Brugge 2009-2010

Bij vakantie in België denk je al vrij snel aan de Ardennen of de kust. België heeft echter nog meer te bieden zoals stedentrips naar een van de vele historische steden. Zo zijn onder andere Anderlecht, Antwerpen, Brussel, Gent, Leuven, Liège (Luik), Mechelen, Namur (Namen) en Schaarbeek de moeite waard voor een één- of meerdaags bezoek. In principe kun je in één dag een groot deel van deze steden zien, maar als je ook nog een paar musea wil bezoeken, een rondleiding in een bierbrouwerij wil doen, lekker culinair wil uiteten én ’s avonds een pint wil pakken in een van de vele kroegen, raad ik je aan om er een lang weekend van te maken en een hotelletje te boeken. Kun je meteen genieten van de heerlijke Belgische biertjes. In alle steden zijn volop hotels in het centrum, waardoor je alle bezichtigingen te voet kunt doen en regelmatig een terrasje kunt pakken. Al deze steden hebben een Bourgondisch karakter waar je heerlijk kunt stappen.
Wij hebben een hotelletje dat luistert naar de naam “Oud Huis De Peelaart”. Het is een mooi stijlvol herenhuis met mooie kamers.
Brugge is van deze historische steden een van de bekendste en mooiste en ligt op circa 2:20 uur rijden van Utrecht. Het eivormige historisch centrum is omsloten door een rondweg en rivieren. Het centrum is autoluw, waardoor het heerlijk rustig is. Het is als middeleeuwse stad opgenomen op de werelderfgoedlijst van Unesco. De stad telt circa 118.000 inwoners; ongeveer 20.000 daarvan wonen in het historisch centrum. De eerste tekenen van leven op het huidig Brugse grondgebied stammen uit de 2e eeuw na Chr., toen er zich een Gallo-Romeinse nederzetting bevond. De naam van Brugge werd voor de eerste keer vermeld tussen 850 en 875.
In 1089 werd Brugge uitgeroepen tot hoofdstad van het graafschap Vlaanderen en van de 13e tot de 15e eeuw kon Brugge gerust beschouwd worden als de economische hoofdstad van Noordwest-Europa. Door zijn belang als handelscentrum zag in Brugge het eerste beursgebouw ter wereld het levenslicht. Daarnaast werd ook de Waterhalle op de Grote Markt als ontmoetingsplaats voor handelaars gebouwd. De 14e eeuw mag de Gouden Eeuw van Brugge genoemd worden. De binnenstad kreeg een tweede stadswal waarvan tot op vandaag enkele poorten de tand des tijds hebben doorstaan. Het Bourgondische vorstenhuis had van Brugge haar residentiestad gemaakt en trok heel wat uitmuntende kunstenaars aan, waaronder schilders en architecten. Dit resulteerde in een enorme verrijking van de stad op bouwkundig, artistiek en cultureel vlak. Het monumentale stadhuis is hier een mooi voorbeeld van, maar ook heel wat indrukwekkende kerken en huizen stammen uit die periode.

010 Brugge (1024x726)
De bijnaam van de inwoners van Brugge die Bruggelingen heten, is “(Brugse) zotten”. Deze bijnaam dankt men aan de volgende legende: Nadat door de Bruggelingen Maximiliaan I van Oostenrijk voor een tijd gevangen was gehouden in de strijd om autonomie, verbood hij het houden van een jaarmarkt en andere festiviteiten. In een poging om Maximiliaan te sussen, hielden de Bruggelingen een groot feest voor hem en vroegen daarna opnieuw toestemming om een jaarmarkt te houden, belastingen te innen én … een nieuw “zothuis” te bouwen. Hij antwoordde: “Sluit alle poorten van Brugge en je hebt een zothuis!”
Brugse Zot is ook een biersoort dat in de brouwerij waarvan Brugge wordt gemaakt. Ondertussen heeft het grote naamsbekendheid gekregen en is het bier op veel plaatsen te koop zelfs in Nederland. Ik adviseer je een rondleiding te volgen in bierbrouwerij de Huisbrouwerij De Halve Maan aan de Walplein en na afloop dit heerlijke gerstensap (Blond en Dubbel), te proeven. Naast Brugse Zot zijn er nog veel andere biermerken. Er zijn in Brugge verschillende biercafés en -winkels. Echter, van de vele brouwerijen die ooit in Brugge gevestigd waren, is alleen nog De Halve Maan over en zijn er verder nog de in 2012 opgerichte brouwerij Fort Lapin en de in 2015 opgerichte brouwerij Bourgogne des Flandres.
Brugge staat daarnaast bekend als chocoladestad: de stad telt heel wat chocolatiers en een chocolademuseum (Choco-Story). Jaarlijks vindt er ook het chocoladefestival Choco-Laté plaats. Een specialiteit is het Brugsch Swaentje, de officiële stadspraline. Het precieze recept blijft geheim, maar amandelpraliné, gruut en Brugse kletskoppen spelen een duidelijke hoofdrol. In de chocolatiers is chocola in vele soorten te bewonderen en te kopen uiteraard. Regelmatig is van chocola een heus kunstvoorwerp gemaakt en te bewonderen in de etalages.
Ook op gebied van gebak heeft Brugge enkele plaatselijke specialiteiten: Brugs Beertje, Brugse achten, Brugs beschuit, Brugse sigaretjes, Brugse kletskoppen en Brugse mokken.
Tot slot zijn er diverse kazen. Hoewel ze niet in Brugge gemaakt worden, zijn ze wel naar de stad genoemd. Het moge duidelijk zijn; Brugge is een Bourgondische stad.
Brugge biedt tal van uiteenlopende drank- en eetgelegenheden. De binnenstad telt meer dan 500 horecazaken. De Grote Markt en ’t Zand tellen een groot aantal tearooms. Onder de vele restaurants in de stad bevinden zich ook diverse sterrenrestaurants. Het restaurant “De Karmeliet” in de Langestraat 19 is sinds 2012 één van de drie Belgische restaurants met drie Michelinsterren. ’t Zand en de omgeving van de Eiermarkt, het Kraanplein en de Stadsschouwburg genieten bekendheid als uitgaansbuurten met diverse (dans)cafés en clubs.

