Andalusië is een prachtstreek met een grote verscheidenheid aan landschappen en beslaat ongeveer heel zuid Spanje. Het is niet enkel de natuur die mooi is, maar ook de steden zijn van ongekende schoonheid.
We maken een rondreis langs de belangrijkste en mooiste steden. Met de klok mee overnachten we onder andere in de 4 belangrijkste steden respectievelijk Sevilla, Córdoba, Granada en Málaga. Normaliter zoeken we de drukke steden niet op in een rondreis, maar nu wordt het toch een soort multi stedentrip. Tussen deze grote steden doen we nog diverse kleinere plaatsjes aan.
Hi-lights in Andalusia zijn onder andere: Sherry, Alhambra, Flamenco en de kathedraal in Sevilla. Als ik genoeg sherry op heb, waag ik mij misschien wel aan de Flamenco… Alhambra en de kathedraal staan op het programma. Het wordt een rondreis waar we slechts korte stukjes hoeven te rijden, zodat we optimaal kunnen genieten van de steden waar we overnachten. We hebben vooraf kleine B&B’s geboekt in het centrum van de steden. Vanuit daar zullen we alles te voet gaan bezichtigen. Terrasjes en tapas staan hoog op de agenda.
Steden in Andalusia hebben Moorse invloeden waardoor ze wonderschoon zijn. Moslims hebben Andalusia geheerst van de 8e tot de 13e eeuw. De Moorse invloeden zijn hoofdzakelijk terug te vinden in de architectuur, maar ook in de souvenirs. Wie van Islamitische bouwstijl houdt, komt in Andalusia helemaal aan zijn trekken.
Lang voordat de moslims het land heersten was het gebied in handen van de Romeinen, waardoor in Andalusia nog steeds diverse culturen zijn waar te nemen, hetgeen het bijzonder maakt.
Naast al dat moois van de steden zijn er veel natuurparken in de streek. De bekendste is Sierra Nevada. In de National Parks kun je heerlijk wandelen, fietsen en zelfs wolven spotten. We hebben echter niet veel van de parken opgenomen in onze route, omdat het simpelweg vaak te ver weg is en te veel tijd kost. Als je alles wil zien is twee weken te kort. Andalusia is immers meer dan 2 keer zo groot als Nederland.
Niet in het programma opgenomen is de kust met al haar bekende badplaatsen zoals Torremolinos, Marbella en Fuengirola. De hele dag op het strand liggen bakken is niet aan ons besteed. De kustlijn van Costa del Sol met veel moderne en toeristische hoogbouw trekt ons niet.
Het voorjaar is het ideale tijdstip voor zuid Spanje. In de zomer is het er simpelweg te heet.
Andalusië is zelfs het warmste gebied van Spanje. In de buurt van Almeria bevindt zich de enige woestijn van Europa, genaamd de Desierto de Tabernas. Het is een rots- en steppenachtig gebied dat tussen twee bergketens ligt, die de neerslag tegenhoudt. Het regent er hooguit 4 dagen per jaar en er groeien veel cactussen. Die kom je overigens overal in Andalusia tegen. De woestijn zit ook niet in onze rondreis.
Ronda
De weg tussen airport Málaga en Ronda is al meteen schitterend mooi. De bergen zijn veel hoger dan ik dacht. De weg is lekker rustig waardoor het heerlijk rijden is.
Bij aankomst in Ronda word ik meteen geconfronteerd met een drukke en toeristische stad met smalle wegen, maar het doet me niks. Ik wurm mij er wel doorheen.
Ronda is één van de zeldzame plaatsen waar je niet hoeft te kiezen tussen natuurschoon en de charmes van de stad. Een diepe kloof, uitgesneden door de rivier de Guadalevín, splijt de stad doormidden. Langs de kloof zijn wandelpromenades aangelegd waar van prachtige panorama’s te genieten valt. De kloof is wel 200 meter diep. Voor wie het wil, kan te voet naar beneden afdwalen en vanuit het dal het bergstadje bekijken.
Heel het historische centrum is bijzonder vanwege de vele steegjes, kerkjes, paleizen, winkel, cafés en restaurants. Ondanks alle drukte en het toerisme heeft het zijn identiteit als Andalusische bergstad behouden waar veel dagjesmensen komen die aan de Costa del Sol verblijven.
