook aan de vele dikke mensen! Pubs hebben over het algemeen veel dezelfde gerechten op de menu’s staan.
Bij een pub hoort een goede pint en daar hebben we – ja allebei- lekker van genoten. Iedere pub heeft wel meer dan 10 biersoorten van de tap en dat allemaal met hun authentiek glas.
Wat ik het mooiste vond? Heummm, moeilijk te zeggen. Gewoon erg veel, maar rondtoeren op de rustige heuvelachtige weggetjes was echt super.