Boedapest 2016

Hoeveel steden ken je in Hongarije? Persoonlijk ken ik alleen Boedapest. Dat kan natuurlijk best aan mij liggen, maar het is best weinig. Er valt blijkbaar nog veel te ontdekken in Hongarije. Laat ik mij eerst beperken tot Boedapest.
In 1873 werden de steden Boeda en Pest verenigd tot Boedapest. Het heuvelachtige Boeda ligt aan de westzijde van de Donau en het vlakke Pest ligt aan de oostzijde van de Donau. De twee steden vertonen niet veel gelijkenissen. Boeda is het oude, historische deel van de stad en bestaat uit heuvels, warmwaterbronnen, veel groen en bovenal het Koninklijk Paleis. Pest wordt gekenmerkt door rechte lanen, veel winkels, supermarkten en het dominante bouwwerk van het Parlement. Pest blijkt uiteindelijk veel gezelliger en groter te zijn. Ik verblijf er ook de meeste tijd.
Hongarije heeft net als wij het Latijns alfabet, maar het Hongaars heeft wel erg veel leestekens boven de klinkers, waardoor het voor ons niet altijd even leesbaar is, zeg maar gerust niet leesbaar. Het is wijs vooraf wat woorden te leren, zodat je jezelf een beetje verstaanbaar kunt maken. Mijn eerste Hongaarse woorden zijn: jó reggelt (goedemorgen), kettö sór (twee bier), köszönöm (bedankt). Daar kom je heel ver mee toch? Nu nog op de juiste wijze uitspreken. Echt ieder woord heeft bijna één of meerdere leestekens. Maar gelukkig kun je bijna overal met Engels terecht. Ook de menukaarten worden in het Engels weergegeven. In het algemeen is er weinig bekends te herkennen in de schrijftaal. Ik zag bijvoorbeeld een bord met de tekst: “Föpolgármesteri hivatal ügyfélszolgálati iroda”, wat ongeveer betekent: “Burgemeesters kantoor klantenservice”. Ik bedoel maar. “Üdvözöljük” betekent “welkom”. Verder moet je nog weten de woorden “utca” en “ter”, dat respectievelijk straat en plein betekent. Je zult het veel tegen komen.
Een paar dingen vallen me op in Boedapest. Op veel plaatsen stinkt het naar urine, zelfs in drukke winkelstraten en nabij terrasjes. Lekker! Blijkbaar nemen stappers en daklozen het niet zo nauw met hun volle blaas. Het had ook al een tijdje niet geregend, misschien lag het daaraan.
Er zijn opvallend veel Thaise massages. Dat kan alleen als er veel klandizie is. Ik weet niet in hoeverre het echt bij Thais blijft….
Ik voel me erg veilig in Boedapest en constateer geen enkele vorm van criminaliteit. Er zijn weliswaar veel daklozen, maar daar heb je geen last van. Straatmuziekkanten en entertainers zijn er nauwelijks, evenals irritante straatverkopers.
Boedapest is een schone stad met betrekkelijk weinig straatvuil wat natuurlijk positief is voor toerisme.
Boedapest heeft veel te bieden. Persoonlijk was ik er vijf dagen en in die tijd had ik meeste bezienswaardigheden wel gezien. Daarvoor heb ik wel hele dagen gelopen. In principe zijn alle bezienswaardigheden op loopafstand. Omdat Boedapest zoveel te bieden heeft kan het wat mij betreft meteen achter Parijs en Rome op de ranglijst geplaatst worden van boeiende, mooie en historische steden. Ik vind het een heerlijke stad waar ik mij uitstekend vermaakt heb.
Hongarije is het land van goulash en Frans List (Liszt Ferenc). Van goulash moet je houden, maar dat geldt natuurlijk ook voor klassieke muziek. In Hongarije wordt de voornaam altijd achter de achternaam geschreven, maar in spreektaal niet natuurlijk. Liszt Ferenc is dus gewoon Frans List
Het verraste mij dat Hongarije nog niet overgestapt is op de euro, terwijl ze toch sinds 2004 in de Europese Unie zitten. Na de Brexit zullen de Hongaren wel op hun achterhoofd hebben gekrabd of ze überhaupt nog wel over willen op de euro, want na eenmaal een (verkeerde) keuze gemaakt te hebben is een weg terug erg moeilijk. Hoe dan ook, het Hongaarse geld went snel. De munteenheid is de HUF. Omdat 300 HUF slechts circa 1 euro is, heb je meestal aardig wat geld in je portemonnee. Als je een huis in Hongarije koopt ben je al snel multimiljonair.
Boedapest is echt een stad naar mijn hart. De stad blinkt uit historische gebouwen, monumenten, kunst, veel restaurants, bars en winkels. De bevolking is aardig en behulpzaam. Het is begin september en het klimaat is heerlijk met erg veel zon. Het is gewoon erg prettig om in Boedapest te verblijven.