Ronda geldt als de wieg van het Spaanse stierenvechten. In het oude centrum bevindt zich het Plaza de Tores met de arena uit 1784. Van buiten is het niet meer dan een witte ronde muur die weinig indrukwekkend is. Voor het gebouw staan diverse bronzen beelden van matadors en een stier in gevechtshouding. Volgens mij worden er nu geen stierengevechten meer gehouden en dient het gebouw alleen nog als museum. Van binnen is het een indrukwekkende arena met tribunes en goudgele zand piste.
We brengen een bezoek aan het Paleis Mondragon, dat hedendagen een museum is. Het huis heeft schitterende tuinen met weidse panorama’s over de valleien. In het museum zijn artefacten te bewonderen.
Klik hier voor meer foto’s
Jerez de la Frontera
Tussen Ronda en Jerez de la Frontera ligt Park Natural de la Sierra de Grazalema waar we dwars doorheen rijden. De weg is vaak smal met verraderlijke steile afgronden. Het is echter een genot om door het hoge gebergte te rijden met zijn steile wegen en slingerende bochten.
Op verschillende plaatsen vind je de typische witte dorpen van Andalusië. Frigiliana is ooit uitgeroepen tot het mooiste witte dorp van Spanje. Maar ook Setenil is een mooi en vooral merkwaardig wit dorpje. Door de rivier is een inham gemaakt in de rotsen en net op die plaats hebben de bewoners hun huizen gebouwd. Wij rijden door de witte dorpjes Grazalema, Benamahona, El Bosque en Arcos de la Frontera. Van deze vier dorpjes is Grazalema veruit het mooist.
Jerez de la Frontera wordt niet genoemd in het rijtje van grote steden, maar toch telt de stad nog 190.000 inwoners. De stad is vooral bekend om de wereldberoemde, dansende paarden, de flamenco en sherry. Zo wordt het tenminste in de reisgidsen omschreven. We zien diverse rijtuigen met paarden waarbij mannen en vrouwen in traditionele flamenco kledij zijn gekleed. Het is prachtig om te zien. Er is een grote paardenshow in de stad, maar we gaan er niet meer naar toe.
In Jerez zijn verschillende grote Sherry-huizen zoals Gonzales Byass en Pedro Domecq. Je kunt er rondleidingen volgen en zien hoe sherry wordt geproduceerd. Op de terrassen zien we regelmatig mensen sherry drinken. Het verhaal van sherry, paarden en flamenco klopt dus helemaal.
Architectonisch is Jerez wel een oude historische stad, maar echter ook weer niet super mooi. De mooiste gebouwen zijn het Alcazar en de kathedraal. Vooral de kathedraal is zeer rijk versierd aan de buitenzijde met beelden en ornamenten.
Klik hier voor meer foto’s.
Sevilla
Tussen Jerez en Sevilla nemen we de snelweg, enerzijds omdat het lekker opschiet en anderzijds omdat de helft van deze route door een saai vlak landschap gaat.
Ten noordwesten van Sevilla bezichtigen we eerst Itálica, de eerste nederzetting van de Romeinen in Spanje uit de 1e eeuw. Het is niet meer dan een oude ruïne, maar wel extreem uniek.
Het grootste gedeelte van de nederzetting betreft een amfitheater met een capaciteit van 25.000 toeschouwers. In de arena werden waarschijnlijk toneelspelen, gevechten en dergelijke gehouden. Onder de tribunes bevinden zicht diverse gangen, ruimtes, stallen en dergelijke. In het midden van de piste bevinden zich diverse ondergrondse ruimtes die misschien wel leeuwenkooien zijn geweest.
Vlakbij de nederzetting ligt een oud en bezienswaardig klooster, maar we besluiten het niet te bezoeken en direct naar Sevilla te rijden.
Sevilla heeft 700.000 inwoners en is daarmee de 4e grootste stad van Spanje. In 1248 werden de moslims door de christenen verdreven, de reconquista. Een tijd van economische en culturele bloei beleefde Sevilla na de ontdekking van de nieuwe wereld. Na 1503 klom Sevilla op tot belangrijkste haven voor de handel met de Spaanse overzeese koloniën. De verworven rijkdom werd veelal gestoken in schitterende representatieve gebouwen en ter bevordering van kunsten.
