Voor de tweede keer ga ik naar Griekenland. Mijn eerste keer in Griekenland was goed bevallen. Hoewel het in mijn huwelijkse periode plaatsvond, was het toch een goede vakantie met mooie herinneringen. Hè, dat klinkt gek. Nee serieus, de vakantie op de eilanden Kos en Kalimnos waren mooi en bijzonder. Rhodos behoort tot dezelfde eilandengroep, waarvan de namen allen eindigen op “os”. De eilandengroep is toeristisch en populair. De eilanden zijn gevarieerd in bezienswaardigheden, uitgaansleven, natuur, strand, historie, luieren enz. Kortom, genoeg redenen om terug te gaan naar Griekenland. De vorige keer zat Tom nog in de buik, nu is hij erbij.
We zitten in het Afrika hotel (Alexandrou Diakou straat) vlakbij het oude centrum. Ik heb de locatie nauwkeurig uitgekozen, zodat we centraal zitten en alles te voet kunnen bereiken. We beginnen met een wandeling over het strand, dat op 100 meter afstand is van het hotel. Het water is wonderbaarlijk schoon en ‘blauw’. Water is natuurlijk altijd blauw, maar hier is de kleur van het water wel heel mooi. Het strand bestaat uit een klein soort kiezel, dat redelijk makkelijk te belopen is zonder pijn aan je voeten te krijgen. We luieren wat, komen bij van de vliegreis, gooien wat steentjes in het water (keien!) en zijn lui.
Na de strandwandeling lopen we door naar het oude historische centrum, dat al meer dan 2400 jaar oud is. Het is opmerkelijk hoe het oude centrum is getransformeerd tot toeristisch vakantieoord. Het sfeervolle centrum barst van de restaurantjes, cafeetjes en restaurantjes, zonder dat de oude gebouwen zijn aangetast. Commercie en historie gaan hand in hand.
We slenteren wat rond, doen een terrasje aan en zijn nog steeds vooral lui. Het is vakantie. Even tot rust komen en genieten van de buitenlandse omgeving.
In de avond dineren we in het oude centrum. Net als in Turkije staan er mensen voor het terras van het restaurant die je proberen binnen te halen voor een diner. In Rhodos gaat dat echter op een minder opdringerige manier. In een druk gedeelte van de oude stad vinden we een restaurantje. Hordes mensen lopen door het stadje. Het is een zwoele avond, maar dat is hier iedere dag in de zomer. Mensen leven op de straten. Aan terrasjes geen gebrek.
Bij het eten bestel ik bier. Tom en Nick willen ook graag een biertje. Nou ja biertje! Het worden uiteindelijk drie grote pullen van een 1 liter in de vorm van een laars. Ja, Ik weet het, ze zijn eigenlijk nog te jong om al alcohol te drinken. Ben ik nu een slechte vader? Tom en Nick trekken om het beeld nog wat te versterken ‘dronkemans gezichten’. Leuk hoor jongens, het komt later vast goed met jullie!
Het eten is goed, maar het is duidelijk aangepast aan het toerisme. Deze ‘multiculturele eenheidsworst’ lust iedereen!
Vandaag hebben we een relaxte dag. We maken een stadswandeling door de oude historische stad, bezoeken wat kastelen, kerkjes, moskeeën, fonteinen, ruïnes en gebouwen. De stad heeft veel kleine straatjes, waar je lang kan ronddolen. Aan de souvenirwinkels kan je uren besteden. Uiteraard is het ook prachtig om naar de mensen te kijken. Kijken en gezien worden. We lopen langs de Aphrodite-tempel, museum voor decoratieve kunst, het iconen-museum en het archeologisch museum. Vreemd genoeg zijn er ook heel wat steegjes waar geen toeristen komen. In deze authentieke steegjes zijn geen winkeltjes en cafeetjes. Persoonlijk vind ik deze steegjes veel interessanter.
De Ridderstraat van Rhodos is de hoofdstraat in de oude binnenstad, die ‘Collachium’ werd genoemd. De ridders woonden er en ook hun hospitaal en hun opslagplaatsen bevonden zich daar. De straat loopt kaarsrecht van de stadsmuur aan de haven naar het grootmeesterspaleis en is de enige volledig bewaard gebleven straat uit het begin van de 16e eeuw. De huizen in de straat zijn vrijwel allemaal in de laat gotische stijl.