kossuth-lajos-ter-04-1024x573

Highlights van Pest

Andrássy út

In de reisgidsen wordt de Andrássy út bestempeld als de mooiste boulevard van Boedapest. Deze kaarsrechte 2,5 km lange boulevard verbindt de binnenstad met het Heldenplein en het stadspark. Eind 19de eeuw spreidde de maatschappelijke elite zijn rijkdom hier tentoon en dat is tot de dag van vandaag nog altijd het geval. Omdat de bewoners niet gestoord wilden worden door het lawaai van de tram werd hier de eerste metrolijn van Europa aangelegd. Verrassend! Dicht bij het centrum vind je de chique en bekende modehuizen zoals Armani. Naarmate je verder van het centrum af komt zie je steeds minder winkels maar meer villa’s. Aan weerszijde van de boulevard staan grote rijen bomen waardoor het zicht behoorlijk belemmerd wordt. Je hebt niet het idee in een eindeloze lange winkelstraat te zijn. Ondertussen raast het verkeer van verkeerslicht naar verkeerslicht waardoor – wat mij betreft – de straat niet echt als de mooiste boulevard genoemd mag worden. Desondanks staat de boulevard op de Unesco Werelderfgoedlijst. Het stikt er niet van de toeristen of shoppers, blijkbaar hoeft er niet veel chique kleding verkocht te worden om te overleven.
De boulevard heeft wel een aantal bijzondere panden, zoals de staatsopera uit 1884. Boedapest heeft iets met muziek, zo blijkt uit hun goede reputatie op het vlak van klassieke muziek. Denk maar aan de componisten Liszt, Kodály en Bartók. Het operagebouw werd ontworpen en gebouwd in renaissancestijl. Het prachtige gebouw bevat onder andere Korinthische zuilen, een vestibule gedecoreerd met fresco’s en het auditorium is versierd met schilderijen. De staatsopera is zelfs een van de mooiste podia van Europa.
Het Terror Háza (Huis van Terreur) is een van de meest omstreden musea van Boedapest. Je herkent het gebouw meteen door de enorme woorden “TERROR“ die in de overstek van de dakrand zijn aangebracht. Het museum is gewijd aan de fascistische en communistische dictatoriale regimes die in de 20ste eeuw over Hongarije heersten. De tentoonstellingen doen de banden tussen Hongarije en het Naziregime en de Sovjet Unie uit de doeken. Verder wordt er aandacht besteed aan Hongaarse organisaties zoals de fascistische Pijlkruisers en de AVH, de gevreesde geheime dienst in de communistische periode. Het museum is ondergebracht in een gebouw dat tijdens de Tweede Wereldoorlog het hoofdkantoor was van de Nazi’s en later van de geheime dienst. In de kelders van het gebouw werden tegenstanders van het regime opgesloten en gefolterd. Als je binnenkomt in het museum zie je meteen een grote muur, bedekt met foto’s van slachtoffers van de wrede regimes. Het museum is indrukwekkend, maar kreeg ook veel kritiek te verduren. Volgens de critici zou het Hongarije teveel in een slachtofferrol duwen, terwijl het land in deze twee bloedige periodes zelf een groot aandeel had in de gruwelijkheden. De lift in het museum is heel bijzonder. Als je erin stapt, start er op een groot scherm een film waarin een oud-medewerker van de geheime dienst vertelt hoe het in dit gebouw destijds aan toeging.
Liszt Ferenc tér (Frans List plein) is een zijstraat van de lange boulevard. Het is eigenlijk meer een langwerpig plein waar het barst van de restaurants, bars en terrasjes. Hier is altijd gezelligheid. Op het plein staan diverse beelden van klassieke componisten, maar ook echte piano’s waar passanten een stukje kunnen spelen. Leuk toch? Aan het einde van het plein staat de Frans List Muziekacademie. Wat voor les zouden ze daar geven? De prachtige façade van het pand is rijk versierd met beelden.
Op de kruising met Vörösmarty utca staat het gebouw waar Frans List woonde en werkte tot zijn dood in 1886. Nu is er het Frans List museum ondergebracht.
Er zijn nog drie andere musea te bezichtigen op de boulevard: het Ferenc Hoppmuseum met kunst uit Azië, het István Zelnik Goudmusem en het Kogarthuis met schilderkunst.
Je hoeft je dus niet echt te vervelen op de brede boulevard. Aan het einde van de straat bereik je het Heldenplein en het stadspark die evenmin hoogtepunten van de stad zijn.

Baden

Boedapest staat bekend om zijn warmwaterbronnen en geneeskrachtige baden. Er zijn overblijfselen aangetroffen die teruggaan tot de 2de eeuw, maar de badcultuur raakte pas tijdens de Turkse periode in de 16de-17de eeuw echt ingeburgerd. De Turkse baden die nu nog in gebruik zijn: Császár (Lukacs Baths, Boeda), Gellért Gyogyfürdö (Boeda), Király (Boeda), Rácz (Boeda), Rudas Gyógyfürdő (Boeda) en Széchenyi Gyógyfürdö (Pest). Het zijn stuk voor stuk architecturale meesterwerken.
De Királybaden werden gebouwd in de tweede helft van de 16de eeuw, ten tijde van de Turkse bezetting van Hongarije. De Turkse invloeden zie je nog steeds aan de vormgeving van het gebouw. Zo heeft het onder meer een Turkse koepel en een achthoekig zwembad.
De Rudasbaden zijn thermale en medicinale Turkse baden die gebouwd werden in 1550. Het achthoekige zwembad werd er pas in de 19de eeuw aan toegevoegd. De baden liggen nabij de Elisabethbrug.
Het Széchenyi gyógyfürdö badhuis is het grootste medicinale kuuroord van Europa en is gelegen in het stadspark Városliget van Pest. Het gebouw in neobarok stijl dateert van 1913 en is een juweeltje om te zien. Het enorme buitenzwembad is indrukwekkend. Badgasten spelen er graag een spelletje schaak terwijl ze half in het warme water staan. Een bezoek aan een badhuis is meer dan een helende en sociale gebeurtenis. Je gaat er ook om te genieten van de architectuur, de geschiedenis en beslist ook de sfeer.

