Langres 2003

LEVEN ALS GOD IN FRANKRIJK

Brabant-Turnhout-Geel-Diest-Tienen-Namen-Dinant-Givet-Beauraing-Bouillon-Sedan-Verdun-Neufchâteau-Montigny-le-Roi-Langres ofwel de Maasroute en vise versa. Nu het verhaal.

We vonden dat we maar eens een lang weekend weg moesten op de fiets. Vrijdag 23 mei 2003 was het zo ver. Met een lange periode van regen achter de rug, scheen het komende weekend nog niet veel goeds te bieden. Maar we hadden beide het idee dat het in Frankrijk altijd mooier weer is dan in Nederland. Bovendien moest statistisch gezien de regen ooit ophouden. Vrijdagmorgen was het inderdaad nog erg grijs in de lucht. Dra vielen de eerste regendruppels, zij het in lichte mate. Toch maar het regenpak aangetrokken. Het voordeel van een regenpak aantrekken is, dat het daarna droog blijft.

Met een schone onderbroek, tanden borstel, een krediet kaart, 18 liter benzine (voor onder weg) en niet te vergeten een goed humeur vertrokken we rond acht uur naar het zuiden. Onderweg schoten er allerlei liedjes met hetzelfde thema, namelijk regen, door mijn hoofd die ik in gedachte zong: raindrops keep falling on my head, it’s raining man…. Je ziet, ik kwam al in de stemming!

04 Langres

Mister Fatboy had een hotel gereserveerd in het Franse plaatsje Langres. Dat wil zeggen niet het hele hotel maar een paar kamers. Hij was al een aantal malen via bovenstaande route naar Langres gereden en kende de route ondertussen van buiten. Het klinkt bijna ongelooflijk maar als je deze plaatsnamen kan onthouden, kun je zonder landkaart het plaatsje Langres bereiken. Op een paar lastige punten na, is het een kwestie van de borden volgen of alsmaar rechtdoor aanhouden. Te bedenken dat dit alleen maar binnendoor wegen zijn over een afstand van circa 550 kilometer. Houd er wel rekening mee als je terug rijdt sommige Belgische steden een Franstalige benaming hebben. Rare Belgen…

De eerste stop maakten we in Namen. Tot zover weinig spannend. Behalve af en toe wat motregen had de regen inderdaad niet doorgezet. Sterker nog, de lucht was geheel opengetrokken, dus regenpak maar uitgetrokken. Na een bakkie koffie reden we verder richting Dinant. De weg tussen Namen en Dinant loopt voornamelijk langs de Maas of zoals de Fransen zeggen Meuse. Al slingerend loopt de weg pal naast het water. Goed uitkijken in de bochten, want als je eenmaal tegen de vangrail rijdt, word je prompt in de Maas getorpedeerd. En die goggle is echt nie waterdicht. Opvallend was dat er haast niemand op deze weg reed. Terwijl dit een ongelooflijk mooie weg is met prachtige bergkammen. Een schitterende weg voor motorrijders. Na een klein uitstapje bij Givet staken we bij Bouillon definitief de Franse grens over. Vive la France. Het landschap veranderde. Bijna geen grote plaatsen meer tot de eindbestemming, alleen maar heuvelachtige landschappen, zij het met beperkte hoogte.

Opnieuw schoten er allerlei liedjes door mijn hoofd, nu echter allemaal Franse chansons: J`aime la vie enzo. Je ziet, ik had er echt zin in.

06 Langres

Onderweg doorkruisden we tal van kleine dorpjes. De huizen in deze dorpjes veelal in lintbebouwing staan vaak pas naast de weg. Diverse dorpjes zijn echt een plaatje, typisch Frans. Het opvallende was echter wel dat het haast overal uitgestorven leek. Bijna geen leven in de dorpjes te bekennen. Geen fietsen, geen spellende kinderen, geen mensen op de straat, alleen af en toe een auto. Ne pas du enfant en ne pas du automobile. Ons hemelse gebulder moet ongetwijfeld goed te horen zijn in de huizen zo vlak langs de weg. De wegen slingeren zich zowel horizontaal als vertikaal door het landschap. Als je tegen de heuvels oprijdt is het zicht na het hoogste punt nul-komma-nul. Maar als er geen bord met een bochtaanduiding op de helling staat, kan je er vanuit gaan dan de weg na de top nog steeds rechtdoor gaat, zij het naar beneden en dus eigenlijk met de cruisesnelheid over de top kan vliegen. Dit geeft telkens weer een lekkere adrenalinestoot. De cruisesnelheid is hoog. Ondanks dat het binnendoor wegen waren, reden we gemiddeld tussen 100 en 120 kilometer per uur. Avec un grande vitesse. Alleen in scherpe bochten gaat het gas er even af. Nergens politie, nergens snelheidscamera’s, alleen maar uitgestorven wegen met af te toe een auto. Dit alles maakt het mogelijk om lekker door te gassen. De lokale bevolking doet dat overigens zelf ook. Soms zit er een auto op je hielen, die het allemaal nog niet hard genoeg vindt. Even voorbij laten en weer lekker door tuffen.

