Zo daar gaan we dan, op naar Portugal. We hebben er allebei enorm veel zin. Veel hebben we er aan gedacht de laatste tijd. Het voelt goed om terug te gaan naar de plaats waar we negen maanden geleden hebben meegeholpen om de blokhut op te bouwen. We hebben de blokhut nooit helemaal af gezien en zijn dus stik benieuwd hoe de hut er nu uitziet. Tuurlijk zijn we ook erg nieuwsgierig naar het ‘echte’ huis. Negen maanden geleden was de aannemer nog bezig met het grondwerk. In die tijd is er veel werk verricht. Dat hebben we tenminste vernomen van foto’s die M&M hebben gemaakt in de diverse malen dat ze nadien in Portugal zijn geweest. Naast de bouwprojecten zijn we ook nog erg nieuwsgierig naar de omgeving. We zijn er nu in het voorjaar, de tijd dat het volgens Marcel allemaal nog erg rustig en groen moet zijn. Normaal gesproken houd ik er niet van om twee keer naar dezelfde plaats op vakantie te gaan. Maar nu voelt het toch allemaal heel anders. We leven enorm mee met M&M over de opbouw van hun huis. Het huis dat misschien wel permanent bewoond gaat worden door die twee dappere avonturiers. Voor ons is het dan ook een bijzonder gevoel dat erg goede vrienden mogelijk in het buitenland gaan wonen. Ik kan het ook anders uitleggen; we verwachten – en hopen natuurlijk ook – nog vaak in Portugal te (mogen) komen. Toch wel handig zo, dat ze meteen een extra zomerhuisje hebben gebouwd!
Maar er is meer. We gaan niet zomaar naar Portugal. 16 mei hebben Marion en ik drie jaar een relatie met elkaar. En kort daarop ben ik natuurlijk jarig, 20 mei om precies te zijn. Ik vond het redenen genoeg om van deze heugelijke feiten iets bijzonders te maken. Portugal kwam daarbij snel in mij op. We doen regelmatig bijzondere dingen in onze relatie en als er iets te vieren valt, zijn wij van de partij. Een leuk leven moet je zelf maken. We vieren het dus niet op één dag maar eigenlijk een hele week!
Ons vliegtuig vertrekt pas om 10:30 uur vanaf Eindhoven. We hoeven dus niet midden in de nacht op te staan, heerlijk. We doen dan ook alles op ons gemak. De koffers zijn op tijd gepakt. Op een rustige weg vertrekken we naar Eindhoven. Effe inchecken, wachten en hupsakee de lucht in. Tweeënhalf uur later strijken we in Porto neer. Het vliegveld ligt zowat in de volle bebouwing van de stad. Zelfs voor mij – diegene die geen vliegangst heeft – voelt het vreemd om zo laag over de huizen te scheren. Als hier iets fout gaat, gaat het ook echt goed fout, maar dat laat ik Marion niet blijken.
We halen de huurauto op bij Hertz. Een Mazda 2 is de huurauto en is net een maatje groter dan we besteld hebben. De auto rijdt heerlijk en de Garmin loodst ons weliswaar met ‘kuren’ over de snelweg naar Cidade.
Onderweg beleven we nog een schitterend schouwspel van de natuur. Over een afstand van ca. 1 kilometer komen we tientallen ooievaars nesten tegen die op de stellages van de verkeersborden zijn gemaakt. Op één stellage zitten soms wel vier nesten en in ieder nest zitten wel drie of vier grote ooievaars. Die grote ooievaars moeten kuikens zijn die ca half juli hun imposant grote nest op ca. 4,5 meter hoogte boven de snelweg zullen verlaten. Het duurt twee maanden voordat ze kunnen vliegen. Het is prachtig om te zien hoe natuur en menselijke cultivering zich verenigd hebben.
