Brussel 2011

Brussel is zeer de moeite waard voor een meerdaags verblijf, want het heeft erg veel te bieden. De stad heeft een prachtig historisch centrum. Maar er is meer. In het noorden bevindt zich het Atomium, de Heizel en het Park van Laken, waar je je zeker een hele dag kunt vermaken. In het oosten van de stad bevindt zich het Jubelpark, waar je je eveneens een hele dag kunt vermaken. Als je dan ook nog eens een paar dagen in het centrum verblijft, ben je al snel 4-5 dagen onder de pannen. De stad heeft dus beduidend meer te bieden dan wij Nederlanders denken. De meeste (Nederlandse) toeristen zijn dagjesmensen die een rondje over de Grote Markt lopen, Manneke Pis bekijken en een winkelstraat bezoeken. Das toch jammer, want Brussel heeft echt veel meer te bieden, zoals hieronder zal blijken.

005 Jardin Du Mont des Arts

Centrum

We verblijven een lang weekend in het centrum van Brussel en hebben een kamer geboekt in het Mozart Hotel in de Rue du Marché aux Fromages (Straat van de Kazenmarkt). Het is een leuk maar eigenlijk ook een “raar en excentriek” hotel, want heel de inrichting van het hotel bestaat uit kleine bond gekleurde wandtegeltjes en meubels in Moorse stijl. Het is net of je in een Arabisch gebouw bent en je even in Marokko waant. Maar het oogt tegelijkertijd ook heel kitsch en over de top. De kamer is echter goed en we zitten slechts op 100 meter van de Grote Markt. Lekker centraal voor diverse wandelingen in de historische en Bourgondische stad. Brussel is relatief klein en bijna alles in het centrum is te voet te bereiken.
Binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelden het Frans en het Nederlands als officiële talen. De meeste inwoners spreken echter (alleen) Frans waardoor het voor de niet Frans sprekende toerist – zoals ik – soms lastig is. We weten allemaal dat die Walen het vaak verrekken om Nederlands te spreken met als gevolg dat je als Nederlander al snel in het Engels begint. Das toch raar!
Brussel is een heel oude stad met een rijk historisch verleden, waarvan de geschiedenis meer dan 1000 jaar terug gaat, maar de nederzetting bestond waarschijnlijk al 3-4 honderd jaar eerder. Tegen het einde van de 10e eeuw werd op een eiland in de Zenne een burcht gebouwd, wat uiteindelijk de ontwikkeling van Brussel vormde. Tegenwoordig ligt de rivier alleen nog maar aan de rand van het centrum, waardoor het centrum van de stad zelf niet echt waterrijk is. Je ziet er geen slootjes, grachten of haventjes.
Brussel is als hoofdstad eigenlijk maar een betrekkelijk kleine stad met slechts 170.000 inwoners dat voor een groot deel omsloten wordt door een ringweg. Samen met diverse randgemeentes zoals onder andere Anderlecht en Sint Gilles telt de gehele agglomeratie circa 1,2 miljoen mensen waardoor je uiteindelijk niet echt het gevoel hebt in een kleine stad te rijden.
Brussel is niet zomaar een hoofdstad. Het is het bestuurlijk centrum van de Europese Unie en wordt daarom als de hoofdstad van Europa beschouwd. Daarnaast huisvest de stad ook het hoofdkwartier van de NAVO en het secretariaat van de Benelux. De stad is na Londen en Parijs de belangrijkste zakenstad van Europa. Zo, genoeg over saaie zakelijk feiten. We gaan iets leuks doen. Zal ik met Manneke Pis beginnen? Wat een klein beeldje is dat zeg! Verwonderlijk dat er zo’n grote straal uitkomt! Het beeldje staat in de Rue de l’Etuve (Stoofstraat) op 240 meter afstand van de Grote Markt. Niemand weet eigenlijk wie het beeld precies moet voorstellen, maar ondertussen is het wel wereldbekend en trekt het veel toeristen. Wist je dat er ook een Janneke Pis is? Dit plassend meisje staat in de Impasse de la Fidelité. Dit is een doodlopend straatje dat ongeveer gespiegeld ligt ten opzichte van de Grote Markt. Het is veel minder bekend. Het is een zogenaamd pendant beeldje en dat betekent dat het de tegenhanger is van Manneke Pis. Het meiske zit achter tralies. Bang dat ze het weghalen zeker, en thuis in de tuin zetten.