szechenyi-gyogyfurdo-01-1024x673

Belvárosi Ferences templom (Franciscanenkerk) Terenciek tere

Al in de 13de eeuw waren de Franciscanen aanwezig op de plek waar nu hun kerk staat. In het midden van de 16de eeuw werd het gebouw tijdelijk omgevormd tot moskee. In de periode 1727-1743 werd de kerk herbouwd in barokstijl. Direct na binnenkomst in de kerk belemmert helaas een groot smeedijzeren hekwerk verdere toegang. Tot de mooiste onderdelen van de kerk horen: de gevel met sculpturen van Maria en van franciscaner heiligen, de fresco’s en het hoofdaltaar.
Een gedenksteen in de zijgevel van de kerk met het jaartal 1838 herinnert aan de grote overstroming van de Donau, die honderden slachtoffers eiste in het stadsdeel Pest.

Belvárosi Plébánia templom (parochiekerk) Március 15. Tér

De bouw van de kerk begon kort na de regeerperiode van de heilige koning Istvan, in de eerste helft van de 11 de eeuw. In de 14 de eeuw kwam er een gotische kathedraal overheen, die later door de Ottomaanse bezetters omgevormd werd tot moskee. Eén van de weinige restanten uit die tijd is een mihrab (nis die de richting van Mekka aanwijst). In 1723 werd de kerk gedeeltelijk verwoest en tussen 1725 en 1739 werd de kerk verbouwd met een gevel in barokstijl.

Donau en bruggen

Er is geen stad aan de 2830 km lange Donau waar de rivier een belangrijkere functie heeft dan in Boedapest. De rivier meandert tussen de voormalige steden Boeda en Pest. Vijf bruggen zijn er in het centrum om je naar de andere zijde van de stad te brengen. In het algemeen zijn de bruggen stik druk, omdat blijkbaar iedereen net naar de ander kant wil.
De meest bezienswaardige brug is de 330 meter lange Kettingbrug (Széchenyi lánchíd) uit 1849. Twee enorme kettingen met lange schakels dragen aan weerszijden het wegdek. De Kettingbrug was de eerste definitieve verbinding tussen beide stadsdelen. Het is niet alleen de oudste, maar ook een van de mooiste bruggen van de stad. Vanaf de brede brug kun je prachtige panoramafoto’s maken van beide stadsdelen. Twee grote beelden van leeuwen aan weerszijden “bewaken” de brug. ’s Avonds wordt de brug sprookjesachtig verlicht.
Ter hoogte van Gellért-Hegy ligt een brug met de naam Erzsébet Hid (Elisabethburg). Hier rijdt het meeste verkeer over. Het is de minst interessante brug omdat deze strak, nieuw en modern is.
De Szabadság Hid (Vrijheidsbrug) verbindt de beide stadsdelen ter hoogte van de grote markthal. Deze oude groene brug lijkt nog het meest op het ouderwetse meccano speelgoed. Het is een bijzonder mooie brug. In de avonduren kruipen jongeren (gevaarlijk) op de draagbogen om zo de zonsondergang achter de Gellertheuvel te zien. Toegegeven, het is een mooi gezicht, maar of die enorme klinkbouten onder je kont zo lekker zitten, betwijfel ik.
Net onder het Margaretha eiland worden beide stadsdelen verbonden door de Margitsziget (Margarethabrug). Op de pijlers van de brug zijn mooie beelden aangebracht. Halverwege de brug is er een “afslag” voor voetgangers naar het Margitsziget eiland.

szabadsag-hid-02-1024x678

Egyetemi templom (Universiteitskerk)

Deze kerk uit de 18e eeuw bevindt zich op het Egyetem tèr. Kenners geven aan dat deze barokke kerk twee van de belangrijkste kunstwerken uit de Hongaarse barok bezit, namelijk de rijkelijk met houtsnijwerk versierde eiken ingangsdeur en een bijzonder mooie preekstoel uit lindehout. De kerk heeft prachtige plafondschilderingen uit 1776. Helaas is de kerk niet altijd open.
Links voor de kerk staat een monument voor de gevallene uit WOI.

Frans List (Liszt Ferenc)

Boedapest is de stad van Frans List. Op veel plekken zie je verwijzingen en herinneringen aan de klassieke componist. List werd geboren in een deel van Hongarije dat nu de Oostenrijkse deelstaat Burgenland vormt. Opvallend genoeg sprak hij niet eens Hongaars, maar hij was zijn vaderland zeer toegedaan, waardoor het nog altijd een nationale held is. In en nabij de Andrássy út boulevard vind je het woonhuis waar hij werkte (nu museum), de Frans List muziekacademie en diverse standbeelden van de componist.

Herdenkingsmonument 19 maart 1944 Szabadság tér

In juli 2014 werd dit nieuwe herdenkingsmonument opgericht ter herinnering aan de Duitse inval op 19 maart 1944 en de daaropvolgende bezetting. Het Duitse naziregime en de Hongaarse regering waren op dat ogenblik bondgenoten van elkaar! Helemaal zuiver was Hongarije dus niet in die tijd.
In het monument herken je aartsengel Gabriël, Hongarije voorstellend, die aangevallen wordt door een Duitse adelaar. De meningen over het monument zijn zeer verdeeld. Enerzijds zijn er mensen die denken dat de huidige uiterst rechtse regering van premier Orban de band van de nazi’s met de toenmalige Hongaarse regering wil verdoezelen en ook hun verantwoordelijkheid over de Holocaust onder de mat wil vegen. Anderzijds zijn er de bijna altijd aanwezige talrijke bloemen en foto’s van slachtoffers van de nazi’s, geplaatst door mensen die hun vermoorde verwanten willen herdenken. Het is een heel controversieel monument; officieel herdenkt het de inval en de daaropvolgende bezetting, maar niet de gevallen slachtoffers.

