Griekenland 2017

Griekenland is een land waar je bijna oneindig vaak op vakantie kunt omdat het zoveel bestemmingen heeft. Kijk alleen maar eens hoeveel eilanden het telt buiten de bekende en grote eilanden Kreta, Cyprus, Rhodos en Corfu. Dan is er natuurlijk ook het vasteland met onder andere de hoofdstad Athene. En niet te vergeten Peloponnesos, het grote schiereiland dat ten westen van Athene ligt. Vanwege de vele eilanden heeft Griekenland erg veel vliegvelden waar op gevlogen wordt. Een andere vorm van de eilanden verkennen is eilandhoppen. Zeker bij de kleinere eilanden zonder vliegveld is de boot het enige middel om de eilanden te verkennen. Kortom, houd je van zon, watersporten, cultuur, strand en historie, dan kan je vaak teruggaan naar Griekenland.
Onze vakantie betreft een rondreis door het vasteland waarbij Athene de laatste stop is. We rijden een rondje tegen de klok in en doen gedurende twee weken bijna iedere dag een andere bestemming aan. De plaatsen waar we overnachten zijn hieronder in die volgorde weergegeven.
De Griekse taal heeft een eigen alfabet. Zonder enige studie is het Grieks niet voor ons te lezen. Ik probeerde vooraf het alfabet te leren, om zo toch iets te kunnen lezen, maar dat valt nog niet mee. Gelukkig kan je overal met Engels terecht en zijn verkeersborden en dergelijke in twee talen weergegeven. Anderzijds wordt steeds meer het Latijns alfabet gebruikt met name voor internationale woorden en merknamen. Misschien vinden de Grieken het zelf ook niet meer zo handig om in deze tijd een afwijkend alfabet te hebben.
Griekenland heeft een warm klimaat waar het in de zomer bloedheet kan zijn. Veel dorpjes zijn pittoresk, het landschap is gevarieerd, er zijn veel historische opgravingen en de mensen zijn relaxt. Het is dus een fijn vakantieland.


Eten in Griekenland is een feest, tenminste als je van vlees houdt. Op de Griekse menukaart zie je vooral veel vleesgerechten. Vegetariërs zullen het moeilijk hebben in Griekenland. Moussaka, souvlaki en gyros zijn bekende Griekse gerechten. De borden worden geserveerd met een beetje groenten en frietjes. Een vleesgerecht kost zelden boven de tien euro. Maar als je een salade besteld ben je meestal net zoveel kwijt. Vreemd genoeg krijg je nergens vooraf Ouzo aangeboden bij het eten, terwijl dat in een Grieks restaurant in Nederland altijd als een traditie wordt verteld. Not dus!
In Griekenland zijn opvallend veel half wilde katten. Je ziet ze echt overal. Ze laten zich vooral zien op de terrasjes. Tijdens het eten zitten ze braaf maar smekend naar je te staren. “Krijg ik niks?”, schijnen ze te zeggen. De katten worden voldoende gevoerd en zien er best gezond uit, ook al zijn ze een stuk dunner dan bij ons.
Maar Griekenland is ook een heel arm land en in ieder geval zijn er grote verschillen tussen arm en rijk. Tijdens een rondreis door Griekenland zie je pas hoe slecht de wegen en de huizen onderhouden zijn. De snelwegen zijn echter van goede kwaliteit en veelal betaald met Europees geld. Dat was voor de crisis in Griekenland. Europa heeft niet één maar twee keer veel geld in Griekenland gestoken! Dat hoor je de politici niet zeggen. Desondanks moet je bijna op alle snelwegen tol betalen.
Griekenland telt nog geen 11 miljoen inwoners terwijl er rond Athene al 3 miljoen inwoners wonen. Dat geeft aan hoe dun bevolkt de binnenlanden zijn en dat ervaar je op een rondreis maar al te goed.
Tijdens onze reis bezoeken we een aantal kerken. Zelf was ik nog nooit in Grieks-Orthodoxe Kerk geweest. Je wordt geacht netjes gekleed te zijn in kloosters en kerken. Dat doen we dan ook telkens uit respect. Griekse kerken zijn echt heel anders van architectuur en interieur. De benaming voor de Byzantijnse kerk is Katholikon. Meestal hebben ze een ronde koepel met verticale smalle raampjes. Het interieur is zeer rijk gedecoreerd met vooral heel veel fresco’s, gouden elementen en zilverwerk. Bij de kerken horen natuurlijk Griekse priesters met hun typische uiterlijk; zwarte ‘jurk’, hoedje – hoe dat ook mogen heten- lang haar, vaak in een staart en een lange grijze baard. Een plaatje om te fotograferen, maar dat vinden ze ongevraagd eigenlijk helemaal niet leuk. Bezoek een kerk, hartstikke interessant.
Het is laat en donker als we landen op de luchthaven van Athene. Het is nog steeds 26 graden terwijl het al september is. Heerlijk zwoel. De man van het autoverhuurbedrijf gemaand ons iedereen aan te spreken als we informatie nodig hebben. De Grieken zijn behulpzaam, ze zullen je altijd helpen, aldus de man. Ondertussen vertelt de man honderd uit over Griekenland. Hij noemt de interessante dingen waar we naar toe moeten gaan. Ik vertel hem dat we al die dingen in onze route hebben opgenomen. Blijkbaar hebben we onze reis goed voorbereid.