Uit de periode van de ondergang van het Romeinse Rijk tot de komst van de kruisridders zijn enkele kerken bewaard gebleven. Maar het silhouet van Rhodos wordt toch gekenmerkt door de enorme stadsmuren en paleizen uit de riddertijd, die van 1309 tot 1522 duurde. De muren hebben een lengte van 4 km en zijn 20 meter hoog. De Turken, die de kruisridders verdreven, bouwden hun eigen moskeeën en veranderden christelijke kerken in islamitische gebedshuizen door er een minaret aan toe te voegen. Ook bouwden ze houten erkers aan oude huizen en zette nieuwe neer, zodat de oude binnenstad nu een mozaïek vormt, samengesteld van steentjes uit de Oudheid, de Byzantijnse periode, de riddertijd en de tijd van de Turkse overheersing. De periode van de Italiaanse overheersing (1912 tot 1943) heeft op enkele plaatsen fantasierijke aanvullingen opgeleverd. Bommen uit de Tweede Wereldoorlog hebben hier en daar een paar lege plekken gecreëerd, die nu ruime pleinen zijn.
We lopen naar de haven. Een oude burcht op een schiereiland, een jachthaven met steigers, restaurantjes en kraampjes maken het idyllische uitzicht compleet. De zon staat stralend aan de hemel. Het diep blauwe water is haast zo blauw als de lucht. Als je naar de horizon staart, zie je twee kleuren blauw, verder niets. In de haven ligt een enorm cruiseschip. De omgeving is prachtig.
Op de boulevard halen we wat informatie op over de activiteiten. We zoeken leuke excursies en dagtochten die we kunnen gaan doen. Vanuit de haven vertrekken veel boten o.a. naar Marmaris (Turkije), maar daar zijn we drie jaar gelden al geweest.
Een zeer bijzondere ervaring staat vandaag op het programma. We gaan namelijk scuba diven. Wandelend gaan we naar de haven en nemen plaats op het dek van de boot. Het stroomt aardig vol met mensen van veel verschillende nationaliteiten. Als Griekse sardientjes in een blik zitten we aan boord…. De boot vertrekt en vaart langs het Light house en de kust van het eiland. Onderweg worden we afhankelijk van de voertaal in groepen verdeeld. En natuurlijk zijn de Nederlands- en Duitstalige weer in de meerderheid. Er zijn betrekkelijk weinig Fransen en Italianen aan boord. Iedere groep krijgt een eigen gids die een spoedcursus scuba diving geeft aan de toeristen. Het is allemaal perfect geregeld. In een uurtje vertelt de humoristische Nederlandse gids alles over wat ons te wachten staat. Hij leert ons hoe je moet ademen en duiken. Normaal gesproken kun je niet bij de eerste les meteen de diepte in duiken, maar als uitzondering hebben ze voor toeristen – die geen tijd hebben om een hele cursus te volgen – deze spoedopleiding ontwikkeld. Ja, ja, als het maar geld op brengt! Desondanks heeft iedereen er vertrouwen in. Er volgt (voor sommige) nog een medische check en als we na ca. 1,5 uur varen op plaats van bestemming zijn, gaat het gebeuren. Vanwege de grootte van de groep worden we in kleinere groepjes ingedeeld, die om de beurt gaan duiken. Het is onze beurt. We trekken onwennig de strakke rubberen pakken aan en de zuurstofflessen worden op onze rug gehesen. We krijgen een ballast om ons middel gebonden. Zeker bang we niet zinken! We oefenen wat met de snorkel en het vizier. Een goede ‘roggel’ schijnt het beste te zijn tegen een beslagen vizier. The greener the cleaner, aldus de instructeur. Nou lekker hoor! Eerst de smurrie van mijn voorganger er afspoelen… En dan gaan we met de instructeurs in zee, letterlijk wel te verstaan. We gaan steeds dieper. Whaauw, kicken zeg. Wat is dat een mooie belevenis. We zwemmen naar een diepte van ca. 4-5 meter. Niet veel natuurlijk, maar het voelt alsof we veel dieper zijn. Het oppervlaktewater boven ons weerspiegelt door de felle zon. Af en toe zien we wat visjes. Als we met keien op de rotsen kaatsen komen de visjes uit nieuwsgierigheid naar je toe. Er is enige beplanting, maar het overgrote deel is toch kale rots. Regelmatig maken we een ‘oké-teken’ met ons hand naar elkaar en de constructeurs om aan te geven dat we alles onder controle hebben. Dat hebben we immers zo geleerd van de instructeur. We zwemmen wat rond in groepsverband met instructeurs voor en achter de groep. Ze willen niemand kwijt, ook mij niet! Helaas schiet de tijd vliegensvlug voorbij. Zo gaat het natuurlijk altijd als het leuk is.
We glunderen van enthousiasme. Wat was dat geweldig zeg. Het behoort zonder meer tot een van de mooiste belevenissen en momenten in mijn leven. Een moment om nooit te vergeten.