Horeca

Voor wie van terrasjes houdt kan zijn lol op in Boedapest. Bijna overal vind je wel restaurants, bars en terrasjes. De bediening spreekt over het algemeen goed Engels. Natuurlijk is in Boedapest het eten niet meer zo authentiek als vroeger, maar waar is dat wel? In de stad zijn ook veel Döner Kebabs, Pizza- en hamburgertenten. Diverse restaurants geven met borden aan dat ze nog Hongaars eten serveren. Eten en drinken in Boedapest hoeft niet duur te zijn. In het algemeen liggen de prijzen lager dan in Nederland. Houd er rekening mee dat aan het einde meestal servicekosten in rekening worden gebracht, waardoor het uiteindelijk toch net iets duurder uitvalt dan je had gedacht. Wil je nog goedkoper eten, dan moet je net even buiten het centrum gaan. Een halve liter bier kost gemiddeld 3 euro en das toch aanzienlijk goedkoper dan bij ons. Bij de super kost een halve liter bier 60 ct. Afrekenen gaat in het algemeen makkelijk, omdat je snel aan het Hongaars geld gewend bent.

Hösök tere (Heldenplein)

Het Heldenplein, gelegen aan het uiteinde van de Andrássy út boulevard, is een van de belangrijkste pleinen van Boedapest. Bij het zien van die monument ben ik enorm verrast. Wat is dit monument groot en indrukwekkend. In het midden van het plein staat het Millenniummonument, dat werd opgericht voor de viering in 1896 van de 1000-jarige geschiedenis van de Magyaren in Hongarije. Het monument werd overigens pas in 1929 voltooid. De 36 meter hoge zuil wordt bekroond met een bronzen beeld van de aartsengel Gabriël die de gouden Stefanuskroon in de hand houdt. Op de sokkel onder de zuil poseert te paard vorst Árpád (Magyarenvorst), die aanvoerder was toen ze aan het eind van de 9de eeuw het land in bezit namen. Aan weerszijden van hem staan zes fiere stamhoofden, eveneens te paard. Achter dit monument staan twee cirkelvormige zuilengalerijen met elk zeven bronzen beelden en plaquettes van belangrijke Hongaren, van koning Stefanus tot de vrijheidsstrijder Lajos Kossuth. Bovenop deze zuilengalerij staan onder andere bronzen beelden van Romeinse krijgers met paarden.
Ten noorden van het monument bevindt zich het Szépmüvészeti Múzeum (Museum voor beeldende kunst) en ten zuiden bevindt zich de Mücsarnok (kunsthal). Achter het plein ligt het enorme Városliget stadspark.

hosok-tere-01-1024x666

Jodenwijk en synagogen

De Jodenwijk ligt ten oosten van het centrum. Je vindt er allerlei interessante bouwwerken en veel eettentjes. Hoogtepunt in de wijk is de imposante synagoge (Zsinagóga) uit de 19e eeuw aan de Dohány utca. Lange rijen staan voor het gebouw om de synagoge van binnen te bezichtigen. Het is de tweede grootste synagoge ter wereld. Het gebouw is 75 meter lang en 27 meter breed en biedt plaats aan 3000 personen. De twee imposante Moorse koepels bepalen voor een groot stuk de skyline van de stad. Aan de achterzijde op het binnenplein staat een bijzonder kunstwerk. Het is een treurwilg waarbij op ieder blaadje de naam staat van een slachtoffer van de Holocaust. Hier is ook het Magyar Zsidó Múzeum és Levéltár of te wel het Hongaars Joods Museum en Archieven.
Boedapest had een groot percentage Joden ten tijde van WOII. Veel Joden zijn slachtoffer geworden van de Duitse nazi. Diverse monumenten herinneren nog aan deze zinloze slachting.
Vanwege de drukte laat ik de grote synagoge even links liggen, maar ik bezoek wel de veel kleinere en minder bekende synagoge aan de Kazinczy utcai. De synagogen zijn vernoemd naar de straatnaam. Het entree bedraagt maar 1 euro. Uit respect wil ik mijn petje afzetten, zoals ik dat altijd doe als ik een gebedshuis binnenstap. De man achter de kassa zegt echter dat ik mijn petje kan ophouden en geen keppel hoef te dragen. Ik wist niet eens dat het gebruikelijk is, dat mannen in de synagoge een hoofddeksel moeten dragen. Het is de eerste keer in mijn leven dat ik in een synagoge ben en het voelt best wel vreemd. Samen met een paar andere mensen bezichtig ik het gebouw. Ik ben zelfs even alleen en verbaas me dat een vreemde met een fototas zomaar alleen in een synagoge mag rondlopen. Je weet maar nooit met al die aanslagen. Wat me opvalt, is de afwijkende stijl ten opzichte van christelijke kerken. De ruimte is bijna overal versierd met kleurrijk schilderwerk. Daarnaast zie ik koperen kroonluchters, glas-in-lood ramen en houtsnijwerk. De zitbanken komen veel overeen met die van kerken. In het midden van de ruimte staat op een podiumpje een houten stoel/meubel waar waarschijnlijk de “voorlezer” zit. Eerlijk gezegd weet ik te weinig van het Joodse geloof voor een goede uitleg. Des te indrukwekkender voelt het voor mij.

kazinczy-utcai-zsinagoga-02-1024x712

Musea

Het barst in Boedapest van de musea. Het voert te ver om ze allemaal op te noemen. Tijdsbesteding is dus afhankelijk van je persoonlijke interesses. Wil je meerdere musea gaan bezichtigen trekt dan extra tijd uit in je reisschema. Persoonlijk was ik vijf dagen in Boedapest, maar heb geen musea bezocht. De stad heeft veel te bieden.