Hieronder een overzicht van de plaatsen die we aandeden.

Mati
In 30 minuten tuffen we in het donker vanaf het vliegveld naar Mati waar we onze eerste overnachting hebben. De weg is grotendeels binnendoor, in het donker over slechte wegen en uiteraard in een vreemde auto. Heerlijk, maar niet heus.
Mati is een badplaats, maar het is niet wat je noemt een toplocatie. Het is een eenvoudig en misschien wel een saai en lelijk plaatsje, maar voor ons is het perfect als eerste korte tussenstop. De stranden stellen ook niet veel voor. Toch staan er diverse hotels, maar toeristen zijn er haast bijna niet (meer).

Kamena Vourla
Onderweg naar Kamena Vourla zien we eigenlijk pas hoe arm en vervallen deze streek is. Hier wil je echt niet wonen. Het gebied ten oosten van Athene is niet echt toeristisch. De route naar de snelweg is echter heerlijk relaxt over slingerende wegen door het dorre landschap. De snelweg is in goede staat, maar er rijdt bijna geen verkeer waardoor het lekker opschiet.
Kemena Vourla is een badplaats met een lange boulevard vol met hotels en restaurants. Een groot lang eiland voor de kust scheidt echter Kemena Vourla van de Egeïsche zee. Het ziet er prachtig en gezellig uit. We hebben een leuk hotelletje aan de boulevard met zicht op zee. Vanuit het balkon horen we de zee ritmisch en onophoudelijk kabbelen. Verschil tussen eb en vloed is er nauwelijks. Prachtig. Ondanks dat het weer nog steeds erg warm is zijn er maar weinig toeristen. Blijkbaar is het hoogseizoen al voorbij. We krijgen zelfs de indruk dat we de enige gasten zijn in het hotel.
We bezoeken een wit kerkje aan de boulevard. Onze monden vallen open als we het interieur zien. Er is werkelijk geen millimeter in de kerk dat niet versierd is. Het plafond is helemaal beschilderd met kleurrijke fresco’s. Zo klein en toch zo mooi. Alweer prachtig.

Kastraki en Meteora
We vertrekken over de snelweg maar spoedig duiken we weer de binnendoor wegen in. Het is een waar genot om hier te rijden met prachtige natuur om ons heen. Na het hooggebergte belanden we in grote Thessalische vlakte dat echt zo plat is als Nederland. Het is moeilijk voor te stellen maar miljoenen jaren geleden was de Thessalische vlakte een binnenzee.
Onderweg zien we een dorpje dat bestaat uit vervallen huizen, golfplaten hutjes, troep en nog eens troep. Wat een armoede. Het lijkt haast een sloppenwijk in Afrika. Het zou zomaar een vluchtelingenkamp kunnen zijn en dat is natuurlijk niet vreemd in Griekenland. Het is in ieder geval in en in triest wat we zien.
Onderweg zien we ook nog een grote autosloperij. Het meest indrukwekkende is dat de stalen carrosserieën echt overal staan, zelfs in een vervallen huis zonder ramen. De balkons en de kamers staan echt helemaal vol met onderdelen. We maken een paar foto’s van deze ruwe maar fotogenieke plek.
Als je Meteora wil bezoeken maakt het niet uit of je in Kastraki of in Kalabaka verblijft. Beide plaatsjes zijn dichtbij Meteora. Ons verblijf is in Kastraki. Het plaatsje barst van de hotels, guesthouses en restaurants. Wat moet het hier druk zijn in het hoogseizoen, maar nu valt dat reuze mee. Gelukkig.
Bij aankomst in Kastraki worden we meteen geconfronteerd met de enorme grote, kale, afgeronde rotsformaties. Door eeuwenlange wind- en watererosie hebben de rotsformaties hun specifieke en moeilijk bedwingbare uiterlijk gekregen. Op de afgeronde rotsen groeit letterlijk helemaal niets. Dit hebben we nooit eerder gezien in Griekenland of Europa. Het doet me nog het meest denken aan de canyons in Amerika. Erg indrukwekkend. Bovenop deze rotsen zijn de kloosters van Meteora gebouwd die letterlijk boven alles uit tornen. We verblijven hier twee dagen om zeker niets te missen van de indrukwekkende kloosters.
Meteora heeft een opmerkelijk en interessant verleden. Reeds vanaf de 9e eeuw werden de rotsformaties van dit erosiegebied beklommen door kluizenaars die daar hun eigen leefomgeving creëerden en slechts af en toe naar beneden kwamen. Vanaf de 11e eeuw trokken elders verdreven monniken naar het gebied. Halverwege de 14e eeuw verrezen de eerste kloosters op de toppen. In 1336 stichtte monnik Athanasios, afkomstig van de berg Athos zijn Groot Meteoron. Daarna volgde nog 23 andere kloosters. Met netten aan touwen en houten ladders van soms wel veertig meter lang transporteerden de monniken de benodigde goederen én personen naar boven. In de hoogtijdagen bestond er een autonome gemeenschap van monniken en 24 kloosters in vrijwel volledige afzondering van de rest van de wereld. Sinds 1490 werd de abt van het Groot Meteoron ook het hoofd van de gehele monnikengemeenschap van Meteora. In de 17e eeuw begon echter het verval van het kloosterleven in Meteora. Er werd gesjoemeld, sommige monniken hielden er als monnik verklede vrouwen op na en van het idealistische gedachtegoed was niets meer overgebleven. In de 18e eeuw werden de kloosters gebruikt als toevluchtsoord voor Grieken die door de Turkse overheersers opgelegde belastingen wilden ontduiken. Tijdens de 19e eeuw werden de kloosters gebruikt om te ontkomen aan oprukkende rebellen. In de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende Burgeroorlog (1945-1949) hebben de toen nog overgebleven kloosters veel schade opgelopen. Na al die gewelddadige eeuwen zijn er nu nog slechts zes kloosters in goede staat overgebleven, waarvan sommige nog steeds bewoond worden door monniken en monialen (vrouwelijke kloosterlingen). Men heeft de laatste tijd veel moeite gedaan om de kloosters in hun oorspronkelijke glorie te renoveren. Sinds 1988 staan de kloosters op de Unesco Werelderfgoedlijst. Meteora staat in de top tien van bezienswaardigheden in Griekenland.