Toen we al een eindje in Frankrijk waren, konden we inderdaad concluderen dat in het zuiden het steeds warmer werd. Tegen het einde van de middag was het wel rond de 28 graden. Met een stralende zon was het dus echt genieten van onze reis. Met het toenemen van de temperatuur kregen we echter steeds meer met insecten te maken die juist de andere kant opvlogen naar het koele Nederland. Rare Fransen insecten…. Tegen het einde van de reis zaten we dan ook letterlijk helemaal onder de geplette insecten. Ondanks de stralende zon kreeg ik desondanks regelmatig het gevoel, dat er soms een regendruppeltje op m’n lippen viel. Bij nader inzien moet dat het vocht zijn geweest van de uiteengespatte ingewanden van de insecten. Smakelijk eten…..

In één van de kleine plaatsen waar we doorheen reden stonden plots meer dan tien gendarmes op de weg en geboden ons tot stoppen op het naast gelegen plein. Shiiiiiit!!! Scheise!!! Poep!!! Het Franse woord schoot me even niet te binnen. Met enige spanning, met name voor het geluid van onze fietsen, volgden we de aanwijzingen op, benieuwd wat ons te wachten stond. Op hetzelfde plein stonden opvallend genoeg tien tot vijftien racemotoren allen met een Nederlands kenteken. Het leek dus wel een controle voor motoren. Spoedig kwam er een gendarme naar me toe met een vreemd plastic zakje in zijn hand. Het bleek een grootscheepse alcoholcontrole te zijn en dat in het midden van de dag. Rare Fransen…. Uiteraard hadden we geen druppel gedronken (toen nog niet). Enigszins opgelucht bleek het dus niet om de motoren te gaan. De gendarme had snel in de gaten dat ik geen Fransman was (gek hè) en begon vervolgens heel aardig in het Engels uit te leggen hoe het blaaspijpje(zakje) werkte. Daarna mochten wij en die Japanse racers onze reis vervolgen. We startten onze motoren. Diverse racers lieten even de naald in het rode gebied van de toerenteller belandden. Met het hemelse gebulder van onze fietsen erbij was het dus een mooi spektakel. Opgelucht, flink doortrekkend en zwaaiend naar de gendarmes vervolgden we onze reis. La vie est tres belle.

13 Langres

Later begreep ik eigenlijk pas waarom er een alcoholcontrole in het midden van de dag was. Die Fransen eten hun stopbroodje kaas in de middag onder het genot van een paar glazen wijn. Die rare Fransen zijn nog niet zo dom…. Du vin, du pain en du Paturain. Zouden wij ook moeten doen. Nu begrijp ik ook waarom al die huizen daar zo scheef staan. Die metselaars en timmermannen zijn in de ochtend nog wel nuchter, maar in de middag kunnen ze hun schietlood niet meer recht houden……!!

Rond een uur of zes kwamen we bij onze eindbestemming aan. Als je Langres niet kent, weet je niet wat je overkomt. Dit stadje was toch wel heel afwijkend ten opzichte van de plaatsjes waar we onderweg doorheen waren gereden. Langres licht boven op de top van een berg en is geheel omringd door kolossale vestingswerken waarvan de oudste delen al 2000 jaar oud zijn. De inwoners van Langres leven je dus eigenlijk in een monument.

We reden meteen door naar ons hotel en checkten in. Een klein hotel waar iedereen meerdere functies heeft. De receptioniste is tegelijkertijd ook telefoniste, serveerster, afwashulp, schoonmaakster en kamermeisje. Comment ca va mon cherie? We kregen het gevoel dat er verder geen gasten in het hotel waren, want we kregen kamernummer 1 en 2. Hadden die rare Fransen dan toch het hele hotel voor ons gereserveerd??? Het was net of we in Fawlty Towers zaten met z’n smalle gangetjes en trapjes. John Cleese was blijkbaar even boodschappen doen, want die zag ik niet. Het hotel had een eigen parkeergarage, maar omdat de receptioniste alleen was in het hotel, buiten Manuel die in de keuken al het eten aan het voorbereiden was, kon ze ons de weg niet voorgaan. Dus besloten we de fietsen zolang buiten te laten staan, het meisje links te laten liggen en eerst wat te gaan drinken, BIERTJEUH…. om vervolgens na zeven uur als er meer personeel was de fietsen binnen te zetten. Deux bière s`il vous plaît. Het hotel lag echter aan een éénrichtingsweg. We hadden de keuze; ca. 30 meter tegen het verkeer in (er reed niemand!) of een eindje om. We kozen voor een eindje om. Dit eindje bleek toen echter een flink stuk te zijn. Minstens een halve kilometer reden we zonder mutsen (want die lagen al op onze kamers, bovendien heb ik van nature al een helm op), met te veel hemelse gebulder, met alcohol achter onze kiezen door de straatjes om vervolgens toch nog een stukje tegen het verkeer in te rijden. Vier overtredingen in één keer. Vive les gendarmes….