We hobbelen voort en ik ben verbaasd dat de snelweg haast voor ons alleen is. De snelweg is met Europees geld aangelegd, maar er rijdt haast niemand op de strakke driebaanswegen. Is het soms door de siësta? Door de hoogte van de tol die dit arme land niet kan betalen? Ondanks de armoede ligt alles er picobello bij. De snelweg slingert constant door heuvelachtig landschap en lijkt op een enorme racebaan. Het liefst zou ik hier 200 km/uur willen rijden. Zo heerlijk voelen de wegen zich aan.
We naderen Sao Martinho do Porto en gaan van de snelweg af via het tolpoortje. Eenmaal voor het onbemande tolhuisje vraagt het apparaat om het ticket. Heu…? We hebben helemaal geen ticket! Hoe kan dat nou? We hebben het eerste tolhuisje gemist waar de tickets worden afgegeven. Rara, we snappen er niets van. Ik besluit over de derde rijstrook om het tolhuisje heen te rijden, waar geen slagbomen staan maar wel gemeen kijkende camera’s! Ons nummerbord wordt vast genoteerd. Volgens Marion zijn we nu voortvluchtig en loert iedere politieagent op ons. Ik ben nuchter en zeg, we zien wel hoe het afloopt.
In het stadje Martinho pakken we eerst een terrasje. Het is echt veel drukker dan Marcel me voorgespiegeld had, althans in de middag. Terrasjes zitten vol en op het strand liggen volop badgasten.
Wij laten alles over ons heen komen en genieten van het deja vu. Het weer is stikheet en we hebben een echt vakantie gevoel. Na de boodschappen voor het ontbijt voor morgen rijden we naar de blokhut. Ik ken hier de wegen al een beetje dus dat schiet lekker op. Eenmaal in het huis zijn we enorm overdonderd door de blokhut en de presentjes die we zien liggen. De blokhut ziet er echt gaaf uit nu het helemaal is ingericht. Het oogt allemaal knus en het biedt alles dat je maar wensen kan. Ik zie een leuk keukenblokje, flessen wijn, whisky, meubilair en een complete keukeninrichting. Aan de wand o.a. foto’s van de overdracht van het perceel, de opbouw van de hut en de ‘grondleggers’ er van. Aan het plafond hangt een vliegenstroopstrip net als bij mijn oma vroeger. Boven de ‘terrasdeur’ is net als in Terheijden een plank bevestigd die vol staat met drank en een Harley-Davidson. Op de grond liggen twee paar slofjes voor de ‘nieuwe’ gasten. Op tafel staan een fles Portugese kersenlikeur Ginja D’Obidos en chocolaatjes. Wat een welkom zeg. We vinden dit super.
In de nieuwbouw treffen we Emanuel met zijn bouwvakkers. Tegelzetters zijn het zwembad aan het betegelen en wij krijgen een rondleiding door de ruwbouw. Het ziet er allemaal bijzonder imposant uit. Het huis lijkt enorm groot en staat markant op de steile heuvel. Het steekt enorm af tegen de arme huisjes in de omgeving. Er is veel werk verricht in de afgelopen negen maanden, maar er is ook nog heel veel te doen. Opvallend is het tegelwerk tegen de gevels dat bestaat uit platte stukken natuursteen die tegen de muur zijn gelijmd. Op een andere muur die dwars door het huis loopt en doorschiet naar buiten zien we weer gladde grote wandtegels. Het hele huis is echt heel modern en zal straks behoorlijk opvallend zijn.
Het is zaterdag 19.00 uur en de bouwvakkers zijn nog steeds aan het werk. De mensen werken zes dagen per week van 8:00 tot 19:00 uur. En dat alles voor een hongerloontje. Ik voel me een beetje schuldig dat wij hier zomaar even een week komen vakantie vieren en zij zich rot moeten werken. Wat hebben we het toch goed in Nederland.