Tegenwoordig is Meteora zeer toeristisch. Alle kloosters liggen min of meer op een rondgaande route. Het is komen en gaan met bussen vol toeristen uit heel het land.
Ook wij rijden een rondje langs de zes kloosters van Meteora en besluiten alleen bij het grootste klooster een bezoek te brengen. Zes kloosters bezoeken op één dag is misschien te veel van het goede. Bij alle kloosters moet je entree betalen ook al is het maar heel weinig. Onze benen en schouders zijn bedekt, want dat is wel een voorwaarde om kloosters te bezoeken. Ik ga in vogelvlucht langs de kloosters omdat anders het verhaal te lang wordt.
Het eerste klooster dat we tegenkomen vanuit Kastraki is Agios Nikolaos Anapafsas (H. Nikolaas) uit circa 1490. Volgens deskundigen is het boven op de overblijfselen van een ouder klooster gebouwd. Je moet een stukje te voet klimmen om bij het klooster te komen. Dit relatief kleine klooster laten we letterlijk links liggen.
Daarna volgt het Rousanouklooster. Volgens onbevestigde bronnen zou het gesticht zijn in 1288, maar alleszins staat vast dat er 156 jaar later vervallen gebouwen werden gerestaureerd. In de 16e eeuw werd het volledig in zijn huidige vorm herbouwd, met de goedkeuring van de abt van het Groot Meteoron. Het klooster is alleen te bereiken via een lang trappenstelsel over en langs de rotsen. Eenmaal boven heb je prachtig uitzicht over de andere kloosters waarvan enkele nog veel hoger liggen.
Het derde klooster is Varlaäm. In de hiërarchie van de Meteorakloosters neemt het Varlaäm de tweede plaats in. Het werd in zijn huidige vorm gebouwd in 1518. Er is een mooie anekdote over de bouwwerkzaamheden van het klooster. Uit schriftelijke bronnen blijkt dat de kloosterkerk in 1542, in twintig dagen tijd, werd voltooid. Daarvóór had men er echter 22 jaar over gedaan om het benodigde materiaal naar boven te takelen. Naar verluidt lag een van de stichters al tien maanden doodziek op bed. Toen hij hoorde dat het werk voltooid was, stond hij plots op van zijn ziekbed. Hij kon zijn ogen niet geloven en dankte God en al zijn heiligen, dat hij dit nog had mogen meemaken. Nadat hij dankbaar de monniken en vaklui had gezegend, keerde hij dolgelukkig naar zijn bed terug en overleed in vrede.
Mega Meteoron (Groot Meteoron) is het grootste, maar ook het meest bezochte en indrukwekkende klooster. Met 620 meter is het ook het hoogstgelegen klooster. In de 14e eeuw kwam monnik Athanasius van de Athos-berg zich vestigen in deze omgeving. Hij beklom de meest imposante rots (de Platys Lithos, d.i. Platte Steen) en besloot hier zijn eerste klooster te stichten. Hij noemde de rots “Meteora” (dit betekent “Hoog Verhevene”), omdat ze leek te zweven tussen hemel en aarde. We bezoeken het klooster dat eigenlijk nog niet voor de helft toegankelijk is voor publiek. Alle slaapplaatsen en dergelijke zijn niet te bezichtigen. Het klooster heeft nogal veel buitenplaatsen waar je een prachtig uitzicht hebt over de weide omgeving. Er is een klein museum met een grote variatie aan interessante voorwerpen zoals klederdracht, mozaïeken, kunst, boeken, handschriften, iconen, religieuze voorwerpen en nog veel meer. In een knekelkamer zien we tientallen schedels en een