Országház (Parlementsgebouw) en Kossuth Lajos tér

Het Hongaarse Parlement werd gebouwd tussen 1884 en 1902, naar een ontwerp dat sterk geïnspireerd was op het Britse House of Parliament. De stijl is neogotisch. Opvallend aan de buitenzijde zijn de vele gevelspitsen die het gebouw een apart karakter bezorgen.
Het parlementsgebouw is de residentiële woning van de president en de plaats waar het Hongaars parlement zetelt. De “nationale vergaderzaal” wordt beschouwd als het meest indrukwekkende onderdeel van dit bouwwerk met bijna 700 kamers, maar de koepelzaal en de grote congreszaal moeten daarvoor weinig onderdoen. In de zijvleugels van het gebouw vind je de zittingszalen.
Het gebouw behoort tot de fraaiste monumenten ter wereld en dat zegt natuurlijk al genoeg. De lengte is 268 meter, het breedste stuk is 118 meter en de koepel is wel 96 meter hoog. Het is het grootste parlementsgebouw ter wereld.
Bezoek van het gebouw is alleen mogelijk in groepsverband onder begeleiding van een gids. Bij de Visitors Center koop je kaartjes à 7,5 euro pp voor een tijdstip met een taalgids naar keuze. De gids leidt je vervolgens in drie kwartier door met bladgoud beklede gangen en vergaderzalen. Hoogtepunten zijn de congreszaal, waar de kamer zetelt en de koepel(zaal). In de koepel ligt de gouden Stefanuskroon die permanent bewaakt worden door twee soldaten. De kroon mag niet gefotografeerd worden. Je ziet uiteindelijk maar een klein gedeelte van het kolossale gebouw. Als er debatten zijn is bezichtiging niet mogelijk. Per dag worden er duizenden mensen door het gebouw “gejaagd”, waardoor het een enorme “toeristenfabriek” is.
Het parlementsgebouw ligt aan het Kossuth Lajos tér (plein), dat op zich zelf al een bijzonderheid is. Op de eerste plaats natuurlijk omdat het een perfect zicht biedt aan de façades van het parlementsgebouw. Op het plein staan grote indrukwekkende monumenten van de vrijheidsstrijders/vorst Ferenc II Rákóczi en Lajos Kossuth die zich destijds tegen de Habsburgers verzetten. Het plein is autoluw gemaakt, dat betekent dat parlementsmedewerkers dus ook met de taxi, lopend of met de tram moeten komen. Goed voorbeeld toch?
Recht voor het parlementsgebouw staat een enorme vlaggenmast die door twee gewapende soldaten bewaakt wordt. Opvallend zijn hun donkere zonnebrillen. Het valt niet mee om met je kanis uren recht in de zon te kijken! Periodiek worden de soldaten afgewisseld hetgeen op traditionele wijze geschiedt waardoor het een toeristisch spektakel is.
Aan het plein ligt het Néprajzi (etnografisch) Museum met zijn imposante façade. Het is een van de grootste van Europa is zijn soort. De uitgebreide en veelzijdige collectie bestaat uit meer dan 200.00 voorwerpen van kunstwerken en religieuze voorwerpen tot meubels, textiel en keramiek. Het eclectische paleis werd voltooid in 1896.

orszaghaz-00-1024x577

Reformatus Templom (hervormde kerk)

Deze kerk uit het begin van de 19de eeuw staat aan het Kalvin tèr. Opvallend bij dit godshuis is behalve de ui-vormige groene toren ook de vierkante voorgevel. Het plein is vernoemd naar Janos Kalvin (Johannes Calvijn), de protestantse hervormer uit de 16de eeuw.

Szent István-bazilika (St. Stefanusbasiliek)

In deze basiliek aan het gelijknamige plein (Szent Istvan tér) vereren de Hongaren hun eerste christelijke koning. De bouw van deze kerk begon in 1851, maar het duurde ruim een halve eeuw eer de kerk voltooid was. Het is de grootste kerk van Boedapest met een koepel die 96 meter hoog is. In de koepel is een uitkijkplatform op een hoogte van 65 meter met een panoramisch zicht over de stad. Om het te bereiken moet je ruim driehonderd treden overwinnen, maar gelukkig is er ook een lift.
Als je de basiliek betreedt via de massieve deur van de hoofdingang (naast de toren) heb je een goed overzicht van het interieur. Boven het hoofdaltaar prijkt een beeld van de heilige koning. Aan de linkerzijde, in de Heilige Rechterhandkapel (Szent JobbKkápolna), bevindt zich een van de meest vereerde voorwerpen van het land: de gemummificeerde onderarm van Szent Istvan (de heilige koning Stefanus).