In de avond eten we ‘weer’ bij restaurant ‘Royal Marina’ van de ‘Zwitsers’. We genieten heerlijk van een witte zeebaars. De schade bedraagt 50,50 incl. een fles wijn. Na het diner is het al laat. We vinden het welletjes en vallen als een blok in slaap.
In ben regelmatig wakker en constateer dat een bepaalde ‘nachtvogel’ de hele nacht zit te zingen. Nooit eerder meegemaakt. Moeten die beesten niet slapen? Ik noem hem ‘Nachtegaal’. We hebben er geen last van en verder is het hier echt muisstil. Waar maak je dat nog mee?
We worden lekker wakker en genieten van het huisje en zijn verbaasd dat wij zelf hebben meegeholpen aan deze prachtig gelegen blokhut.
We besluiten vroeg op te staan en naar de markt in Santana vlakbij Venda Da Costa te gaan. De Garmin leidt ons er weer feilloos naar toe. Onderweg staan we plotseling stil voor een gesloten slagboom bij een spoorwegovergang. Op een bord staat: “ENCERRADA DIAS UTEIS Das 23:00 as 7:00 horas SABADOS, DOMINGOS E FERIADOS Das 0:00 horas as 24:00 horas”. Of te wel: op zaterdag, zondag en vakanties 24 uur gesloten. Marion ontdekt dat de slagboom met een kettingslot vast zit. Tja, daar staan we dan. Daar had de Garmin niet in voorzien. De Garmin maakt echter vliegensvlug een herberekening.
We rijden over het gebergte dat we vanuit de blokhut kunnen zien. Het is er behoorlijk steil en de wegen slingeren heerlijk door het landschap. Ideaal voor de motor. Achter het gebergte ontdekken we een geheel ander landschap. Het is groener, meer bomen. Het is een mooi gebied.
De markt zelf is een bont verzameling van koopwaar. Kleding, voedsel, dieren, gebraden kippetjes, bbq’s, porselein, alles ligt er. Vooral de dieren zijn bijzonder. We zien puppy’s, kippen, konijnen, vogels e.d. Marion heeft meelij met de puppy’s en zou ze het liefst allemaal meenemen. Kan niet schat. De dichte mensenmassa wurmt zich wekelijks door deze bonte verzameling van mensen en koopwaar. Dit moet je gewoon meemaken als je hier bent.
Op de terugweg laat de Garmin het afweten en met een gekochte routekaart vinden we uiteindelijk de blokhut terug.
Siësta in de middag doet ons goed. We zijn hier vooral om niet te veel te doen. Lekker relaxen, genieten en niets moet.
We maken een heerlijke wandeling aan de zijde van de kust. De onverharde paden eindigen heel vaak in een doodlopend onbegaanbaar eind en moeten we dus regelmatig het stuk terug lopen. Maar na 1,5 uur wandelen hebben we eindelijk de doorgaande route gevonden. We ontdekken Portugal van de andere kant. Ongerepte natuur waar haast niemand komt. Onderweg zien we veel bloemen in allerlei kleuren. Gevarieerde bomen, grote groene varens. Een lief klein (verlaten?) huisje waar we best zouden willen wonen. De natuur ligt er in dit jaargetijde prachtig bij. Maar het meeste boeien toch mij wel de magnifieke panorama’s. We zien de kustlijn met zijn bruisende golven, ruige rotspartijen, een fel blauwe stralende hemel. Het geheel wordt aan landzijde aangevuld met het prachtige groen.
In de avond dolen we wat rond in het plaatsje Salir do Porto, maar we kunnen er geen geschikt restaurant vinden. We gaan maar naar het ‘groene’ restaurant op de weg naar Tornada met de naam Narcer do Sol. Dit is een echte Portugese vreetschuur met tientallen tafeltjes. Toch genieten we ervan. We vinden het allebei heerlijk om de cultuur van een land op te snuiven. Dat kunnen we hier doen. In dit soort locaties komen hoofdzakelijk inheemse mensen die voor goedkoop kiezen maar wel met kwaliteit. Het personeel helpt ons snel en vakkundig. Binnen de kortste keer staat de tafel vol met volle schalen vlees, groenten, frites en salade. We krijgen nog niet de helft op. 35 euro zijn de kosten voor dit alles.