heleboel botten, allemaal netjes opgeborgen in een soort boekenkast. Fascinerend, luguber en zeldzaam tegelijkertijd. Maar het mooiste is toch wel de kapel. Ik heb nog nooit zo’n indrukkende en mooie kapel gezien als deze. Het hele plafond is beschilderd met kleurrijke fresco’s. Prachtig. Je mag er niet fotograferen, maar dat deed ik toch stiekem… Achteraf maar goed, want een mens kan onmogelijk zoveel impressies in zijn bolleke opslaan. De kloosterkerk van de Metamorphosis (= Verheerlijking van Christus op de Taborberg) is de oudste bewaard gebleven kerk van de Meteora en het is gebouwd tussen 1387 en 1388.
Onderweg zijn diverse stop- en parkeerplaatsen waar toeristen stoppen om ongelooflijk mooie panoramafoto’s te maken van de kloosters, de vallei en de rotsformaties. Het is adembenemend mooi. Waaghalzen gaan op de randen van de rotsen staan om foto’s te maken. Bergbeklimmers overwinnen met lange touwen de steile rotsen en lopen op de toppen een ronde alsof hoogtevrees helemaal niet bestaat. Dapper.
Bij het klooster Agia Triada (H. Drievuldigheid) staan we ook maar even stil langs de kant van de weg. Dit klooster is de op twee na oudste stichting van de Meteora. Bepaalde kloostergebouwen dateren reeds van de 14e eeuw. De huidige vorm van het klooster kwam tussen 1458 en 1476 tot stand. Volgens een niet-bevestigde overlevering zou het zeventig jaar gekost hebben om al het benodigde materiaal naar de top van de rots te brengen voordat men met de eigenlijke bouw kon beginnen. Nazi’s hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog de schatkamer van het klooster leeggeroofd. Het kloostergebouw is gebruikt als decor in de Kuifje film ‘Kuifje en het geheim van het Gulden Vlies’ en de Bondfilm ‘For Your Eyes Only’. De laatste 20 minuten van de film zijn gefilmd op Meteora. De film geeft een prachtig en realistisch beeld van Meteora. Vanuit dit klooster heb je een prachtig wandelpad door de vallei naar Kalambaka dat hemelsbreed het dichtst bij ligt.
Het laatste klooster op de route is Agios Stefanos (H. Stefanus). Dit is het enige klooster waarbij het parkeerterrein naast het gebouw ligt, waardoor je niet te voet hoeft te klimmen. In 1888 telde het rijke klooster nog 31 monniken, maar in 1960 was het vrijwel verlaten. Het werd zwaar beschadigd door brand tijdens de Tweede Wereldoorlog, en communistische partizanen hebben tijdens de burgeroorlog in 1949 het gezicht van de stichter op een van de fresco’s onherstelbaar beschadigd. In 1961 werd het omgezet in een nonnenklooster. Vrouwen hadden destijds geen toegang tot de Meteora. De nonnen herstelden niet alleen de schade, ze slaagden er ook in het klooster weer een bloeiend bestaan te schenken. De refter (eetzaal, nu als schatkamer ingericht) getuigt van de vroegere rijkdom van het klooster: kostbare handschriften, iconen, houtsnijwerk, zilveren vaatwerk en reliquiaria (o.a. de in zilver gevatte schedel van de schutspatroon Charalampos).
Oorspronkelijk waren er dus 24 kloosters. Van de achttien kloosters die verdwenen zijn heb ik geen spoor meer kunnen bekennen. Blijkbaar is er niet veel meer van over. Volgens een plattegrond zijn er nog paar ruïnes, maar daar kun je alleen nog maar te voet komen.