Daarna hebben we een wandeling gemaakt door de vestigingsstad. De promenade langs de vestiging geeft werkelijk een formidabel uitzicht over de omgeving en over de huizen binnen de vestigingsmuren. In de muren bevinden zich in totaal 7 poorten en 12 torens welke in verschillende eeuwen zijn gebouwd. Deze eeuwenoude stad uit de Gallo-Romaanse tijd vond zijn ondergang vanwege de vele invasies. In de Middeleeuwen kwam de welvaart terug. Vele gebouwen uit deze Renaissance tijd zijn er nog steeds. Voor liefhebbers van oudheid is dit een paradijs, voor andere is het ouwe zooi…. Wij genoten echter van deze unieke locatie. Jammer alleen dat ze alle straatjes zelfs de promenade met asfalt hebben geplaveid. Rare Fransen…..

Daarna werd het tijd voor het diner. We besloten in het hotel te eten. Eerst een Kir vooraf. Daarna een gerecht kiezen uit een menukaart met alleen maar Franse gerechten. Er stond niet eens zuurkool met worst op. Rare Fransen. Samen slaagden we er in de kaart voor de helft te vertalen. Dus we hebben maar een beetje gegokt. Het eten was heerlijk. Een kan slobberwijn er bij en genieten maar. Tijdens het diner zat ik wat in de tocht, dus zei ik tegen één van de lieve serveerstertjes: “Je t’adore”. “Pardon monsieur?” I said: “shut the door……!!!!!!” Na het diner had ik ineens enorm veel trek in Franse cognac (hoe zou het komen?). De avond was nog (te) jong en onze drost was na het bier, de kir, de wijn en de cognac nog altijd niet gelest. Van motorrijden word je heeeeeeel dorstig. We besloten de plaatselijke kroegen maar eens te gaan inspecteren, niet op brandveiligheid maar op gezelligheid. We streken neer in de Ierse pub (in Frankrijk, rare Fransen) waar we vervolgens onze spijsvertering lieten versnellen door het toedienen van extra alcohol!!!

De volgende morgen bleek tijdens het ontbijt, dat er nóg een Nederland stel in het hotel aanwezig was. Het Franse ontbijtje genuttigd bestaande uit een broodje met jam, thee en verse jus. Perfect om je darmen weer tot rust te brengen. Du jus d’orange, du thé, du pain et du marmalade.

10 Langres

Daarna zijn we op de motor gestapt en hebben we de laatste alcoholrestjes uit onze poriën laten verdampen. Opnieuw viel op, hoe rustig het was. Ne pas du Deux Chevaux, Traction Avant en du Peugeot. We genoten van de plaatselijke binnenwegen. Wat opviel was dat zelfs op de kleinste binnenwegen de kruispunten voorzien zijn van plaatsbordjes. Niet alleen plaatsbordjes, letterlijk alles geven ze aan met naambordjes zoals bijvoorbeeld de namen van de boerderijen. Rare Fransen. Het plaatsje “Toutes Directions” moet wel een hele grote stad zijn, want het wordt echt overal aangegeven. We hebben het echter alleen niet gevonden!!!

De hele dag hebben we maar een beetje rustig rondgetuft in de omgeving van Langres. Overal zijn de wegen goed, want die Fransen plaveien echt alles. Het weer was lekker. ‘s-Avonds zijn we uiteten geweest in een klein restaurantje. Opvallend detail is dat die Fransen totaal niet weten hoe ze een restaurant of café gezellig moeten inrichten. In het plafond zie je saaie Tl-armaturen en op de vloer liggen tegels. Rare Fransen. We hebben die avond maar niet zoveel gedronken, want er stond ons weer een lange terugreis voor de boeg. En als je daarin geïnteresseerd bent moet je, moet je het gedeelte van de eerste dag even achterstevoren lezen. Nee, alle gekheid op een (Frans) stok(brood)je. Het grote verschil met de dag ervoor was dat nu ineens twaalf graden kouder was. En dat was koud, zo koud zelfs dat ik nu twee kleine deukjes in de tank heb van het knikken van m’n knieën. De hele dag was het licht tot zwaar bevolkt, maar uiteindelijk is het de hele dag droog gebleven. Toen we in noord Frankrijk waren kwamen we voor het eerst opvallend genoeg een andere Harley tegen. Eenmaal weer boven Namen had ik het eigenlijk wel gezien. De laatste loodjes wogen zwaar.

Kortom het was een fantastisch weekend. Frankrijk is een mooi land, zeker voor motorrijders. Even weg van alle stress. Alles rustig aan. Cultuur snuiven, zoals wij dat zeggen. Genieten van de Franse wijnen en kazen. We leefden even als God in Frankrijk. La vie avec un Harley dans la France est tres belle. Alleen die rare Fransen hè! Maar ja, zonder Fransen zou Frankrijk niet zijn zoals Frankrijk nu is. Mooi volk die Fransen…. Au revoir.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.