Het is volle maan. Tienduizenden lichtjes van de stad Caldas Da Reinha en andere kleine dorpjes fonkelen op de uitgestrekte heuvel die voor ons ligt. Het is een schitterend panorama vanaf de blokhut. Honden over de hele vallei blaffen als wolven in een roedel die elkaar informeren. Nachtegaal doet zijn best en fluit uit volle borst. Voor een vouwtje? Krekels ritselen. Volop sterren aan de open hemel. Het is hoogtij voor dit romantisch koppel. We kussen elkaar en houden elkaar innig vast.
We kennen elkaar vandaag precies drie jaar. Na een goede nachtrust worden we relaxt wakker. Het ontbijt op bed bestaat uit een half Hollands krentenbolletje, maar het smaakt goed. We kroelen wat en genieten van de rust terwijl de zon het land verwarmt.
Vandaag een beetje een herhaling van vorig jaar. We gaan naar Obidos en Peniche. Helemaal binnendoor rijden we naar Obidos. We rijden langs kleine plaatjes en roepen regelmatig: “Hier zijn M&M vast niet geweest”. Er zit toch wel wat variatie in het land en dit gebied behoort zeker tot het mooie gedeelte. We rijden heerlijk rustig op de bijna verlaten wegen. Na ca. 30 minuten bereiken we Obidos en bekijken we uitgebreid dit bijzonder authentieke vestingstadje. We wijken af van de drukke winkelstraat en lopen langs straatjes waar niemand komt, maar die juist heel schitterend zijn. We lunchen in Bar Lagar da Mouraria waar we aanvankelijk alleen zijn. Dit kan ons niets deren, want we kijken onze ogen uit naar het oude pand en de inrichting. Dra komen er meer gasten.
We bezoeken de kerk en zien grove ‘Delft-blauwe’ tegels op de wanden met hoog in de kerk schilderijen van de kruisgang.
We reizen door naar Peniche waar we ook veel tijd steken in de wandeling langs strand met de extreem mooie stenen partijen. We genieten enorm van dit landschap en de rust.
Bij terugkomst slaapt Marion als een roos. Het slenteren, wandelen en de hitte maakt je moe.
In de avond eten we bij Tasca Do Cais, het restaurantje naast het pizzarestaurant. Aanvankelijk zijn we de enige gasten. Stoer vertel ik dat ik het hele restaurant heb afgehuurd voor deze speciale avond, maar de waarheid komt aan het licht en de andere gasten komen spoedig binnen. Het eten is niet echt super. De chorizo worst als voorgerecht is niet te eten. De snijboontjes, gepofte en gekookte aardappelen bij het hoofdgerecht zijn niet echt wat je verwacht in een restaurant. De schol en het nagerecht zijn echter super. Desondanks hebben we het prima naar ons zin. De bediening is vriendelijk en gastvrij.
Tot nu toe konden we overal met Engels terecht.
Onder het eten observeren we twee vissers in de baai. Een visser heeft wel een heel ingenieus systeem bedacht voor zijn vishengels. De man heeft de hengels aan weerszijde in de wielen van zijn auto gestoken en steken zo als twee grote voelsprieten schuin in de lucht. De vislijnen hangen met loodjes in het water. Hij hoeft dus niets te doen. Leuk hoor vissen! De man pakt zo nu en dan een biertje in het restaurant. Als de man vertrekt vergeet hij haast een stok uit zijn wiel te halen. De stok van ca. 80 cm draait als een gevaarlijk uitstekende lans in de rondte. Met handgebaren probeer ik hem achter het glas van het restaurant duidelijk te maken dat er iets niet pluis is. De man stapt uit maar krijgt de stok er niet meer uit. Rijdt weer een stukje terug. De stok komt nu wel los. De man rijdt vervolgens weg en door de commotie vergeet hij het ijzeren ‘Amsterdammertje’. Aiiii….., de paal boort zich in de rechterdeur. De man stapt uit en bekijkt de schade en denkt vast ‘Sukkel, die ik ben. Zit hier heel de dag te vissen voor een habbekrats. Zuip mijn geld op en ga met een forse duik in mijn Mercedes naar huis!’