Bourgondische is de stad ook zeker. In het centrum zijn veel gezellige restaurantjes en cafeetjes te vinden. De Belgen houden wel van een lekker pintje. Brussel heeft zoals veel andere Belgische steden een levendig uitgaansleven. Veel uitgaansgelegenheden liggen verspreid over de stad, maar in het centrum is vooral het gebied rond de Beurs en het Sint-Goriksplein bekend als uitgaansbuurt. Belangrijke zalen zijn de Ancienne Belgique, de Munt, de Beursschouwburg en de KVS. Sinds 2005 heeft Brussel ook een casino.
Tijdens de Negenjarige Oorlog tussen het Frankrijk van Lodewijk XIV en de Liga van Augsburg werd Brussel in augustus 1695 met kanonnen en mortieren beschoten. Na de beschieting stonden enkel nog de muren en de toren van het stadhuis en het Broodhuis overeind. Rondom de markt werden in de jaren daarna prachtige gildehuizen heropgebouwd in een Vlaams-Italiaanse stijl. Hierdoor zijn bijna alle gebouwen rond het plein opgetrokken in dezelfde stijl van die tijd. Velen beschouwen het als één van de mooiste markten van Europa; aan alle vier de zijden is de bebouwing fraai behouden. Sinds 1998 staat heel de Grote Markt op de Unesco Werelderfgoedlijst. Tegenwoordig zijn er alleen nog maar cafés met terrassen, restaurants en hotels op de Grote Markt. De mooiste gebouwen zijn het stadhuis (Hôtel de Ville) en het Broodhuis. Het stadhuis in flamboyante gotiek uit 1450 is een architectonisch juweeltje. De klokkentoren van 96 meter is bekroond met een verguld standbeeld van de aartsengel Michaël die een draak velt, maar dan moet je wel heel erg omhoog kijken om het te zien. Bij de beschietingen en brandstichtingen in 1695 werd het stadhuis ernstig beschadigd door Franse troepen. Bij de herstellingswerken werd het stadhuis uitgebreid met drie nieuwe vleugels op de plaats van de afgebrande lakenhal. In 1841 werd het stadhuis gerestaureerd waarbij de klemtoon werd gelegd op het verfraaien van de gevel en de aanpassing van de Leeuwentrap. Het belangrijkste was de toevoeging van tientallen beelden, die in de nissen werden geplaatst van de gevel. De afgebeelde figuren zijn belangrijke personen uit de geschiedenis van België en symboliseren onder andere: vrede, kunst, handel en macht. De keuze voor deze personen en onderwerpen valt te verklaren vanuit de politiek die België in de 19e eeuw aannam om zijn bestaansrecht te legitimeren en een identiteit te geven aan België via monumentenzorg en bouwkunde. Het met leien beklede spits dak is al even opmerkelijk met zijn tientallen kleine dakkapelletjes. Op de begane grond van het drie verdieping tellende stadshuis bevindt zich een galerij.
Recht tegenover het stadhuis staat het Broodhuis. Aan het einde van de jaren zestig van de 19e eeuw werd het voormalige Broodhuis op de Grote Markt gesloopt en herbouwd in neogotiek. De herbouw van het gebouw werd toevertrouwd aan de stadsarchitect Pierre-Victor Jamaer, die een waarheidsgetrouwe reconstructie van het 16e-eeuwse gebouw uitvoerde. De werken vingen aan in 1873 en duurden twintig jaar. Vanaf 1887 werd er een stadsmuseum ingericht. In het belfort (de toren) van het Broodhuis hing aanvankelijk een vier octaven beiaard met 49 klokken. Het plan om de beiaard te verplaatsen naar het stadhuis werd niet uitgevoerd, omdat veel klokken vals klonken. De beiaard werd in 1898 uiteindelijk weggehaald en het belfort van het Broodhuis staat sindsdien leeg. Het drie verdieping tellende gebouw heeft een fraai gedecoreerde gevel met onder andere vier bronzen beelden. Tegenwoordig is in het gebouw het Museum van de Stad Brussel gevestigd met een waardevolle collectie van onder meer schilderijen, retabels (wand van schilder- of beeldhouwwerk tegen de muur of boven een altaar), wandtapijten, beeldhouwwerken, zilverwerk, aardewerk en porselein, dat een veelzijdig beeld geeft van de geschiedenis van Brussel. In 1936 werd het Broodhuis als eerste burgerlijk gebouw in België beschermd en in 1998 werd het opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de Unesco.
Brussel is rijk aan winkelstraten. Bekende winkelstraten zijn de Nieuwstraat en de Louizalaan. Zeker een bezoek waard zijn de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen en de Dansaertstraat.