In Griekenland eet je laat en vanwege de temperatuur lekker buiten op het terras onder het genot van een lekker wijntje of koel biertje. ’s Avonds eten we bij een echt familiebedrijf waar voornamelijk locals en familie eten. Het kan dus blijkbaar nog in een druk toeristisch gebied. Het mooiste is eigenlijk dat al het vlees voor onze ogen wordt gebarbecued door de kok. Op het terras staat een enorme oven waar de man de hele avond staat te bakken. Eerst maakt de kok zelf de houtskool in een kachel en daarna wordt met enorme spiesen en roosters het vlees gegaard. We eten voor 17 euro inclusief een halve liter wijn. We genieten lekker vanavond en gaan met BBQ-lucht in onze kleren terug naar het hotel.

Ioánnina
Het eerste deel van de route naar Ioánnina is binnendoor en erg bergachtig. Er is werkelijk geen enkel recht stukje in de weg. Heerlijk. Wat moet het fijn zijn om hier met de motor te rijden. Meestal hebben we de weg voor onszelf, waardoor het heel relaxt rijden is. We hebben een korte break in het toeristische stadje Metsovo. Het historische stadje ligt idyllisch tegen een berghelling waardoor het een populaire bestemming is. Het is enorm kruipdoor en sluipdoor in de smalle drukke straatjes om in het centrum te komen waar het bovendien erg lastig is om een parkeerplaatje te vinden. Het stadje barst van de gezelligheid met de vele restaurantjes en winkeltjes. Het is een prima stadje om te verblijven. Een bronzen beeld van een berin met jong en informatieborden geven aan dat in deze streek beren voorkomen. In een reisgids had ik gelezen dat in Griekenland ook wolven en everzwijnen voorkomen, maar de kans dat je ze tegenkomt is wel heel klein.
We rijden door naar Ioánnina waar we overnachten. Ioánnina is een belangrijke universiteitsstad. Het heeft circa 100.000 inwoners en ligt aan het Pamvotismeer of Meer van Ioánnina waardoor het een mooie ligging heeft. In Ioánnina kunnen we veel moeite een parkeerplek vinden. De steegjes zijn super smal en druk waar ik zelfs soms moet steken om de bocht te kunnen maken. Beschadigde muren geven aan dat het niet iedereen lukt. We hebben een super klein hotelletje middenin het centrum met slechts vijf kamers. De kamer ziet er fantastisch uit. Het is zondagmiddag en de restaurants zijn druk bezet waardoor de lunch uitloopt tot 16:30 uur. We hebben alle tijd, maar daardoor hebben we minder tijd om het stadje te bezichtigen. De stad bestaat uit twee delen: de eigenlijke stad en het zogenaamde frourion, een Turkse citadel uit de 17e eeuw, met onder andere twee moskeeën. We bezichtigen dit stadsdeel dat als een aanhangsel in het meer ligt. Binnen de oude stadsmuur bevindt zich een klein dorpje met kleine huisjes. Het is niet wat je noemt mooi, pittoresk of historisch, maar eerder lelijk. Achter een tweede muur zien we de ruïnes van het kasteel, een kleine moskee en het Byzantijns Museum, maar heel erg enthousiast word ik er ook weer niet van.
Het is zondagmiddag en de winkels zijn gesloten waardoor het wat saai is in de stad. Ioánnina is een arme stad met nogal wat panden in erbarmelijke staat. Er is opvallend veel graffiti op de muren waardoor de stad misschien niet aantrekkelijk overkomt. In het oude centrum zijn echter opvallend veel horeca gelegenheden, waardoor het toch een heel gezellige stad is. Langer dan één dag zou ik zeker niet willen adviseren.

Parga
We rijden over de snelweg naar Parga waarbij we diverse tunnels passeren. Ook de snelwegen in Griekenland zijn best interessant vanwege de prachtige uitzichten die je onderweg heb. Eenmaal in Parga ben je in een totaal andere stad. Parga is een van meest beroemde en drukbezochte badplaatsen van Griekenland. Het kleine stadje is één toeristisch centrum met oneindig veel hotels, restaurants, cafés en souvenirwinkels. Het is allemaal super commercieel waardoor het niet helemaal my cup of tea is. Maar variatie is goed en al met al is het een prachtig, mooi, pittoresk dorpje. Mijn zwembroek blijft nog even in de koffer. Ik heb geen zin om op het strand hutjemutje te gaan liggen tussen die duizenden badgasten. Het 12.000 inwoners tellend dorpje heeft waarschijnlijk net zoveel inwoners als toeristen. Zelfs nu eind september is het nog aardig druk. Ik moet er niet aan denken om hier in het hoogseizoen te zijn. Zelfs in de smalle steegjes van het stadje is het een en al commercie. Wandelend door een van de steegjes kom je vanzelf bij het kasteel boven op de berg, maar dan moet je wel eerst tig trappen overwinnen. De steile klim wordt beloond met een prachtig uitzicht over het stadje en de zee. Het kasteel werd in de 15e eeuw gebouwd door de inwoners van Parga om hun stad te beschermen tegen piraten en Turken. De Venetiërs hebben het kasteel diverse malen herbouwd en versterkt nadat het door de Ottomanen werd bezet en vernietigd. Tussen de kasteelrestanten bevindt zich nu een restaurant waar je romantisch kunt dineren met zicht op zee.
We wandelen weer naar beneden en we besluiten te gaan dineren in een restaurant aan de baai. We vinden een leuk restaurant waar je op de balkonnetjes kunt dineren terwijl je geniet van de drukte op de boulevard. Wijntje erbij. Lekker romantisch.

