We gaan naaaaaaruh….. ? Lixing-Les-Saint-Avold in de Lorraine. Lorraine, hoe zat het ook alweer? Waar ligt het? De Nederlandse naam van Lorraine is Lotharingen. Lorraine is een van de 21 streken of beter gezegd regio’s van het vaste land van Frankrijk. Het is gelegen in het noordoosten tegen de Duitse grens tussen de regio’s de Champagne en de Elzas. In 2016 zijn echter de regio’s in Frankrijk heringedeeld, waardoor er nu nog maar 12 regio’s over zijn. De regio’s Champagne, Lorraine en Elzas zijn samengevoegd en heten nu samen Grand Est, maar of iemand ooit zal zeggen: “Ik ga naar de Grand Est op vakantie”, is wel heel twijfelachtig. Maar het wordt wat lastiger, want er bestaat ook nog de Moezelstreek – of Moselle zoals de Fransen zeggen – en de Vogezen.
De moezel (Moselle) is een zogenaamd departement van de Lorraine en de streek ligt uiteraard langs de Moezel. De streek is aanzienlijk minder bekend dan de Moezelstreek in Duitsland. De bekendste steden aan de Franse Moezel zijn Metz en Nancy.
De Vogezen is een gebergte gelegen in het westen van de Lorraine.
Het noordoosten van Frankrijk heeft in het verleden diverse malen tot het Duits grondgebied behoord. Pas na de Eerste Wereldoorlog is het definitief onder Frankrijk geschaard. Het Duitse verleden is nog altijd goed waar te nemen in de Lorraine. Veel inwoners spreken nog altijd (wat) Duits. Veel plaatsen hebben Duitse namen.
De Lorraine heeft een industrieel verleden, maar nu kenmerkt de Lorraine zich door mooie glooiende landschappen waarbij graslanden, landbouwakkers en bossen elkaar afwisselen. Prachtig zijn de velden met duizenden zonnebloemen die gekweekt worden voor zonnebloemolie. Vooral in juli als de grote, gele bloemen in bloei staan, is het een uniek gezicht. Dat zie je bij ons niet. De Lorraine is echt een streek waar je heerlijk tot rust kan komen. Je kan er heerlijk wandelen en fietsen. In die zin is de streek wat minder spectaculair en minder interessant voor de jeugd.
De Lorraine is natuurlijk ook bekend om de quiche Lorraine. Deze hartige taart bestaat in allerlei varianten en is bekend over de hele wereld.
Een ander lekkernij uit de Lorraine zijn de mirabellen. Een mirabel is een klein geel pruimpje dat in de Lorraine uitstekend gedijt vanwege de natuurlijke omstandigheden. 75% van de wereldproductie komt uit de Lorraine. Het fruit wordt veelvuldig gebruikt voor jam, taart, ijs, likeur, siroop, snoep, thee en zelfs cosmetica.
De huizen in de oostelijke regio’s hebben bijna allemaal dezelfde stijl met die typische bepleisterde muren, meestal in een saaie kleur. Een stijl die veel op de Duitse woningbouw lijkt, maar gezien het verleden van deze streek is dat niet verwonderlijk. Ik kan zelfs geen enkel traditioneel gemetseld huis ontdekken zoals wij dat in Nederland hebben.
Zoals in veel Franse dorpjes zie je er vaak geen kip op straat. Frankrijk heeft over het algemeen geen gezellig kroegleven of straatleven. Toen we net als vorig jaar tijdens de vakantie in Normandië op zondagavond wilden gaan uiteten (in St-Avold) lukte het ons niet een restaurant te vinden dat ook nog eens open was op zondagavond.
Als ik na een week in de Lorraine aan mijn vriendin de vraag stel: “Wil je al naar huis?”, is haar antwoord: “Neejuh”. “Wil je langer blijven?” “Ja hoor”. “Wil je hier wonen?” “Nee, dat weer niet”. Het geeft precies aan hoe we over Frankrijk denken, leuk voor vakantie, maar er willen wonen, dat zeker niet. Maar laat ik nog wat toelichten op deze ogenschijnlijke standvastigheid. Frankrijk is natuurlijk giga groot en heeft een zeer grote diversiteit aan natuur, cultuur en klimaat. Door haar diversiteit kun je in Frankrijk bijna oneindig lang op vakantie blijven gaan zonder in herhaling te vallen en das natuurlijk super uniek. In die zin is Frankrijk een fantastisch land, maar terugkomend op de vraag of ik er zou willen wonen? Mauwah, das lastig. Ik heb heel Frankrijk nog niet gezien en voorlopig blijf ik het ontdekken tot ik misschien een plaatsje vind waar ik zou willen wonen! Vous comprend?
Lixing-Les-Saint-Avold
We hebben een schitterende accommodatie gehuurd in het plaatsje Lixing-Les-Saint-Avoid. Daar heb je waarschijnlijk nog nooit van gehoord. Das niet zo verwonderlijk want het ‘slapende’ dorpje telt slechts 700 inwoners. Het plaatsje heeft alleen een kebab zaak, een café, een bakker en een kapper. Das al. Maar ik moet er wel bij vertellen dat de kebab zaak en het café gesloten waren in verband met vakantie!