007 Cour d'Artitrage
Brussel kent een groot aantal bijzondere gebouwen die ontworpen zijn door architect Victor Horta, die als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de art nouveau wordt gezien. De woning aan de Paul-Emile Jansonstraat nr.6 voor ULB-professor Emile Tassel uit 1893, nu het Hotel Tassel (Unesco), markeerde de aanvang van een nieuwe stijl binnen de art nouveau. Deze stijl was niet alleen vernieuwend in het gebruik van typische decoratievormen (de “spaghettistijl” of “zweepslagmotieven” van de art nouveau), maar ook door een experimentele indeling van de interieurs. Door het gebruik van niveauverschillen, bijzondere raampartijen, serres, trappenhuizen en glazen lichtkoepels bracht hij op alle verdiepingen en in alle kamers licht naar binnen en creëerde hij een ruimtegevoel dat voor burgerwoningen uit die tijd ongekend was. Een aantal van Horta’s gebouwen zijn helaas verdwenen door afbraak of brand. Toegankelijk voor publiek zijn het Paleis voor Schone Kunsten (BOZAR) (1928) in de Ravensteinstraat, het Belgisch Centrum voor het Beeldverhaal in de Zandstraat 20, het Autrique-huis, Haachtsesteenweg 266 Schaarbeek en het Hortamuseum – zijn eigen voormalige woning en atelier – in de Amerikaansestraat 25, Sint-Gillis. Een viertal van zijn burgerwoningen in Brussel staan op de lijst van het Unesco Werelderfgoed, onder andere zijn eigen woning en atelier. Op circa 20 plaatsen in Brussel is nog altijd zijn werk te bewonderen zoals: het Charliermuseum, Kunstlaan 16, Sint-Joost-ten-Node, Huis van advocaat M. Frison, Lebeaustraat 37, Hotel Solvay (Unesco), Louizalaan 224, Hotel van Eetvelde (Unesco), Palmerstonlaan 2/6, huis en atelier van Pieter-Jan Braecke, Troonafstandstraat 31, Hôtel Max Hallet, Louizalaan 346, Juwelierszaak Wolfers, Arenbergstraat 11-13, Warenhuis Absalon, Sint-Kristoffelstraat 41 en het Centraal Station.
De Marollen is een volkswijk in het zuiden van het centrum waar de bekende Brusselse vlooienmarkt plaatsvindt. De wijk wordt beheerst door het imposante Paleis van Justitie aan de Place Poelaert. Van alle bouwwerken die in de 19e eeuw over heel de wereld werden gemaakt, was dit het grootste. Het is 105 meter hoog, heeft een afmeting van 160×150 meter met 8 binnenplaatsen, 27 grote rechtszalen en 145 kleinere kamers. Het gebouw lijkt nog grootser doordat het op een heuvel staat boven een gebied dat vroeger bekend stond als het galgenveld, de plek waar criminelen werden geëxecuteerd. In 1860 werd een wedstrijd uitgeschreven voor het gebouw. Toen er geen duidelijke winnaar uit de bus kwam, gaf koning Leopold II in 1861 de opdracht aan de relatief onbekende architect Joseph Poelaert. De eclectische en grootse stijl van het gebouw is kenmerkend voor het pompeuze samenraapsel van invloeden dat veel publieke Europese gebouwen aan het eind van de 19e eeuw gemeen hadden. Het gebouw is afwisselend en verwarrend en is bestempeld als Assyrisch, Byzantijns, Romeins en neogotisch. Het project leek van het begin af aan gedoemd te mislukken. Er waren zoveel vertragingen dat Poelaert, die naar verluidt krankzinnig werd door het project, de voltooiing niet eens meer heeft mee gemaakt. Toen het gebouw eindelijk werd voltooid in 1883, was het oorspronkelijke budget zes keer overschreden. Ook ontstond er veel beroering toen voor het bouwrijp maken van de locatie een deel van de arme wijk Marolles moest worden afgebroken, wat veel kwaad bloed zette bij de inwoners. Een café dat later in de omgeving werd geopend heette de “Scheve Architect”. Het Paleis van Justitie was een van Adolf Hitlers favoriete gebouwen en in september 1944 kregen de terugtrekkende Duitse soldaten de opdracht het gebouw plat te branden. Ze lieten alleen de koepel instorten, die na de oorlog hoger dan voorheen werd herbouwd. Het exorbitant grote gebouw is ook van binnen prachtig om te bewonderen. Dat kan alleen op maandag t/m vrijdag vanwege zijn functie.
De Hallepoort is een voormalige stadspoort in het zuidelijkste puntje van de wijk Marollen. De poort staat aan de binnenring aan het einde van de Rue Haute (Hoogstraat) en het begin van de Chaussée de Waterloo (Waterloosesteenweg). Het werd gebouwd in 1381 en is de enige Brusselse stadspoort die bewaard is gebleven. In de 18e eeuw werd de stadsomwalling afgebroken en werd enkel de Hallepoort bewaard. In 1847 werd er het Musée Royal d’Armures, d’Antiquités et d’Ethnologie (Koninklijk museum voor wapens, oudheid en volkenkunde) gevestigd. In 1889 was de collectie van het museum dusdanig gegroeid dat er in de Hallepoort alleen ruimte voor de wapenverzameling overbleef. De overige collecties vonden onderdak in het Jubelparkmuseum. Toen de Hallepoort in 1976 wegens restauratie- en renovatiewerken werd gesloten werden ook de wapens en de wapenrustingen in het Jubelpark ondergebracht, ditmaal in het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis. Op 6 juli 2008 werd het museum heropend na een nieuwe serie renovatiewerkzaamheden.