De andere visser staat tot zijn borst in het water op zoek naar kokkels. Lopend door het diepe water loopt hij met een soort visschep de bodem af te struinen. De buit stopt hij in soort drijvende kooi. Niks mis mee zou je zeggen, maar je moet beseffen dat de man uren achter elkaar in het diepe water staat totdat het donker wordt. En wat heeft hij dan verdiend? De mensen moeten veel doen voor hun kost.
Onder het eten begint het te weerlichten in de verte. Marion wil naar huis. Eenmaal thuis genieten we eerst van de bliksemschichten in de verte. Nachtegaal geeft vanavond geen gehoor. Die voelt nattigheid! Romantisch staren we naar de schichten die weldra omslaan in eerst druppels en daarna in hevige regen. We testen de waterdichtheid van de hut verder aan de binnenzijde. Het was een heerlijke dag, zo op ons drie jarige relatie. Wel te rusten, lief.
De regen heeft gisteravond niet lang aangehouden. Vanmorgen is het echter nog steeds grijs en daardoor een stuk frisser. We besluiten een lazy dag te houden. In de middag wandelen we weer aan de strandzijde van de doorgaande weg. Wederom komen we in een mooi gebied. En vreemd genoeg is het nu weer anders. Het landschap is glooiend, groen, gevarieerd, grote grasvelden, vol met bloemen, verlaten, geen enkel huis of mens te bekennen. Verse voet- en autosporen in de lichte modder verraden dat we toch niet de enige zijn hier vandaag. Marion zou graag in dit gebied willen wonen. Ze houdt van groene glooiende landschappen met niet te hoge bergen. We fantaseren wat en praten over (het gaan) wonen in het buitenland. Ondanks dat we allebei graag in het buitenland zouden willen wonen hebben we allebei geen idee of het ooit ook gaat gebeuren. Het zal in ieder geval niet zo snel gebeuren zolang we nog moeten werken en/of kids thuis hebben wonen. Eerlijk gezegd geloven we er niet zozeer in om na je pensioen nog te vertrekken.
Bij de hut drinken en lezen we wat. Ik lees sinds vele, vele jaren weer eens een boek. Een hele prestatie voor mij. Ik lees het boek van Renier Koenraadt ‘Het Spoor Bijster’. Renier is de man van een collega van Marion. Het boek gaat over de Bredase wijk de Belcrum en de impact van de vernieuwing van het stationsgebied.
Ik drink een biertje. Op het etiket prijkt de tekst: ‘Bière, Bier, Beer, Cerveja, Cerveza’. Is dat om commerciële reden voor de toeristen? Bang dat buitenlanders het niet begrijpen? Dat doen wij als Nederlanders dan weer niet.