In onze accommodatie hebben we maar liefst 55 m2 tot onze beschikking. Vanuit het balkon hebben we uitzicht op alleen maar grote tuinen met grasvelden, fruitbomen en moestuinen. Ik zie peren, appels, druiven, pompoenen, tomaten, kersenbomen en nog veel meer. Prachtig. Wat een rust. Hier kunnen we prima ‘bijtanken’ en genieten van de romantiek.
Bertrand, onze gastheer heeft enkele wandelroutes uitgezet in de omgeving met schitterende natuur. We wandelen langs weidevelden en door bossen hetgeen nog al wat gedachtes in mij vrij maakt, omdat we echt helemaal niemand tegenkomen. Het is bijzonder spannend om alleen door een bos te lopen. Zullen we wild life zien, slangen, everzwijnen? Is het gevaarlijk? Kunnen we verdwalen? Maar erg groot zijn de bossen niet, dus dat zal wel meevallen. Helaas zien we buiten vogels en heel veel insecten geen bijzondere dieren, terwijl de informatieborden een divers aanbod aan dieren verschaffen. Het enige wild life dat ik zie is mijn vriendin…
Als we in de middag op het balkon zitten komt er plots een school ooievaars overvliegen van wel 20 stuks. Loom en rustig scheren ze door de lucht zwevend op de thermiek. Het lijken haast gieren zo rustig draaien ze cirkels tot ze vijf minuten later weer uit het gezichtsveld verdwenen zijn. De baby is blijkbaar afgeleverd! Prachtig, nooit eerder gezien.
Bliesbrück
In het piepkleine plaatsje Bliesbrück is het ‘Parc Archéologiquw Européen’ de belangrijkste bezienswaardigheid. Dit archeologisch gebied ligt letterlijk deels op Frans grondgebied en deels op Duits grondgebied waardoor het twee entrees heeft.
In het bijna 1 kilometer lange park zijn een aantal opgravingen te bezichtigen uit de Romeinse tijd bestaande uit resten van muren van woonhuizen, badhuizen, kelders en grafkamers. Voor de niet geïnteresseerde zijn het niet meer dan een stel muurtjes. De liefhebbers van archeologie gaan hier helemaal uit hun dak. Je mag zelf bepalen of je het leuk vindt. In het hoofdgebouw is nog een expositie te bewonderen van hoofdzakelijk gebruiksvoorwerpen zoals gereedschap, munten, servies en sieraden.
Manderen
Manderen is een klein, mooi dorpje vlakbij het drielandenpunt van Luxemburg, Frankrijk en Duitsland. Het ligt in een prachtig, landelijk en gooiend gebied. Als je komt aanrijden zie je al snel het mooie kasteel romantisch bovenop de berg liggen. Château de Malbrouck is hét bezienswaardigheid van het dorpje. Foto’s tonen echter dat het kasteel ooit een ruïne was en dat het geheel gereconstrueerd is. De oplettende kijker ziet echter dat er heel wat beton is verwerkt bij de reconstructie. Ze hebben blijkbaar voor de makkelijkste oplossing gekozen, maar de houten mooie dakconstructies zijn helemaal echt vakmanschap.
Het kasteel bestaat uit vier torens die met muren met elkaar verbonden zijn en dat is het beste te zien vanuit de binnenplaats.
In het kasteel is een grote collectie Franstalige stripboeken ondergebracht grotendeels met het thema oorlog. Het kasteel moge misschien niet het aller mooiste zijn, maar met deze stripboeken verzameling erbij is het toch nog de moeite waard voor een bezichtiging.
Metz
Metz is de hoofdstad van de voormalige regio Lorraine en van het departement Moselle. Het is een waterrijke stad met diverse aftakkingen van de Moezel. Metz is een ‘gouden’ stad dankzij de gele steen van Jaumont, die enigszins vergelijkbaar is met de gele mergelsteen in Limburg. Deze oude stad werd na de Eerste Wereldoorlog weer Frans grondgebied. Bij binnenkomst in Metz wordt het je al meteen duidelijk dat de stad niet representatief is voor de Lorraine. Van het behouden plattelands karakter is niets te bekennen. Metz is vooral een gezellige, drukke, historische en boeiende stad, maar met 120.000 inwoners is het nog net geen metropool te noemen.
De meest bijzondere bezienswaardigheid is de kathedraal Saint-Etienne. Het is een parel uit de gotische kunst. De grote kathedraal werd in de 14de eeuw gevormd door twee kerken samen te voegen. In de 15de eeuw werden een transept en een koor toegevoegd. De kerk is gebouwd met de gele Jaumont steen en het is een van de hoogste en grootste in Frankrijk. Met 41 meter is het op twee na hoogste schip in Frankrijk. De enorme hoogte van het schip wordt gesierd door prachtige glas-in-loodramen op drie niveaus. De kerk heeft maar liefst 6.500 m2 glas-in-loodramen en wordt daardoor ook wel de ‘lantaarn van de Goede God’ genoemd. Het behoort tot de indrukwekkendste en mooiste kerken van Frankrijk.