Mitikas en Nicopolis
Vandaag hoeven we maar 65 kilometer te rijden naar onze volgende stop in Mitikas. We zakken naar het zuiden af langs de kust met prachtige stranden. In tegenstelling tot Parga zijn hier de stranden bijna verlaten en aanzienlijk groter. Het is naseizoen en de drukte is voorbij. Regelmatig stoppen we bij de zandstranden om te genieten en mooie foto’s te nemen. Parasols en strandstoelen staan netjes maar leeg op een rij. Ik had verwacht dat de dorpjes aan het strand heel pittoresk zouden zijn, maar dat is niet echt het geval. Ik zie geen prachtige wit-blauw geschilderde huizen en geen gezellige dorpspleintjes met souvenirwinkels. Het is bijna een saaie boel. Gelukkig is de natuur wel op zijn mooist.
Mitikas is ongeveer het tegenovergestelde van Parga, zo rustig en uitgestorven, maar eigenlijk ook oer saai. Nu in september heeft het stadje bijna toeristen meer. We krijgen bijna het gevoel dat we de enige toeristen zijn in het hotel en zelfs in het dorp. Het appartementenhotel ‘Faros Apartments’ staat hoog op een klif en vanuit ons balkon op de derde verdieping hebben we een prachtig uitzicht over de zee.
We bezoeken Nicopolis een Romeinse nederzetting vlakbij Mytikas. Nicopolis (Grieks voor: stad van de overwinning) is een stad in de oudheid in Epirus (Griekenland), gesticht in 31 v.Chr. De restanten van de nederzetting liggen verspreid over een grote afstanden tussen de akkers en dorpjes. Ooit moet hier dus een aanzienlijke populatie hebben gewoond. Het grote en imposante theater is helaas afgezet met bouwhekken vanwege instortingsgevaar van de muren. Het zal nog lang duren voordat het gerenoveerd is. We lopen over het stadion, een parkoers waar ooit paardenwedstrijden werden gehouden. In gedachten zien we de ‘Ben Hur’ karretjes op-en-neer rijden met menners in stoere met leer versterkte pakken en zwepen. Nu lopen wij over de piste, alleen. We horen het gejoel van het publiek. Imposant! We bezoeken het centrum van de nederzetting waar mooie mozaïekvloeren gerenoveerd zijn. We zijn de enige bezoekers in dit historisch openluchtpark. Nicopolis is een sterk ondergewaardeerde archeologische site, maar helaas tegelijkertijd ook slecht gepromoot, slecht gereconstrueerd en slecht opgezet als toeristisch trekpleister. Misschien zijn er gewoon te veel van dit soort gebieden in Griekenland.
We rijden een stukje door naar het bijbehorende Archeologisch Museum. We moeten echt zoeken om het gebouw te vinden en het is bovendien ondergebracht in een vreselijk lelijk gebouw. Ook hier zijn wij de enige bezoekers. Een van de bedienden loopt (uit verveling?) met ons mee en vertelt soms wat informatie over de artefacten. Wij zijn in ieder geval enthousiast, maar het grote publiek weet blijkbaar dit museum niet te vinden.

