Vanwege onze relatie, die in mei begonnen is, zijn we dit jaar nog niet samen op vakantie geweest. Om deze reden besluiten we om samen een lang weekend weg te gaan. Het wordt Barcelona. Ik heb wat dingen voorbereid die we gaan bezichtigen.
Het hotel luistert naar de naam “Aparthotel Silver” en ligt in de “Carrer de Bretón de los Herreros”. Of het echt een “apart zilver hotel” is zullen we nog wel zien en de naam van de straat is natuurlijk geweldig. Wie bedenkt dat? Dat past toch nooit op een naambordje? Het hotel ligt buiten het centrum, maar met een metrostation in de buurt moet dat geen probleem zijn. Na het inchecken bij het hotel gaan we gelijk naar de stad met de metro. Bij Font Màgica de Montjuïc bekijken we de fonteinen die op een heuvel liggen. Hoog op de heuvel ligt het prachtige Museu d’art waar we langzaam naar toe lopen. Zoals zoveel wereldsteden ligt ook Barcelona op diverse heuvels. Vanuit hier heb je een prachtig uitzicht over de stad. Het begint te schemeren en als het donker is beginnen de watershows. Het water van de fonteinen wordt met vele kleuren verlicht. Muziek op de achtergrond brengt het waterballet tot een waar spektakel. Dit is romantisch, ook al is het ondertussen aardig kil aan het worden.
Na de watershow wandelen we richting de stad. In een lokaal restaurantje, waar haast geen toerristen komen, eten we tapas. We zullen nooit vergeten hoe de serveerster de wijn in de grote bolle glazen schonk. Zeg maar stop. Nee, we zeggen niets en kijken vol verwondering hoe vol de glazen worden gevuld. Ze blijft maar schenken tot een centimeter onder de rand. Op deze manier kunnen er drie glazen uit een fles…. We liggen in een deuk, want het kost geen drol. “Hoeveel heeft u gedronken meneer?” “Agent we hebben echt maar 1,5 glaasje wijn op!”
De volgende dag besluiten we helemaal naar het centrum te wandelen i.p.v. de metro te nemen. Het is 3 kilometer lopen en we hebben alle tijd. Onderweg lopen we langs Casa Milà van Gaudi. Dit gebouw heet in de volksmond La Pedrera (de steengroeve) vanwege de markante grijze gevel. Dit fantastische bouwwerk is gerenoveerd en opgepoetst door de nieuwe eigenaar. We weten niet dat je er naar binnen kunt en wandelen verder. Jammer, want het moet heel uniek zijn. In 1910, terwijl er aan het gebouw gewerkt werd, was het gebouw onderwerp van felle debatten tussen voor- en tegenstanders. Het gebouw is jarenlang in onbruik geweest, tot UNESCO het tot Werelderfgoed bestempelde. Het is een uitermate gek gebouw. Voor de ongeïnteresseerde is het een lelijk en onopvallend gebouw. Voor diegene die geïnteresseerd is in architectuur is dit om je vingers bij af te likken.
Gaudi was een bijzonder man. Een architect van wereldformaat, die zijn tijd ver vooruit was. In Barcelona zie je op tal van plaatsen details die Gaudi ontworpen heeft. Geliefd, maar ook vergruist en onbegrepen als hij ooit was is hij nu een symbool voor Barcelona.
De werken van de architect Antoni Gaudi (1852-1926) zijn opmerkelijke voorbeelden van vroege 20ste eeuwse architectuur. Zeven van zijn creaties in en om Barcelona getuigen van zijn uitzonderlijke bijdrage aan de ontwikkeling van de architectuur en de bouwtechniek van eind 19de en begin 20ste eeuw. De zeven gebouwen die deel uitmaken van het werelderfgoed zijn: Casa Vicens, Geboortefacade en de crypte van La Sagrada Familia, Casa Batlló, Casa Milà, Park Güell, Palacio Güell en crypte in Colonia Güell. Deze monumenten vertegenwoordigen een eclectische en erg persoonlijke stijl. Gaudi kreeg de vrije teugel bij het ontwerp van de tuinen, beeldhouwwerken, alle decoratieve kunsten en architectuur.
Veel toeristen hebben het vaak over La Rambla als ze over Barcelona praten. Eerlijk gezegd kan mij deze straat helemaal niet bekoren. Natuurlijk is deze straat bijzonder. Het is immers Barcelona’s drukste, levendigste, grootste en bekendste winkelboulevard die veel toeristen trekt, maar dat is nou net wat mij niet interesseert.
Ten noorden van La Rambla ligt de wijk Barri Gòtic. Dit is meer mijn dingetje. We lopen uren door de wijk met zijn vele smalle steegjes en pleintjes. Sommige steegjes zijn zo leeg en verlaten dat je soms bijna het gevoel krijgt in een onveilige buurt te zijn. De architectuur in deze oude stadswijk spreekt me echter bijzonder aan. Ik geniet van architectonische elementen en de details zoals: beelden, balkonnetjes, deurkloppers en raamluiken. In de wijk ligt ook de kathedraal die we uitgebreid bezoeken. Binnen in de kerk zien we enorme grote goud/gele kolommen. Gouden kapellen achter een hek laten zien dat de kerk ooit in een welvarende periode is gebouwd.
Op het kerkplein speelt een klassiek orkest met nette mannen in pakken, dat een bijzonder stijlvolle sfeer geeft.
We bezoeken het Picasso Museum. Picasso woonde maar enkele jaren in Barcelona voordat hij naar Parijs verhuisde. Het museum bezit een heel uitgebreide collectie van zijn vroeg werk, waaronder schetsen uit schoolboeken en een meesterlijk portret van zijn moeder, gemaakt toen hij 16 jaar was. Wat was die Picasso een vies mannetje zeg. We zien nogal wat schetsen met veel – ik zou bijna willen zeggen ordinair – bloot.