Terug aan boord hebben we alle tijd om te gaan zwemmen, terwijl de andere groepen de gelegenheid krijgen om te duiken. En passant verlies ik nog even mijn ‘trouwring’ die ik pas drie weken heb. Doenk, doenke doenk. Mijn hart gaat als een gek te keer. Wonder boven wonder vinden we hem terug dankzij een geleende duikbril.
Als je wil mag je tegen betaling nog een keer duiken, maar gezien de kosten doen we dat toch maar niet. Het duiken is door een instructeur gefilmd. Ik koop de DVD. Ook niet goedkoop natuurlijk. Alles draait om geld.
In de avond maken we een wandeling over het strand. De zon gaat onder in de zee en veroorzaakt een prachtige rode horizon. We zoeken een leuk authentiek restaurantje in de oude stad. Deze restaurantjes vind je niet in de grote doorgaande straten, waar het wemelt van de toeristen. De restaurantjes in de achteraf steegjes zijn veel beter, lees meer authentiek, en ook nog eens niet zo druk en duur.
Ondertussen kennen we de oude stad een beetje en gaan we verder via de Vrijheidspoort (Elefhterias-poort) naar de Mandraki-haven. De havennaam betekent letterlijk “schaapskooi” en is het hele jaar bezaaid met excursieschepen, zeilboten en plezierjachten. Jachthavens zijn altijd mooi om te bekijken. Het ene jachtschip is nog mooier dan het andere. In de Oudheid lagen in de Mandráki-haven oorlogsschepen van Rhodos en in de Middeleeuwen de galeischepen van de ridders.
Nu is er veel bedrijvigheid bij het in- en uitvaren van de boten naar zee. En natuurlijk mensen kijken – zeg maar vrouwen – in badkleding.
Op de 400 meter lange pier staan drie authentieke molens. De wieken zijn er weliswaar af, maar deze oude gebouwtjes in Griekse stijl zijn gelukkig behouden. Met de diepblauwe lucht op de achtergrond vormen ze een uniek en mooi tafereel. Het zou niet misstaan op een ansichtkaart. Aan het einde van de pier ligt de kleine vesting ‘Agios Nikólaos’, die aan het einde van de 15 eeuw werd gebouwd. Op de burcht bevindt zich het ‘Light house’.
Het nieuwe centrum van Rhodos heeft helemaal niets dat overeenkomt met de historische oude stad. Het nieuwe centrum is een centrum zoals wij dat kennen. Het is volgebouwd met moderne winkels en gebouwen. Wie er zin in heeft kan de nacht doorbrengen in discotheken en Griekse gelegenheden met live muziek. Aan de rand van de stad zijn vele appartementen complexen en hotels verschenen. Op de landpunt van het eiland waar veel hotels staan zijn mooie maar wel drukke zandstranden.
Aan de andere kant zien we de enorme stadsmuren van het oude centrum uit de 13e eeuw. Rhodos heeft een grote rol gespeeld bij de verdediging van Athene. Grieken vochten onder andere tegen de Turken die hier met schepen voorbij voeren.
Vanaf de haven ziet de oude stad er uit als een zeer groot kasteel. We hebben tijd zat en luieren wat onder een boom op het mooie zandstrand. De kids nemen af en toe een duik in het water. Het is ‘bakken’. De zon brandt de hele dag. De temperatuur is iedere dag tussen de 30° en 35° C. De maximale temperatuur die we hebben gehad is 43° C. Gelukkig hebben de kids er geen last van gehad.
Op de terugweg naar het hotel komen langs een bar met de naam ’T komt allemaal goed’. De gevel van de nachtbar is oranje geschilderd. Op de gevel prijken schilden, straatnaambordjes en reclameborden met Nederlandse teksten. We zitten in de ‘2e Gezustersstraat’, er is een ‘tapvergunning’ en er wordt Amstel geschonken, ’Elke zaterdagavond Hollandse avond’. Tja, daar ben je dan voor naar Griekenland gekomen! De Nederlandse jeugd gaat hier diep door in de nacht.
Met de bus gaan we naar het waterpark in het stadje Faliraki. Alleen de naam al is leuk. Het waterpark is erg groot en heeft met 20 verschillende waterattracties voor elk wat wils. Nooit heb ik eerder zo’n park gezien met zoveel diversiteit aan zwembaden, glijbanen, fonteinen, terrasjes, ligstoelen en zwemattributen. Hier kan ieder van jong tot oud zich vermaken; van kikkerbadje tot spectaculaire glijbanen. Vooral op de glijbanen vermaken we ons prima. De glijbanen variëren van zeer hoog, lang, gedraaid tot super snel. Het park is zo groot dat je er makkelijk een dag kunt verblijven. Door de hitte zijn de paden in het park zo warm dat het onmogelijk is om er nog over te lopen. We trekken slippers en sokken aan als we ons willen verplaatsen.