Nafpaktos
Het mooie van rondreizen is dat je telkens weer verrassende dingen meemaakt. Het meest bijzondere in Nafpaktos is het hotel (Ilion Hotel) dat we geboekt hebben. Via een steile kronkelige weg bereiken we de parkeerplaats van het hotel. Daarna moeten we nog een stukje te voet flink klimmen door een nauw steegje om bij het hotel te komen. De klim wordt beloond met een fantastische kamer. Het is een zeer romantische kamer met een lief balkonnetje waar paarse bougainvillea bloemen sierlijk boven ons hoofd hangen. Het uitzicht is werkelijk fantastisch. We kijken over de rode daken van de stad, de zee en daarachter zien we het schiereiland Peloponnesos.
Nafpaktos heeft een geschiedenis die terug gaat tot 5000 v.Chr. Tegenwoordig dankt het zijn populariteit aan de fraaie ligging aan de baai en de lange kiezelstranden. De mooiste bezienswaardigheden zijn het kasteel, enkele historische ruïnes (Ottoman Bad en Sideroporta Poort) en het haventje. We bezoeken het kasteel dat op 200 meter boven de zee ligt, een flinke klim dus. Het middeleeuws kasteel is een van de best bewaard gebleven en grotere kastelen op het vasteland van Griekenland. We zijn haast alleen als er rondwandelen. We zien voornamelijk muren en kantelen op het heuvelachtige landschap. De enkele gebouwtjes die er staan zijn niet (meer) open.
Er hangen zware, donkere wolken in de lucht. Samen met felle zon geeft dat schitterende beelden over de weidse panorama’s die je bovenop de heuvel hebt.
Het kleine haventje van Nafpaktos wordt omsloten door twee armen met muren, kantelen en poortgebouwen die eens ter verdediging dienden van de stad. Nu is het een jachthaventje met een pittoreske ligging. Vlakbij dit haventje bevindt zich centrum van de stad met tal van gezellige restaurantjes en cafeetjes. Nu begrijpen we waarom het helemaal niet verkeerd is om hier te verblijven. Het is er erg gezellig.
We rijden door en wel via de zuidkust (Golf van Korinthe) richting Delphi. Voor het eerst zien we tijdens onze reis een gebouwtje zoals je dat in de reisgidsen ziet. We gillen allebei tegelijk “STOPPUH!” Het kleine, witte kerkje heeft blauw geschilderde daken. We maken enthousiast foto’s aan alle kanten en rijden daarna weer verder. Deze kustroute is aanzienlijk mooier dan de westkust. De levensstandaard is hier hoger. Ik zou er zelf best willen wonen, zo mooi. Maar de dorpjes zijn ook hier verlaten van toeristen. De rust en stilte zijn teruggekeerd en dat maakt het wat mij betreft allemaal nog mooier.

Delfphi
We verblijven twee dagen in Delphi omdat we uitgebreid de archeologische site willen bekijken. Delphi is een klein stadje met een onevenredig aantal hotels. Naast Meteora is Delphi een van de hoogtepunten van Griekenland. We verblijven in het Castri Hotel dat gerund wordt door een bejaard echtpaar. De eigenaar is 84 jaar en telkens als we hem tegenkomen is hij in voor een praatje met ons. Hij vertelt honderd uit. Als hij merkt dat we graag wat Griekse woorden willen leren is het hek van de dam en probeert hij nog meer met ons te praten. We genieten er allebei zichtbaar van.
Onze kamer is weer fantastisch. Vanuit ons balkon hebben we een prachtig uitzicht over de vallei met duizenden olijfbomen. In de verte ligt de Golf van Korinthe en Peloponnesos. Een plaatje, zo mooi.
Delphi is een mooi stadje met een leuke en gezellige maar toeristische winkelstraat. Het stadje is tegen een berghelling aangebouwd waardoor sommige steegjes extreem stijl zijn. Met al die toeristen zijn er heel wat restaurants. Bij sommige terrassen heb je een schitterend uitzicht over de vallei. Je kan er heerlijk genieten onder het genot van een drankje.
De archeologische site ligt op 10 minuten wandelen van het centrum. Bussen uit heel het land rijden af en aan om toeristen te brengen.
Delphi is een extreem unieke locatie in de wereld. Het staat op de Unesco erfgoed. Voor de Grieken was Delphi letterlijk het centrum van de wereld. Volgens de mythologie liet Zeus twee adelaars los vanuit twee tegenovergestelde plekken op aarde. Ze ontmoetten elkaar boven Delphi. De naam Delphi is afgeleid van het Griekse delphos, dat baarmoeder betekent en de geboorteplaats is van de wereld. Opgravingen hebben aangetoond dat de plek al in de 15de eeuw v.Chr. bewoond was.
Als pelgrimsoord trok Delphi mensen uit heel de wereld aan. Ze bezochten het orakel om raad te vragen bij belangrijke levenskwesties. Na een offergave beantwoordde de Pythia – een speciaal voor deze taak opgeleide zieneres en medium van Apollo – de vragen in cryptische zinnen. Ze deed dat in het adyton een kleine ruimte in de Apollotempel waar alleen zij toegang had. Haar antwoord werd door een priester uitgelegd. Van de Apollotempel die in de 4de eeuw voor Christus is gebouwd, is nu alleen nog een ruïne over met een zestal ronde zuilen. In de 4de eeuw v.Chr. werd ook het theater gebouwd met plaats voor 5.000 mensen.
Diverse muren van gebouwen zijn voorzien van Griekse schriften. Alle letters zijn netjes met beiteltjes op de grote stenen uit gehouwen. Je kunt als het ware de muren lezen.
Op het hoogste punt van Delphi ligt het stadion. Op de 178 meter lange baan konden waarschijnlijk 17-18 hardlopers tegelijk deelnemen. Vanaf 586 v.Chr. vonden hier de Pytische Spelen plaats, die na de Olympische spelen de belangrijkste waren in Griekenland.
Wat mij het meest verbaasde is dat deze historische stad tegen een berghelling is aangebouwd. Hoe hebben de mensen in hemelsnaam al die grote steenblokken om hoog weten te krijgen. Uiteraard is na 5000-7000 jaar veel van de gebouwen verloren gegaan en zijn er alleen nog maar ruïnes over, maar toch het is een knap staaltje bouwtechniek en architectuur.
Veel artefacten en beelden van de site zijn ondergebracht in het Archeologisch Museum dat zich naast de site bevindt. De voorwerpen tonen nogmaals aan hoe goed de Grieken in die tijd ontwikkeld waren. Toen waren wij Nederlanders nog een stel holbewoners! Een slimme Engelsman heeft in het begin van de 20ste-eeuw een groot deel van Griekse schatten ‘geroofd’. Hedendaags zijn deze voorwerpen te bewonderen in het British Museum in Londen.