We lopen helemaal door naar Port Vell en Platja Barceloneta. De jachthaven ligt vol met luxe jachtboten. De stranden zijn in deze periode van het jaar leeg. Er is wel volop zon, maar het is toch iets te fris voor het strand. We lopen verder langs prachtige gebouwen zoals Passeig de Colom, het moderne Ronda del Litoral met zijn glazen spiegel gevels, Torre des Aigues en de Arc de Tromf.
De Temple Expiatori de la Sagrada Familia (boetetempel voor de heilige familie) staat vandaag op het programma. De kerk ligt in het hart van een doodgewone woonwijk. Als je kerk nadert zie je meteen dat het hier om een wel heel bijzondere kerk gaat. Antoni Gaudi was verantwoordelijk voor de bouwstijl. Wat een bijzondere kerk is dit. Het is met geen enkele andere kerk te vergelijken. Men is met de bouw van de neogotische tempel begonnen in 1882 onder leiding van de architect Francesc P. Villar. Gaudi nam het project over. Hij gebruikte Villars plannen wel als uitgangspunt, maar schaafde er enorm aan. De kathedraal werd Gaudi’s levenswerk. Ver voor zijn dood begreep hij dat hij de voltooiing zelf niet zou meemaken. De zeer religieuze en hartstochtelijke Gaudí woonde de laatste 27 jaar van zijn leven in een hutje op het bouwterrein. Toen hij in 1926 overleed aan de gevolgen van een aanrijding met een tram, waren alleen de crypte, apsis, een deel van de Christus-geboortegevel en één toren voltooid. Gaudí ligt begraven in de crypte. De verwachte oplevering is pas in 2026. Van buiten kenmerkt de kerk zich door de vele smalle torens. Alle gevels, torens, poorten, ramen zijn zeer rijk versierd met beeldhouwwerk ornamenten. Op heel veel plaatsen zijn beelden aangebracht. Toch zie je verschillende stijlen terug in de gevels. Meestal zijn de elementen sierlijk en rond van vorm, maar aan de zuidzijde van de kerk zie je juist strakke rechte elementen. Voor de wereldberoemde kerk staan buiten lange wachtrijen met bezoekers. Na betaling van 14,80 euro entreegeld schuifellen we langzaam met de stoet naar binnen. Daar vallen de enorme hoge, geribde, rechte, grijs-witte kolommen op. Bovenin de kolommen zitten een soort van ‘knotsen’ die als vertakking dienen naar meerdere kleinere kolommen die onder een hoek staan en vervolgens het dak ondersteunen. Door de gehele constructie lijkt het net of je door een bos loopt. De knotsen symboliseren daarbij de enten van een tak. Door de hoge glas-in-lood ramen komt het gekleurde licht naar binnen. Prachtig gewoon. In speciale hoekjes zien we bouwvakkers aan het werk die in de weer zijn met allerlei elementen. Voor je het weet ben je kerk al weer uit. In andere zalen onder de kerk zijn allerlei exposities opgesteld over de bouw van de kerk. We zien veel oude zwart-wit foto’s van de kerk van eerdere bouw perioden.
In Barcelona rijden stadstoerbussen (City sightseeing) die langs de mooiste plekjes van de stad rijden. Je kunt op veel plaatsen uitstappen en later weer instappen als je de bezienswaardigheid bekeken hebt. Het is al laat, waardoor we geen tijd hebben om uit te stappen. Ondertussen begint het ook al aardig fris te worden in de ‘dakloze’ bus. We rijden o.a. langs La Rambla, het Gaudi huis, Placa d’ Espanya, Palau National, Estadi Olimpica (Olympisch Stadion) en Passeig de Colom.
We gaan naar Park Güell. Het ligt bovenop een heuvel op 5 km van het centrum. Vanuit de heuvel hebben we een prachtig uitzicht over de stad. Het is nog altijd zonnig en het uitzicht is goed. Een paar hoge torens en de Sagrada Familia steken prominent boven de stad uit. Het is moeilijk uit te leggen wat nou Park Güell zo bijzonder maakt. Per slot van rekening is het gewoon een park met bomen, struiken en bloemen. Het is vooral de manier waarop het is ingericht. Op de pleintjes is het druk met mensen. Straatartiesten vermaken het publiek. Het park is ontworpen door Antoni Gaudi. Deze architect was onder andere bekend om zijn mozaïek werken. Dat zien we terug in meters lange banken in de vorm van een slang, die bekleed zijn met gebroken tegeltjes. Het zijn niet zomaar willekeurig geplakte tegeltjes. Over de vorm, kleur en patroon van de stukjes is goed nagedacht. De tegelpatronen waren Gaudi’s kenmerk. Hij was meester in het samenstellen van tegelmozaïeken.
Op het park staan twee huisjes, die zo in een sprookje thuis kunnen horen. Een aardewal opgebouwd met zandkleurige keien lijkt net een natuurlijke zandmuur waar zwaluwen holen in hebben gemaakt. Trapjes, bruggetjes en een draak opgebouwd met mozaïek tegeltjes zijn zomaar wat elementen die kunstzinnig ontworpen zijn. Het is geweldig om in het park te vertoeven. De rust, de schoonheid en de vormgeving maken het een uniek park, dat met geen enkel park te vergelijken is.
Hiermee eindigt onze reis door een prachtige stad. Weer een stad van ons lijstje afgestreept. Op naar de volgende.
Klik voor meer foto’s.