’s Avond doen we stoer en eten in een restaurant dat niet bepaald uitnodigend is. We zien geen gasten. De ambiance is niet om over naar huis te schrijven. Het restaurant Naca na Pedra in Salir do Porto ziet er eigenlijk niet uit. Dit stoort ons echter niet. We houden van een gokje en uiterlijke schijn kan bedriegen. We blijven deze keer de enige gasten en hebben dus het hele restaurant aan ons zelf. De eigenaar neemt aanvankelijk de bestelling op, maar haalt spoedig zijn vrouw, alias kokkin, er bij, omdat zij beter Engels kan. Op tafel worden brood, kaasjes en een salade gezet. Voor het hoofdgerecht kiezen we allebei kabeljauw, welke verrassend wordt geserveerd in een gloeiend hete omgekeerde’ daknokpan’. Aangevuld met o.a. schijfjes aardappel oogt het allemaal heel origineel. Het toetje smaakt goed. En als toegift krijgen we ‘on the house’ – ja, je gelooft het niet – een negerzoen en een groot glas port. Schade voor dit alles 26,50 euro incl. een halve liter rode wijn. Extra toegift zijn kussen van de kokkin. Nou, wat een verrassende avond weer. Genoten, voor een habbekrats.
Vannacht heeft het zeer hevig geregend. Alles is drassig. Het is zelf zo erg dat Emmanuel en zijn werklui niet komen opdagen. Keek hij daarom zo zorgelijk gisteren? De verreiker glibberde alle kanten op. Het blijft nat en grijs vandaag. Weer een dag dus met veel rust, maar we vervelen ons niet. We hebben allebei ons laptopje bij. Marion schrijft aan haar boek en leest veel en ik schrijf wat voor mijn column over Dennis Hopper en de Easy Rider film. Uiteraard ben ik dagelijks ‘online’ voor dit verslag.
We wilden vandaag weg gaan naar de stadjes Alcobaça en Nazaré, maar dat wordt morgen dus. In de plaats daarvan bezoeken we wat winkeltjes in Martinho en we drinken er wat.
We eten waarschijnlijk op zijn aller goedkoopst namelijk: noodlesoep, stokbroodje en worstjes…. Dat doen we in de blokhut lekker gezellig met z’n twee. Het hoeft niet duur te zijn om het leuk te maken.
De laatste volle dag alweer, hier in Cidade. De zon prijkt weer aan de hemel en het lijkt net of de aarde alle regen van gister weer vergeten is.
We gaan naar Alcobaça en bezoeken daar het klooster. Dit klooster kent zijn weerga niet en was ooit Portugals machtigste klooster en vormde tot in de 18e eeuw het geestelijke middelpunt van Portugal. Na de secularisatie diende het als armenhuis. Ooit verbleven hier 999 monniken. Max. 1000-1 volgens de regels. De bouw is begonnen in 1178 en de abdij is voltooid in 1252. Bij binnenkomst stappen we gelijk de mega kerk in. De kerk is een en al soberheid. De kerk heeft drie beuken en is de grootste van heel Portugal en zelfs de grootste van alle cisterciënzerkerken van Europa. Voor in de dwarsbeuken staan twee 14e- eeuwse flamboyante-gotische graftombes met daarin het liefdespaar koning Pedro I (de eerste koning van Portugal) en Dona Ines de Castro wier tragische liefdesgeschiedenis de totale natie romantisch stemde (gelijk als Romeo en Julia). Naast de kerk bevinden zich vele grote zalen annex kapelletjes over twee verdiepingen die een prachtige binnentuin omsluiten. In een van de zalen staat iemand prachtig te zingen. Het is een vrouwenstem, maar het blijkt een man te zijn! We zien de keuken met een schouw van wel 5 meter breed en 20 meter hoog. Hieronder werd vroeger het eten gebakken. Grote stenen wastobbes voor het wassen van de groenten. Slaapzalen, kamertjes, trapjes. Alles in goede bouwkundige staat, ondanks aardbeving in 1755 en verwoesting door de Fransen. Ooit stond het hier vol met antieke meubelen, maar nu is het gebouw vol met toeristen. Het is een trekpleister in de wijde omgeving. Een groot gedeelte van het gebouw is niet toegankelijk voor publiek. Pas in 1834 kwam een eind aan de invloed van dit klooster.
De stad vaart wel bij deze enorme trekpleister. Alcobaça is toeristisch, we zien veel souvenirwinkels en horeca.