Vaci Utca

Vaci Utca is de belangrijkste, grootste en drukste winkelstraat met exclusieve winkels, restaurants en bars van Boedapest, die vrij is van autoverkeer. De straat ontstond in de 18de eeuw, maar de meeste architecturale panden dateren uit de 19de en 20ste eeuw. De toerist verblijft hier graag om te shoppen of om op een van de vele terrasjes iets te drinken die talrijk aanwezig zijn.

jane-haining-rakpart-07-678x1024

Városliget stadspark

Het park ligt aan het einde van de Andrássy út en is daardoor helaas wat ver van het centrum. Hele busladingen strijken er echter neer voor een gecombineerd bezoek, want het Heldenplein met de musea kan in één keer meegenomen worden. In sommige opzichten lijkt dit park wel een sprookjespark, zo mooi zijn de gebouwen. Er zijn veel gezinsvriendelijke attracties te vinden. Centraal in het park ligt een grote vijver. In de Állatkert Zoo zijn niet alleen dieren te zien maar ook bezienswaardige kunstmonumenten en jugendstilpanden. Het is maar een klein dierentuintje.
Széchenyi gyógyfürdö is een schitterend badhuis in het stadspark uit het begin van de 20ste eeuw met jugendstilingang en fantastische koepelfresco’s. Het bad is bijzonder populair bij schakers die in het warme water van 37° graden van geen stoppen weten.
Vajdahunyadvár is een burcht met een sprookjesachtig decor. Het kasteel werd gebouwd ter ere van de Wereldtentoonstelling in 1896. Het is een kopie van een gelijknamig kasteel uit Transsylvanië. Het kasteel werd oorspronkelijk opgetrokken uit karton en hout, maar omdat het zo populair was bij de bevolking, werd het herbouwd in steen. Het gebouw combineert verschillende Hongaarse stijlen, maar ook de gebouwen rond het kasteel hebben elk hun eigen stijl: romaans, gotisch, renaissancistisch en barok. De burcht moest een overzicht bieden van de Hongaarse architectuurgeschiedenis. Op de binnenplaats achter de leeuwenbrug staat de Jáki kápolna kapel in romaanse stijl, die wordt gebruikt voor erediensten en huwelijksplechtigheden. De burcht biedt nu plaats aan het landbouwmuseum (Magyar Mezögazdasági Múzeum).
Aan de rand van het park staat een enorm groot wiel/schijf met een doorsnede van acht meter. Het is misschien een saai en statig ding maar heeft wel een bijzondere eigenschap. Het is de grootste zandloper ter wereld en wordt ieder oudjaar om middernacht in een ceremonie omgedraaid. Het doorlopen van het zand duurt exact één jaar. Het tijdwiel werd in 2004 ingehuldigd ter ere van de toetreding van Hongarije tot de Europese Unie. Vandalen proberen wel eens het glas stuk te slaan met de hoop het zand uit het monument te laten stromen, maar dat is (gelukkig) nog niet gelukt. Ik kreeg echter de indruk dat de landloper niet meer functioneerde.

Vásárcsarnok (Grote Markthal)

Deze grote markthal uit 1897 aan de Vámház Körút is maar liefst 150 m lang en grotendeels opgebouwd uit ijzer en glas achter een prachtige bakstenen voorgevel. Het dak is bekleed met felle gele, groen en rode leisteentjes in ruitpatroon wat heel fotogeniek is. Oorspronkelijk was de markthal degelijk uitgerust met transportmogelijkheden. Een spoorlijn liep tot binnen en er was een kanaal tot aan de nabije Donau om verse producten aan te voeren. Het fraaie gebouw onderging in 1984 een grondige restauratie.
Zowel Hongaren die hun dagelijkse boodschappen doen, als toeristen vinden hier hun gading. Dit is het kloppende hart van de stad; iedereen komt hier, van rijkelui tot daklozen. Bij binnenkomst komen de geuren van de koopwaar je al tegemoet. Ik ruik olijven, worst en dergelijke. Als je verse producten wilt kopen, is dit de place to be. Op de begane grond vind je een reusachtige selectie van het lekkers dat Hongarije te bieden heeft. De handelaars verkopen werkelijk alles, van vlees, kaas, fruit en groenten tot typisch Hongaarse producten als worst, paprikapoeder, kaviaar en tokajiwijn. Op de eerste verdieping zie je souvenirs en talloze eetstandjes. De markthal is gesloten op zondag maar open op koopzondagen, de overige dagen open van 6 tot 17 u (op zaterdag tot 15 u).
Naast de markthal staat het imposante gebouw van de universiteit van Boedapest.

vasarcsarnok-03-1024x664

Vigadó opera / ter

De Vidadó opera ligt op aan de oostelijke oever van de Donau aan het Vigadó ter en is het tweede grootste operagebouw van Boedapest. Het gebouw werd in 1859 ontworpen. Tijdens de tweede wereldoorlog liep het gebouw zware beschadigingen op. Na de oorlog nam de reconstructie maar liefst 36 jaar in beslag. Vooral de façade is een kijkje van dichterbij de moeite waard. Die wordt gesierd door zuilen met gebeeldhouwde dansers, bustes van Hongaarse koningen en beroemdheden.
Voor het gebouw staat een prachtige fontein met een bronzen beeld van twee jongens.
Vlak daarbij staat nog andere bijzonder kunstwerken zoals het bronzen beeld van de Kleine Prinses. Dit is waarschijnlijk een van de bekendste standbeelden van Boedapest. Het meisje dat op de reling zit draagt een opvallende narrenmuts. Als brons regelmatig wordt vastgepakt wordt het donkere brons licht van kleur. Aan haar benen is te zien dan mensen vaak aan haar benen zitten… Even verderop staan nog bronzen beelden van een meisje met een hond, een kunstschilder met een ezel en een dame in een lange strakke jurk.