014 Brugge (768x1024)
De belangrijkste winkelstraten in de binnenstad zijn de Noordzandstraat, de Geldmuntstraat, de Zuidzandstraat en de Steenstraat.
Brugge wordt wel eens het “Venetië van het Noorden” genoemd vanwege de vele kanaaltjes en bruggen. Deze kanaaltjes worden ook wel “reien” genoemd, naar de rivier de Reie. Op de oevers van de reien zijn vaak zwanen te vinden hetgeen een schilderachtig tafereel geeft.
In 2002 was Brugge culturele hoofdstad van Europa. Naar aanleiding hiervan werd onder andere een nieuw multifunctioneel concertgebouw opgetrokken in het zuidwesten van het centrum, dat de stad internationaal weer op de culturele kaart diende te zetten. Alles wat zich er omheen bevindt valt in het niet bij deze kolos. Ondanks de omvang en nietsontziende moderne hoekigheid valt het gebouw niet uit de toon. Het concertgebouw is eenvoudig en ondoorgrondelijk. Waarvoor het dient, is niet meteen duidelijk aan de buitenkant. Het geheel doet enigszins denken aan een moderne kathedraal, maar het heeft ook iets landelijks en het zou haast een reusachtige schuur kunnen zijn. Het gebouw is niet echt spectaculair, maar door zijn intense en precieze uitstraling maakt het een grote indruk.
Brugge is vooral bekend als een historische stad met veel cultureel erfgoed. Het historisch centrum is goed geconserveerd. Het huidige uitzicht van de binnenstad werd echter sterk beïnvloed door de belangstelling voor de neogotiek in de 19e eeuw. Veel gebouwen werden toen verfraaid, gerestaureerd of herbouwd in een neogotische stijl. De reien, de geschiedenis, de archeologische vondsten, maar ook de winkelstraten lokken dagelijks heel wat mensen naar deze stad.
Per paardenkoets en met City-Tourbusjes kan de Brugse binnenstad verkend worden. De open paardenkoetsen staan opgesteld op de Grote Markt. Alternatief is om per boot op de reien een rondvaart te maken. De bootjes, die voorzien zijn van een gids, zijn eenvoudig, maar je hebt een prachtig uitzicht over de schoonheid van de stad. Ik kan het je echt aanbevelen.