Moe en voldaan rijden we in de middag weer terug naar Rhodos.
In de avond komt tijdens het eten een accordeonist ons irritant verstoren. De man speelt Griekse volksliedjes aan tafel voor ons drieën. Hij trekt daarbij continu een grijs van oor tot oor. Zijn gouden hoektanden glimmen in zijn diep gebruinde en getekende gezicht. Er ontwikkelt zich een ‘wedstrijd’. Wie houdt het langste vol; de accordeonist al spelende op zijn trekzak tot hij geld krijgt of ik, die zijn portemonnee dicht houd en hoopt dat de man weg gaat. Ik win en de man druipt teleurgesteld af naar een andere tafel. Opzouten ja! Wel leuk natuurlijk die muziek erbij, maar ik houd niet van die commerciële geintjes.
Op straat zien we diverse straatmuzikanten die veel belangstelling krijgen van de toeristen. We zien schilders die karikatuur tekeningen maken, mimespelers, levende ‘standbeelden’, en kraampjes met allerlei frutsels en gadgets. Het is heerlijk om in de zwoele avond over de straten te dolen en je te vermaken.
Ook vandaag wandelen we wat af. De kids kunnen niet stil zitten en hebben een hekel om in het hotel te verblijven. Eerst vertrekken we in zuidelijke richting langs het strand. We lopen kilometers om vervolgens weer terug te gaan. De stranden zijn echt heel mooi. Ik verbaas me nog steeds over de diepblauwe kleur van het water, bijna onecht. Met de strak blauwe lucht erboven is het een plaatje. Onderweg doen we regelmatig een terrasje aan. Soms is het van terras naar terras. Je moet wat! Iedere keer ben ik ‘verplicht’ een biertje te drinken. Ik begon in de vakantie met een Grieks biertje Mythos, maar na een paar flesjes kwamen we er achter dat Heineken en Amstel toch beter smaakt.
Met de boot gaan we naar de stad Lindos, ook wel het witte stadje genaamd. Het stadje heeft een geschiedenis van 3000 jaar en staat geheel onder monumentenzorg. Het bekendste gebouw van de stad is het Akropolis. Akropolis betekent in het Grieks ‘het hoogste punt van de stad ’ en werd als naam gegeven aan een stadsburcht of citadel. Rustig varend langs de kust bekijken we de kustlijn. Na 55 kilometer doemt de stad Lindos op. Het kasteel hoog op de berg komt imposant over. Lindos ligt aan een baai en het is erg toeristisch. Het strand is afgeladen vol met parasolletjes die je kunt huren. Kleine vissersbootjes liggen idyllisch aan de steiger. Het zal vast romantisch zijn als je ’s-avonds met je liefje over het strand en de steiger loopt. Bij het strand staan diverse stalletjes met ezels. Voor een paar euro kun je je naar boven laten brengen op de rug van een ezel. Wie is de ezel vraag ik me af? Het is natuurlijk heel toeristisch en misschien wel uniek. Hoe vaak zit je in je leven op een ezel? Wij niet dus, want wij gaan liever te voet. Alleen als je heel lui bent ga je met de ezel toch?
De kleine steegjes slingeren zich steil langs de vele souvenirwinkels naar de top van de berg waar het kasteel staat. Naarmate we hoger komen wordt het uitzicht over de baai steeds mooier en mooier. We kijken over Lindos met zijn kleine witte huisjes. Wat is het mooi, een plaatje. Wederom mooie beelden voor ansichtkaarten. Eenmaal boven vernemen we dat het Akropolis ’s-middags dicht is. Nou zeg, wat een teleurstelling. Hadden ze dat niet kunnen afstemmen met de boottocht? We hadden graag het beroemde kasteel bezocht. Niet te verwarren het Akropolis in Athene.
We hebben nu alle tijd om te relaxen in Lindos. Het stadje is daar uiterst geschikt voor. In stallen zien we nog veel meer ezels. Het moeten bij elkaar echt meer dan 100 ezels zijn. Er moet dus nogal wat klandizie zijn. We slenteren wat door de toeristische straatjes, drinken een biertje op het terras, luieren wat op het strand. Nick koopt een snorkel en gaat in zee op zoek naar ‘leuke’ dingen. Dit is vakantie. In de middag brengt de boot ons weer terug naar Rhodos.
In de avond maak ik wederom prachtige foto’s op het strand dat helemaal leeg is. De verlaten ligstoelen en de opgevouwen parasols vormen een mooi decor voor een stilleven. De ondergaande zon geeft en rode gloed. Langzaam zakt hij in de zee.