Vörösmarty tér

Midden op dit mooie plein staat een groot beeld van de dichter Vörösmarty naar wie het plein (tér) genoemd is. In de sokkel staat een van de beroemdste zinnen gebeiteld uit een patriottisch gedicht van zijn hand: “Van liefde en trouw voor het vaderland blijf steeds vervuld, o Magyaar”.
Op huisnummer 7 vind je één van de bekendste koffiehuizen van de stad, Gerbeaud Cukrászda. Al ruim anderhalve eeuw wordt koffie met heerlijk gebak opgediend in het prachtige interieur met rode fluwelen stoelen.
Naast al het schoon van de historische gebouwen staat een supermodern winkelcentrum met een in strak glas gehulde gevel. Het is bijna schokkend hoe nieuw en oud gemixt zijn op het plein. Er bevindt zich veel horeca waardoor het plein zeer geliefd is bij de toerist. Een van de bekende namen op het plein is het Hardrock Café. Op de eerste verdieping van dit café is alleen kleding te koop. In de kelder is een restaurant.

Highlights van Boeda

Boeda is dus een heel andere stad dan Pest. Het historische gedeelte bestaat uit twee heuvels waarvan eigenlijk alleen de Vízivaros-heuvel bebouwd is. De meer zuidelijke heuvel Gellért-Hegy is nagenoeg geheel een natuurpark.

Budavári Palota (Burchtpaleis)

Hoog boven de Donau domineert het Burchtpaleis de skyline van de Burchtheuvel in Boeda. Het eerste paleis werd in de 13de eeuw gebouwd door koning Béla IV van Hongarije, maar het werd in de loop der eeuwen verschillende keren vernield en heropgebouwd. Het oudste deel van het huidige paleis stamt uit de 14de eeuw. Tijdens de tweede wereldoorlog liep het paleis zware beschadigingen op, maar in de jaren ’60 werd het herbouwd. In het paleis resideren al lang geen koningen meer. In plaats daarvan presenteert de Magyar Nemzeti Galéria (Hongaarse Nationale Galerie) in vier vleugels van het Koninklijke Paleis het werk van grote Hongaarse kunstenaars. Het historisch Történeti Múzeum (historisch museum) ernaast geeft een beeld van de veelbewogen geschiedenis van de stad, beginnend met de opstand tegen de Turken in 1686 tot de val van het communisme in 1989.

torteneti-muzeum-02-1024x678

Gellért-Hegy (Gellertheuvel)

Ik start mijn wandeling bij de mooie Szabadság hid (Vrijheidsbrug). Het Gellért gyógyfürdö (Gellértbadhuis) ligt ten zuiden van de Gellertheuvel en is het eerste wat ik tegenkom. Dit is het meest populaire badhuis bij toeristen. De geneeskrachtige bron die zich hier bevindt, komt in teksten voor die teruggaan tot de 13de eeuw. Het badhuis is verbonden aan een chic wereldberoemd viersterren hotel en het interieur bestaat uit kunstige mozaïeken, gekleurde glasramen en beelden, wat het geheel een folkloristische en ontspannende sfeer geeft. Mijn eerste indruk van het gebouw is dat het allemaal poep chic en duur is. De gevel is in Jugendstil en bijzonder mooi.
Heuvelopwaarts zie ik het monument van bisschop Gellért. Het bestaat uit een zuilengalerij met een beeld en een watervalletje, die samen het verhaal van de marteldood van de heilige Gellért illustreren. Na de dood van de heilige koning István (Stefanus) vermoordden opstandige, niet–christelijke Magyaren zijn geestelijke adviseur, bisschop Gellért, omdat hij trachtte hen te bekeren. Hij werd in een dicht getimmerd vat gestopt en vervolgens van de rotsen van wat nu Gellértheuvel (Gellért-hégy) heet, in de Donau gegooid. Het bekken dat het water van het watervalletje opvangt is rood gekleurd en geeft daarmee de indruk dat hier Gellérts’ bloed stroomt, aldus een reisgids. De rode kleur kon ik echter niet ontdekken.
Naast het monument staat de Sziklakápolna rotskapel, die uitgehakt is in de Gellértheuvel. De grot wordt ook wel Sint-Ivansgrot genoemd, naar de monnik die hier in afzondering leefde en het thermale water van het meer naast de grot gebruikte om de zieken te genezen. De grot maakt deel uit van een labyrint van onderaardse gangen en ruimtes. Een groep monniken legde in de jaren ’20 van de 20ste eeuw de eerste ingang van de grot aan. Van 1926 tot 1951 deed de grot dienst als kapel en klooster. In 1951 viel de communistische Hongaarse staatsveiligheid binnen. Die wilde de katholieke kerk ondermijnen en sloot de kerk af. Pas in 1989 werd de kerk opnieuw geopend. Tegen een kleine betaling is nu de grotkapel te bezoeken.
Ik wandel verder bergopwaarts richting het Vrijheidsbeeld dat al van veraf zichtbaar is. De paden zijn smal en behoorlijk steil. Ik kom haast niemand tegen en ben dan ook uiterst verbaast als ik honderden mensen boven op de 235 meter hoge top van de Gellértheuvel zie. Mijn hart bonkt en mijn lichaam is bezweet. Ik kom er achter dat al die mensen met de bus gekomen zijn via een weg aan de noordzijde van de heuvel. Ja lekker makkelijk, zo kan ik het ook!
Het Szabadság (Vrijheidsbeeld) op de top van de berg is in 1947 opgericht ter herdenking van de bevrijding van het fascisme en de oorlog. Het Vrijheidsbeeld is een indrukwekkend 14 meter hoog bronzen beeld van een vrouw met een palmtak. Naast de dame staan nog twee beelden waarvan het ene de vooruitgang en het andere de vernietiging uitbeeldt.
Vanuit het plateau heb je een schitterend uitzicht over de stad en de Donau. Massa’s toeristen nemen foto’s van het weidse uitzicht.
Het enige gebouw op de heuvel is de Citadel. Deze vesting werd in 1851 gebouwd door de Habsburgers. De Oostenrijkers wilden de Hongaren met een indrukwekkende vesting onder de duim houden. Sinds 1961 is de Citadel geopend voor publiek. Binnen vind je onder meer een eenvoudig hotel en een restaurant. Ben ik even blij dat ik niet in dat hotel zit. Je zal maar iedere dag die klim moeten maken, of de bus pakken natuurlijk. Naast het Citadel bevinden zich tal van kleine houten souvenirwinkeltjes. Het is komen en gaan met toeristen – in bussen dus – naar dit letterlijk hoogtepunt van de stad.