Vilia
Onderweg naar Vilia maken we een stop bij het Osios Loukas klooster. Samen met het Daphni klooster in Athene en het Nea Moni klooster in Chios staan ze op het Unesco erfgoed. Osios Loukas werd in 896 geboren en verwierf een reputatie van wonderbare genezer. Aan hem is het klooster toegewijd.
Nu, in het naseizoen is er haast geen toerist meer te bekennen. We kijken onze ogen uit en ik maak wel 100 honderd foto’s. We bewonderen de kapel met zijn fresco’s. Het wordt gezien als een van de mooiste Byzantijnse bouwwerken van Griekenland. De kerk is gebouwd in de vorm van een gelijkbenig kruis met een grote koepel, dat wordt ondersteund door pendentieven, waardoor een achthoekige ruimte ontstaat. In de 11de en 12de eeuw werden ze versierd met prachtig marmerwerk en mozaïeken op een gouden achtergrond, wat kenmerkend is voor de tweede gouden eeuw van de Byzantijnse kunst.
Er loopt een Griekse priester (of iets wat er op lijkt). In ieder geval een man in een zwarte ‘jurk’, een zwarte hoofddeksel, grijze baard en lang haar. Prachtig. Ik maak stiekem foto’s van deze man en hij kijkt me als een strenge schoolmeester nors aan. Als blikken konden doden. Best vreemd eigenlijk voor een priester…
In de prachtige kelder met fresco’s staat de crypte van Sint Barbera. Dit is de plaats waar Osios Loukas begraven zou liggen. Het klooster met de tuinen, de binnenplaatsen en de oude gebouwen stralen vooral rust uit. Ik kan me heel goed voorstellen dat de monniken hier gelukkig leefden, ook al waren zij celibatair. De monniken leefden onder andere van de verkoop van olijven.
We rijden door en rijden bijna twee uur lang in gebied zonder veel bebouwing. Langs de kant van de weg zien we een kleine kudde geiten (shoarma). Ik stop en mijn vriendin stapt uit om foto’s te maken. Als ze weer instapt en ik weg rijd, komen vier grote honden luid blaffend aangerend. Ik roep keihard “GAS”. De ramen staan nog open en even krijg ik het gevoel dat de honden ons met auto en al verslinden…. LOL. Even later zien we in de verte een veel grotere kudde geiten (nog meer shoarma) van wel 200 stuks. Ik vraag me af hoe we letterlijk door die kudde komen, maar eenmaal bij de kudde gaan de geiten als makke ‘schapen’ (hùh) aan de kant. We stoppen midden in de kudde en fotograferen er op los. Eindelijk zien we eens wat dieren in dit land. Sommige geiten hebben prachtige horizontaal gekrulde horens met een spanwijdte van wel 60 cm. Indrukwekkend, maar toch niet gevaarlijk.
De reis zit er bijna op en we maken nog één overnachting in het stadje Vilia voordat we naar Athene gaan. In het stadje zien we erg veel restaurants, bijna onevenredig veel tot de grootte van de stad terwijl het stadje zelf niet echt bezienswaardigheden heeft.
Het is zaterdagavond en de lokale slager is nog volop aan het werk. In de etage hangen drie geslachte geiten, gewoon zonder bescherming in de buitenlucht. De poten zijn er af maar de koppen zitten er nog aan. Blauwe stempels geven aan dat het vlees gekeurd is. Hygiënisch? Wordt al het vlees zo behandeld in Griekenland? We zijn in ieder geval niet ziek geworden tijdens onze reis.

Athene
Onze reis is bijna ten einde en we sluiten de reis af met drie dagen Athene. Wil je weten hoe ons de stad is bevallen, kijk dan binnenkort op deze site voor het verslag van Athene.

Griekenland was top. We hebben vooral genoten van de natuur, cultuur, het eten en de aardige mensen. De kans dat we nog eens terug gaan is vrij groot. Ik weet zelfs al waar ik dan naar toe wil, n.l. Peloponnesos.

μέχρι την επόμενη φορά (tot de volgende keer)

Advertentie