013 Brugge (1024x722)
De Grote Markt vormt het centrum van de stad. Op de Grote Markt bevinden zich verscheidene gebouwen in neogotische stijl, winkels en volop horeca gelegenheden. Pronkstukken zijn het Belfort en het Provinciaal Hof.
Er staan 55 Belgische en Noord-Franse belforten op de Werelderfgoedlijst van Unesco vanwege de unieke positie die ze innemen in de architectuur. In Nederland hebben/kennen we geen belforten, maar het lijkt nog het meest op een kruising van een kasteel, een stadhuis, een kerk en een toren. Veel mensen denken dat een belfort een soort klokkentoren bij een kerk is, maar in feite hoort een dergelijke toren eerder bij de markthallen. Een belfort is eigenlijk een wachttoren met stormklok. Een belfort diende als uitkijktoren en de klok werd geluid in geval van nood (met name brand). In de loop der jaren kregen belforten meer functies. Ze konden dienen als opslagruimte voor belangrijke documenten, kostbaarheden en wapens; “bel” is dan ook afgeleid van “bergen” in de betekenis van in veiligheid brengen. Tevens konden er vergaderingen gehouden worden. Ook de klokken die oorspronkelijk alleen maar voor noodsituaties werden geluid kregen meer functies. Ze dienden bijvoorbeeld om burgers de tijd te laten weten, hun werkdagen in te delen en hun op de hoogte te stellen van bijzondere gebeurtenissen. De meeste belforten kregen daarom een carillon met verschillende klokken, zodat er melodieën konden worden gespeeld. Het carillon van Brugge was zeer uitgebreid en bestond uit niet minder dan 47 klokken. Het 88 meter hoge belfort is gebouwd op de oude lakenhallen en dateert van omstreeks 1240. De oorspronkelijke houten toren brandde in 1280 af en werd opnieuw opgetrokken in baksteen. De elegante achthoekige lantaarn werd omstreeks 1485 aangebracht. Vroeger was deze bekroond met een houten spits, maar deze brandde eveneens af. Het belfort van Brugge is een van de oudste en mooiste. Wie genoeg energie heeft om de 366 traptreden te beklimmen, langs het klokkenspel, heeft vanaf de top een schitterend uitzicht over de stad en de wijde omgeving. Het belfort heeft een binnenplein waar (soms) bankjes staan en naar het klokkenspel van de beiaardier geluisterd kan worden.
Naast de Grote Markt is er nog een ander bijzonder plein namelijk Burg. Aan dit plein bevinden zich het stadhuis, de Heilig-Bloedbasiliek en de gebouwen van de Brugse Vrije.
Het stadhuis van Brugge uit 1421 is één van de oudste Belgische stadhuizen en het eerste monumentale laatgotische raadhuis van Vlaanderen en Brabant, een getuige van de economische en politieke bloei van de stad tijdens de 14e eeuw. De natuurstenen voorgevel van het oudste gedeelte, dat in de loop van de 16e en 17e eeuw meermaals in zuidelijke richting werd verruimd, inspireerde de architecten van de stadhuizen van Brussel, Gent, Leuven en Oudenaarde en heeft de Brugse burgerlijke architectuur sterk beïnvloed. De beroemde Brugse travee, een gevelnis waarin boven elkaar liggende vensters van de verschillende verdiepingen zijn gevat, werd hier voor het eerst toegepast. Op de muurdammen bevinden zich beelden van historische figuren onder versierde baldakijnen, die meermaals werden vernieuwd. De gekanteelde borstwering, die de gevel afwerkt, is versierd met erkertorentjes. Het zadeldak wordt verrijkt met een vorstkam en talrijke dakkapellen. De gotische zaal is rijk versierd. Het indrukwekkend dubbel houten hanggewelf is 19e-eeuws. De gewelfsleutels bevatten medaillons en vier lobben met afbeeldingen uit het Nieuwe Testament en van profeten, evangelisten en heiligen. De kraagstenen, die het geheel ondersteunen, zijn versierd met thematische voorstellingen van de jaargetijden, maanden en natuurelementen. Op de wanden zijn taferelen uit de Brugse geschiedenis geschilderd.

017 Brugge (1024x768)
De Heilig-Bloedbaseliek staat enigszins in de verdrukking naast het stadhuis, maar is duidelijk herkenbaar aan de acht gouden beelden op de gevel. De kerk heeft een dubbelkapel. Beneden ligt de Sint-Basiliuskapel (1139-1149), de enige volledig bewaarde Romaanse kerk van West-Vlaanderen. Daarboven staat de Heilig Bloedkapel, waar de relikwie wordt bewaard van het Heilig Bloed, die elk jaar op hemelvaartsdag wordt rondgedragen in de Heilig Bloedprocessie. Ook de Heilig Bloedkapel was oorspronkelijk Romaans, maar werd in de 15e eeuw in gotische stijl gerenoveerd. Tijdens de Franse Revolutie werd de bovenkapel grotendeels verwoest en in 1819-1839 opnieuw opgebouwd. Ze is thans een pronkstuk van neogotische aankleding. De gevels van de twee gebouwen werden pas tussen 1891 en 1894 afgewerkt, waarbij het beeldbouwwerk vernieuwd werd. De beide kapellen werden in 1923 tot basiliek verheven en bevatten heel wat interessante kunstvoorwerpen. Het museum in de basiliek illustreert de rijke geschiedenis van de Heilig Bloedkapel en van het Heilig Bloed zelf op diverse manieren. De voornaamste blikvanger is het reliekschrijn van het Heilig Bloed dat in 1617 werd vervaardigd uit ca. 30 kg goud en zilver, verrijkt met meer dan 100 edelstenen. Verdere bezienswaardigheden zijn: een zilveren kroontje uit de 15de eeuw (een schenking van Maria van Bourgondië), diverse schilderijen uit de 15e en 16e eeuw, 6 eikenhouten medaillons van Hendrik Pulinx uit 1698-1781, die het leven van Christus uitbeelden, en een wandtapijt uit 1637.
Brugge heeft een groot aantal parken zowel binnen de historische kern als wel er buiten, waar je heerlijk kunt wandelen en relaxen. Je vindt er ongetwijfeld rust en harmonie van cultuur en natuur. En ga je nog eens trouwen, dan vind je er vast een mooi plekje voor je bruidsreportage.

Klik voor meer foto’s

Advertentie