Halászbástya (Visserbastion)

Het vissersbastion is een neogotisch en neoromaans bouwwerk vlakbij de Matthiaskerk. Het werd gebouwd tussen 1895 en 1902. De zeven sprookjesachtige torentjes opgetrokken uit wit kalksteen stellen de Hongaarse stammen voor die eeuwen geleden de Pannonische vlakte bewoonden. De naam van het bastion is afkomstig van het gilde van de vissers die in de middeleeuwen dit deel van de stad moest bewaken. Om het plein staat een grote muur met wandelpromenade waar je tegen betaling kunt genieten van een magnifiek uitzicht over Pest. Nu zijn er diverse restaurants ondergebracht in het bastion en de ommuring waardoor de toerist eigenlijk alleen maar de buitenkant van het bouwwerk ziet, tenzij je er gaat eten natuurlijk. Een van de restaurants heeft een prachtig terras aan de muur waar je via vensters onder het genot van een hapje en een drankje heerlijk kunt genieten van het uitzicht. Dat de prijzen hier aanzienlijk hoger liggen moge duidelijk zijn.
Eigenlijk bestaat het bouwwerk uit een groot uitkijkplatform met veel trappen en paadjes. Samen met een bezoek aan de Matthiaskerk is het een grote trekpleister. Op het plein staat en groot indrukwekkend ruiterstandbeeld van Stefanus I van Hongarije.

halaszbastya-06-1024x667

Mátyás Templom (Matthiaskerk)

De Matthiaskerk bevindt in het kastelendistrict en is vernoemd naar de populaire koning Matthias Corvinus. De mooie toren is 80 meter hoog. De oudste delen van de kerk dateren uit de 13de eeuw, maar onder meer de Turkse bezetting zorgde voor donkere tijden in haar geschiedenis en werd ze omgedoopt tot een moskee waaruit alle fresco’s en andere versieringen verwijderd of gesloopt werden. In 1686 kwamen de Habsburgers langs, die op hun beurt voor grote schade zorgden. In het laatste kwart van de 19de eeuw volgden verbouwingen in neogotische stijl, maar ook deze hielden geen stand, want tijdens WOII werd de kerk opnieuw zwaar beschadigd. Inmiddels is de kerk weer fraai hersteld, maar met meer aandacht voor de vroegere stijl. De inrichting is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Zelden zag ik eerder dergelijke beschilderingen in een kerk. Nagenoeg alles is geschilderd in bruin, goud in sierlijke geometrische patronen. Prachtig. Nu is het een toeristische trekpleister. Een van bijzonderheden is het dak dat bestaat uit geglazuurde en gekleurde dakpannen in ruitpatronen. De kerk heet ook wel Nagyboldogasszony templon of Onze-Lieve-Vrouwekerk.

Sikló (kabeltram)

Komende van Pest via de Kettingbrug zie je meteen de kabeltram. De kabeltram is de eenvoudigste en meest relaxte wijze om naar de kasteelheuvel te gaan. De kabeltram is in gebruik sinds 1870. In de Tweede Wereldoorlog werd de lijn vernietigd, maar in 1986 werd het terug in gebruik genomen. De kabeltram bestaat uit twee wagons waarvan het onderstel met dezelfde hoek is gebouwd als de heuvel. De hellingsgraad is 48°. De ene wagon gaat naar boven terwijl de ander tegengesteld naar beneden gaat en andersom. Een tochtje van het krap 100 meter lange traject duurt nauwelijks langer dan een minuut. De ritprijs is relatief duur, maar een steile klim is het alternatief. Het uitzicht onderweg is magnifiek in dit originele vervoermiddel.

Szent Anna Templom (Sint Annakerk)

De Sint-Annakerk is een van de mooiste barokke gebouwen van Boeda. De bouw duurde van 1740 tot 1761. De kerk, gelegen aan het Batthyánplein, valt vooral op door zijn twee torens. De façade wordt gesierd door verschillende beelden, met in het midden een beeld van de Heilige Anna met de maagd Maria.
De magnifieke ovalen koepel bevat fresco’s van kunstenaar Pál Molnar. De kerk is gedurende haar bestaan vaak door getroffen aardbevingen, oorlogen en overstromingen, in die mate dat men er zelfs even aan gedacht heeft het gebouw af te breken voor de bouw van de nieuwe metro. Dat is gelukkig nooit gebeurd.

szent-gyorgy-ter-01-1024x572

Klik hier voor meer foto’s.

Advertentie