Hierna rijden we door naar Nazaré. Dit kustplaatsje is eveneens erg toeristisch. Het barst van de souvenirwinkels en de horeca. Het gouden strand ligt er prachtig bij. Toch zien we haast (nog) niemand op het strand. De horeca gelegenheden zijn nog leeg. Het is blijkbaar nog erg rustig in deze tijd.
Met de elektrische tandraadbaan gaan we steil omhoog naar het hoge klif dat 110 meter hoog is. We kijken onze ogen uit over het wijde vergezicht van de stad en ver daarbuiten dat het klif ons biedt. Ook hier veel winkeltjes. We nemen alle tijd om dit moois op te snuiven.
We rijden terug naar Martinho. Dan blijkt dat we niet de reguliere weg hebben maar de kustweg. Via kleine kustplaatsen rijden we op grote hoogte bovenop de lengtekam met hier en daar erg steile en bochtige stukken. Het is prachtige kustweg. Plots eindigt de weg en blijkt dat we helemaal aan de andere kant staan van de baai waar aan het stadje ligt. We zien op grote hoogte de andere kant van de stad en de zeezijde van de baai. Hier moet je eens geweest zijn Marcel!
Bij terugkomst in de hut genieten we eerst van een lekker glaasje rosé, wat fruit, pinda’s en olijven. We beseffen allebei dat we een geweldige week hebben gehad en het liefste nog een tijdje zouden willen blijven. We zijn een beetje verknocht geraakt aan dit land. We hebben het een stuk beter leren kennen. Helaas kennen we het nog veel te slecht. We moeten dus gewoon weer terug, ooit! Het klimaat, de mensen, het land, het is allemaal bijzonder. Het is geen land van massatoerisme, althans niet hier.
Het land is arm en dat zie je aan alle kanten. Veel huizen zijn slecht onderhouden, uit geldgebrek denk ik dan. Verf bladerende muren vertonen de diverse kleuren die zij ooit hebben gehad. Wijnranken die veranda’s sieren. Terracottapoten met bloemen. De rust. De uitgebreide fauna. De bochtige en steile wegen. Het eten. De vele witte of anders gekleurde huisjes met rode dakpannen. Blauw is een veel voorkomende kleur in de muren. De vele tegeltjes met allerlei motieven die de muren sieren, soms zijn zelfs hele muren betegeld. Vreemd genoeg heeft juist dat achterstallige onderhoud zijn charme. De oude verweerde huizen komen juist erg authentiek over. Iets wat wij in Nederland niet kennen.
Naast al dit moois zien we ook andere kanten van het land. Door de armoe staan veel huizen te koop. Veel huizen zijn niet eens afgemaakt. Appartementen voor toeristen staan er verlaten bij. Ingestorte daken. Scheef gezakte muren. Huizen die eigenlijk gesloopt zouden moeten worden maar er is niet eens geld voor. Huizen die ooit in welvaart gemaakt zijn maar waar nu de raamluiken op halfelf hangen. Je hebt de neiging om zo’n huis op te kopen en helemaal op te knappen. Dan zou je pas iets moois hebben. Maar ja, het zal wel bij dromen blijven.
Schril contrast daarbij zijn de huizen die wél gemaakt zijn met veel kapitaal. In de hele streek zie je huizen waaraan de rijkdom te zien is. Prachtige grote huizen die wél onderhouden zijn. Deze huizen staan keurig in de verf, de tuin op en top.
Ons laatste dinertje in de stad alweer. We eten bij Restaurant A Casa een wat chiquere locatie met uitzicht op de baai. We worden weer prima geholpen door de twee obers. Ze proberen wel meer te verkopen dan we vragen door allerlei dingen aan te bieden, maar dat interesseert ons niet veel. We genieten en dat is het belangrijkste. Ondanks de twee hoofdgerechten van samen slechts 20 euro zijn we toch nog in totaal 50 euro kwijt.