009 Grote Markt Stadhuis- Hotel
Een ander bijzonder paleis is het Stocletpaleis uit 1911 in de Tervurenlaan dat op de Unesco Werelderfgoedlijst staat. De naam- en opdrachtgever van de villa was de zakenman Adolphe Stoclet. Het gebouw wordt beschouwd als het sluitstuk van de jugendstil. Met zijn geometrische vormen, die contrasteren met de art nouveau die uit Brussel zélf was voortgekomen, loopt het Stocletpaleis van de Weense kunstenaars vooruit op de art deco en het kubisme, stromingen die pas later gemeengoed zouden worden. Een opvallend element aan de met marmer beklede buitenzijde is de beeldengroep op de toren. De villa is tot op heden privébezit en niet voor het publiek toegankelijk. Sinds 2002 wordt het niet meer bewoond. Het gebouw bezit nog steeds het originele weelderige interieur, dat uit edelstenen, overvloedig fineerwerk en emaille voorwerpen bestaat. Zowel het gebouw, het landschap en het interieur zijn beschermd.

Atomium, Heizel en het Park van Laken

Het Atomium en de Heizel bevinden zich in het noorden van Brussel op circa 8 kilometer van het centrum. Het reusachtige Atomium is een wereldbekend monument dat een stalen model van een molecuul voorstelt dat 165 miljard maal is vergroot. Het Atomium heeft 9 grote bollen van elk 18 meter in doorsnede die met buizen met elkaar verbonden zijn. Het werd gebouwd ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling in 1958 en het is 102 meter hoog. Binnen in het Atonium bevindt zich een interessante expositie over atoomfysica, ruimtevaart, astronomie en meteorologie. In de bovenste bol is een restaurant waar je een mooi uitzicht hebt over de stad.
De Heizel: de wereldtentoonstelling van 1958 vond hier plaats. Hier vindt men verder het ontspanningsoord Bruparck (bioscoopcomplex Kinepolis, subtropisch zwemparadijs Oceade, het park Mini-Europa, restaurants), het Koning Boudewijnstadion, een planetarium en de Brussels Expo (tentoonstellingsruimte).
Vlakbij het Atomium ligt het park van Laken. Hier bevindt zich het domein met het Paleis van Laken (residentie van de Belgische vorsten), de koninklijke serres, de Japanse toren, het Chinees paviljoen en het Leopold I Monument.

Jubelpark

Het Jubelpark bevindt zich op 3 km afstand van de Grote Markt in het oosten van Brussel. Het Jubelpark is aangelegd ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid. Het park huisvest een grote moskee, een triomfboog en diverse musea. Het opvallendste bouwwerk in het park is de triomfboog, die in 1905 werd voltooid. Hij bestaat uit drie gelijke bogen met boven de middelste boog een bronzen beeld, dat Brabant op een strijdwagen, voortgetrokken door vier paarden voorstelt. Aan de voet van de triomfboog vindt men aan weerszijden in totaal acht beelden die de overige provincies verbeelden. (België had in totaal 9 provincies toen de triomfboog gebouwd werd.) In de zuilengalerij zijn aan weerszijden van de boog het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, Autoworld en het Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis gehuisvest.

Slot

En overtuigd dat Brussel een geweldige stad is? We moeten er gewoon meer naar toe gaan.

Klik voor meer foto’s.

Advertentie