Giethoorn is een fameus waterstreekdorp zonder straten in de kop van Overijssel en ligt tussen Steenwijk en Meppel. Tegenwoordig is het een zeer toeristisch dorpje dat zelfs wereldbekend is geworden. Giethoorn heeft onder andere veel bekendheid in China met als gevolg dat er hele hordes Chinezen naar Giethoorn komen. Door het coronavirus zijn er echter tijdelijk nog maar weinig Chinese toeristen, maar dat neemt niet weg dat de drukte weg is. Op zonnige dagen is het nog steeds stervensdruk in Giethoorn.
Typische kenmerken van Giethoorn zijn 18e- en 19e-eeuwse boerderijen met rietbedekking, grachten, bruggetjes en bootjes. Vooral het boerenkarakter gecombineerd met de vaargeulen zijn uniek in de wereld. Een deel van Giethoorn is een beschermd dorpsgezicht en het dorpje telt nog geen 3000 inwoners.
Door de vervening ontstonden plassen en meren. Om de turf te vervoeren groef men vaarten en sloten. Als je op Google Maps kijkt zie je dat heel het gebied uit rechte kanaaltjes bestaat. Bij elkaar misschien wel honderden kilometers lang. Veel huizen zijn op eilandjes gebouwd, die alleen via bruggetjes te bereiken zijn. De meeste van de meer dan 176 bruggen zijn privé-eigendom. Veel boerderijen zijn daardoor niet eens met auto te bereiken. De bebouwing van Giethoorn is langgerekt en bestaat uit drie buurten Noordeinde, Middenbuurt en Zuideinde. De Dorpsgracht is de centrale as en eindigt in het zuiden in het Zuideindiger Wijde.
Giethoorn wordt wel het ‘Hollands Venetië’ genoemd, maar iedereen die ooit in Venetië is geweest weet, dat er buiten water geen verdere overeenkomsten zijn tussen deze twee markante plaatsen. Eigenlijk zijn ze buiten de kanalen niet met elkaar te vergelijken.
Bert Haanstra nam in 1958 in Giethoorn zijn speelfilmdebuut Fanfare op, een film over twee rivaliserende fanfares in het fictieve dorpje Lagerwiede. Na het verschijnen van de film nam het toerisme sterk toe in Giethoorn en werd het de belangrijkste bron van inkomsten. De zwart-wit film is te zien op Youtube. Na 62 jaar is het nog steeds een leuke film om naar te kijken en het geeft vanwege zijn vele buitenopnamen een goed beeld van het Nederland van toen en in het bijzonder van Giethoorn.
Veel boerderijen werden omgebouwd tot woningen en werden bewoond door mensen van elders. De gronden van vaarboeren komen echter geleidelijk aan in het bezit van de Natuurmonumenten die in de streek rond Giethoorn het grote reservaat De Wieden opbouwt. Ik weet niet of het waar is, maar ik heb ook horen zeggen dat sommige boerderijen al in het bezit zijn van Chinezen.
Giethoorn en haar omgeving zijn een watersportgebied bij uitstek. Op veel plaatsen in het dorp zijn boten te huur. Voor een groot deel betreft het motor- en fluisterbootjes, maar ook punters van polyester of hout, met of zonder motor zijn te huur. Veel bedrijven bieden rondvaarten door het dorp aan. Op een drukke dag wemelt het van de bootjes in de kanalen. Als bewoner lijkt mij dat lang niet altijd prettig, omdat ze permanent ‘gluurders’ hebben. Naast de kanalen zijn er ook veel wandelpaden waardoor het mogelijk is om ook buiten de bootjes het dorp te bezichtigen. Het is moeilijk om van Giethoorn een voorstelling te maken als je er niet bent geweest. Het is echter te mooi om het links te laten liggen, maar plan je bezoek nauwkeurig om niet te verdrinken in de mensenmassa.
Nog even over de Chinezen. Na reclamecampagnes in 2012 in China kwamen de eerste grote stromen Chinezen naar Giethoorn. Voor corona waren de aantallen al opgelopen tot 1000 Chinese bezoekers per dag. Waar is het eind zal je zeggen? Nobody knows maar laten we hopen dat het niet de spuigaten uitloopt. Nu Giethoorn nog op de Unesco Erfgoedlijst zien te krijgen, of willen we dat nu toch maar liever niet…