Maar er zijn nog veel meer boeiende kerken in Metz. Er is een route beschikbaar die je langs de negen mooiste kerken van Metz leidt. Daar is Chapelle des Tempeliers nog niet eens bij opgenomen. In dit kleine, octogonale, oude kerkkapel zijn de muren en de koepel voorzien van prachtige fresco’s. De interne doorsnede van de kapel is slechts acht meter.
In 2010 werd door Centre Georges Pompidou in Metz een dependance geopend, het Centre Pompidou-Metz. Net als in Parijs is het gebouw een architectonisch hoogstandje en het museum is voor moderne kunst. Het toont 2000 stukken uit de collectie van Parijs.
Andere bezienswaardigheden zijn de stadspoort Porte des Allemands, Porte des Allemands en het Paleis van Justitie. Maar de lijst van bezienswaardigheden is eigenlijk te lang om alles op te noemen. Er zijn zoveel mooie gebouwen in Metz. Er zijn nogal wat mooie parken die qua rust een schril contrast vormen met het bruisende stadscentrum. In Metz zijn diverse pleinen met veel gezellige cafés en restaurants.
Metz staat in de top 10 van stedentrips in Frankrijk. Ik vind het een geweldige stad en zet het absolute op mijn lijst voor stedentrips. Ik weet zeker dat ik mij er minimaal drie dagen goed kan vermaken. Graag kom ik nog eens terug.
Klik hier voor meer foto’s van Metz.
Saint-Avold
Volgens de landkaart zou Saint-Avold een bezienswaardige plaats moeten zijn, maar eerlijk gezegd, valt dat best tegen. We brengen een bezoek aan de Eglise de St-Avold, die absoluut de moeite waard is om te bekijken. We zijn de enige in de kerk, misschien zegt dat al genoeg. Het kleine stadje heeft een klein centrum met horecagelegenheden en winkels. De schoonheid is echt beperkt en de architectuur over het algemeen niet wonder mooi.
Het meest bijzondere in Saint-Avold is de Amerikaanse begraafplaats uit de Tweede Wereldoorlog ten noorden van de stad. Met 10489 graven is het zelfs het grootste Amerikaans oorlogskerkhof van Europa. Bij binnenkomst op het terrein valt meteen op hoe enorm netjes het terrein wordt onderhouden. Er staat bijna geen grassprietje de verkeerde kant op. Vooraan het kerkhof staat een groot, rechthoekig en modern kapelmonument. Aan de wand hangen vijf beelden van personen die de eeuwige strijd voor vrijheid vertegenwoordigen. Koning David (1040 v. Chr. tot 970 v. Chr.), Emperor Constantine (306-337 n. Chr), koning Arthur en George Washington (1789-1797) geven kracht aan de jeugdige figuur in het midden. Aan de buitenzijde hangt aan de gevel een beeld van St. Nabor die de 444 militairen herdenkt die vermist zijn. De namen zijn op de twee lange muren links en rechts van het monument weergegeven. De 10489 oorlogsgraven hebben allen een eenzelfde en eenvoudig wit betonnen kruis, behalve als het een Joods slachtoffer is, zij hebben een Joodse ster. Op de kruizen staan de namen van de slachtoffers, de sterfdatum en de locatie waar de militair vandaan kwam. Het meest bijzondere aan de begraafplaats is de enorme nauwkeurigheid hoe de kruizen zijn opgesteld op de glooiende grasvelden. Zover als je kunt kijken staan de witte kruizen netjes uitgelijnd in groepen op het golvende terrein.
Bij het zien van dit kerkhof gaan er allerlei gedachtes door je heen. Het is met geen pen te beschrijven wat er in de Tweede Wereld is gebeurd. Wat mogen wij van geluk spreken dat we nu een ‘vreedzame’ omgeving en tijd leven. Ja, natuurlijk besef ik heel goed, dat er nu ook heel veel ellende is op de wereld, maar het staat niet in verhouding tot wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Dit is mijn bescheiden mening en zoals ik het zie.
Sarreguemines
Dit stadje met circa 23.000 inwoners is gelegen net onder de Duitse grens en je kan er prima met Duits terecht. Fransen die Duits spreken, prachtig. Sarrequemines is een bezienswaardig en historisch stadje. Het centrum is gezellig met veel winkels, cafés en restaurantjes, maar veel meer dan dat valt er eigenlijk niet te vertellen over de stad. Er zijn nog wat leuke musea zoals Musée de la Faïence (Museum voor Keramiek) en Le Moulin de la Blies – Musée des Techniques Faïencières (Museum voor Aardewerk technieken). De stad is leuk voor een middagje.