Hiep hiep hoera, ik ben jarig. Ik krijg felicitaties van mijn lieve schatje. Een aantal mensen feliciteert mij per SMS en daar blijft dan mijn verjaardag bij.
Mijn gedachten zijn bij Portugal en niet bij mijn verjaardag als we ’s ochtends naar het noorden rijden. Na het ontbijt en de schoonmaak zijn we dus onderweg. We nemen de snelweg, want we besluiten alleen locaties aan te doen die ver van Cidade af liggen. De dichtbij gelegen dingen bezoeken we wel een andere keer.
De eerste stopplaats in Coimbra, de vierde grootste stad van Portugal. De binnenstad staat te boek als oud met Romeinse allure. Ondanks de slechte bewegwijzering rijd ik zo het drukke centrum in. We verkennen de binnenstad en zien een gezellig en oud centrum. Helaas zien we niet zo heel veel extreem oude gebouwen. We zien hoofdzakelijk wat oude kerken die we ook van binnen bezichtigen. Het centrum oogt oud en arm door de slecht onderhouden huizen, maar het heeft voor ons wel zijn charme. Achteraf hoorde ik van Marcel dat de mooie gebouwen boven op de berg staan bij de universiteit. Dit hebben we helaas gemist. We lunchen en na een paar uur rijden we weer verder richting Porto.
We zijn vroeg en besluiten niet naar Aveiro maar naar het centrum van Porto te gaan. Het verkeer is behoorlijk lastig rond Porto. We moeten het zonder de Garmin doen. Gelukkig vinden we de luchthaven vrij snel via de borden. Eerst moeten we een slaapplaats vinden in de beurt van het vliegveld. Dat lukt wonder boven wonder meteen.
Na het pension rijden we door het drukke verkeer naar het centrum van Porto. Het is aanvankelijk even zoeken en we parkeren de auto (blijkt achter af) op 45 minuten lopen van het oude centrum onder het gebouw ‘Casa Da Musica’. Bij het inrijden in de ondergrondse garage neem ik de verkeerde inrit. Ik rijd achteruit terug omhoog naar de toegang. De koppelingsplaten verbranden daarbij en ik raak met de wieldoppen de hoge stoeprand. Het kraakt aan alle kanten en denk, o, o, daar breken de wieldoppen in zes stukken uit elkaar. De schade blijk echter gelukkig mee te vallen.
Het centrum van Porto blijkt veel meer oude gebouwen te bezitten dan Coimbra. Maar Porto is met 250.000 mensen niet voor niks de tweede grootste stad van Portugal. Behalve de grote wandeling doen we niet veel in Porto. We hebben geen zin om hier nog uren rond te lopen, ondanks dat er nog veel te zien is. We strijken neer op een terrasje en later proberen we ergens te gaan eten. De keukens zijn echter gesloten tussen 17:00 en 19:00 uur. Bij het tweede restaurantje waar we proberen te eten zijn ze bereid snel even wat warm te maken voor ons. Wat een service. Ik verwacht een poos te moeten wachten, maar vreemd genoeg komt de ober binnen twee minuten met het eten. Heu, hoe doen ze dat zo snel? Voor ons staan twee schalen met rundvlees, aardappelen, rijst, sla en tomaten. Een combinatie van niks, maar het doet ons goed smaken. Kosten voor dit alles 8,90 euro incl. blikje cola voor twee man. Nou, waar maak je dit nog mee? We liggen in een deuk.
Na het diner rijden we de stad uit zonder Garmin en moeten het doen met de borden. Het is allemaal erg lastig met de borden. Gelukkig heb ik een goede kaartlezer die me helpt.
Bij het pension drinken we nog wat bij een cafeetje voordat we tijdig gaan slapen. Het zit er op. We hebben een geweldige week achter de rug. We zijn weer een hele week samen geweest. Alles is goed gegaan. We hebben erg genoten van elkaar en van Portugal.