Het vinden van een parkeerplaats in de stad is echter één grote ramp. Alles is vol. Ik maak nogal wat overtredingen door over busbanen te rijden en inrijdverboden te negeren. Er zijn ook veel eenrichtingswegen wat het rijden niet makkelijk maakt. Er zijn veel smalle steegjes. De garmin is van slag en wij raken zelf ook behoorlijk aan de kook. Na ongeveer een half uur rondrijden vinden we eindelijk een parkeergarage. Ondertussen hebben we de hele stad gezien, vanuit de auto dan hèhè.
We parkeren er de auto en besluiten een taxi te nemen naar ons B&B. Het is echter maar vijf minuten rijden naar ons B&B. Een zucht van verlichting volgt. Snel inchecken en rap lunchen want onze magen rammelen.
Na een tortilla en een stevige pot bier gaan we de stad in en bezoeken eerst Plaza de España. Onze monden vallen open van verbazing, wat een schoonheid, wat een rijk gedecoreerd gebouw en gróót? Ontzettend mooi, alsof je in een sprookje beland bent.
De kathedraal in Sevilla behoort tot de grootste gotische kerken van de wereld. Een rondleiding en bezichtiging duren al snel 3 uur, wat aangeeft hoe groot de kerk is. Aanvankelijk was het gebouw een moskee die in de 15e is verbouwd tot kerk. Op diverse locaties zijn nog Moorse invloeden nog te zien. Een van de bijzondere dingen is het graf van Columbus. De kist wordt gedragen door 4 gekroonde mannen. Achter het hoofdaltaar bevindt zich een enorm groot kunstwerk (Capilla Mayor). De gouden panelen stellen scènes uit het leven van Jezus voor. Naast de kerk staat de 97 meter hoge, kunstig van bakstenen gemetselde Giralda, die tussen 1184 en 1196 werd gebouw en indertijd diende als minaret van de Moorse hoofdmoskee. De toren is te beklimmen met een soort lange hellingbaan, met alleen traptreden aan het einde van de beklimming. Bovenin de toren kun je rondlopen tussen kerkklokken.
Binnen de ommuring van de kerk bevindt zich een binnentuin die sinasappelhof wordt genoemd vanwege de boompjes. Oorspronkelijk stonden hier palmbomen, maar de katholieken vonden dat sinasappelbomen beter paste bij hun cultuur.
Het Koninklijk Paleis (ook bekend als Alcázar) toont eveneens een bijzondere mix van stijlen. Het paleis is gebouwd volgens een Moors ontwerp uit de 9e eeuw, maar is door latere christelijke vorsten opgesmukt met versieringen in gotische en renaissancestijl. Tegenwoordig geldt het als het opvallendste mudejarbouwwerk (Spaanse bouwstijl geïnspireerd op Islamitische architectuur) in heel Spanje. Alcazar is ommuurd zodat je per se naar binnen moet om er iets van te zien. Naast de bijzonder mooie gebouwen is er nog een schitterende grote botanische tuin. In en om Alcazar staan enorm grote bomen met meters dikke stammen en bizar gevormde bovengrondse wortels. Zelden heb ik zulke bomen gezien in Europa.
Middenin het centrum staat een giga groot modern kunstwerk, Metropol Parasol genaamd. Het is waarschijnlijk ’s werelds grootste houten constructie en het is in 2011 opgeleverd. Bovenin het kunstwerk zijn promenades met een weids uitzicht over de stad.
Sevilla is vooral een gezellige stad met erg veel horecagelegenheden waar je eindeloos kunt genieten van heerlijke tapas, een glaasje bier of sangria. Je hoeft nooit ver te zoeken voor een restaurant of café. Het is een bruisende stad die nooit verveelt.
Klik hier voor meer foto’s.
Córdoba
Het weer is vandaag slecht waardoor we het programma omgooien. We rijden niet langs het stadje Carmona waar we diverse bijzonderheden wilden bekijken. We laten eveneens vlak voor Córdoba het Medina Azahara en Monasterio de San Jerónimo links liggen en rijden via de snelweg meteen naar Córdoba. Mochten we nog eens terug naar Andalusia gaan hebben we in ieder geval nog nieuwe dingen te bezichtigen.
In Córdoba hebben we dezelfde ellende als in Sevilla, we kunnen niet snel een parkeergarage vinden. Nadat we er een vinden volgt een flinke wandeling met de koffers naar ons hostel.
Vanuit onze kamer kijken we uit over Plaza de La Corredera dat me doet denken aan het San Marcoplein in Venetië. Lange galerijen, eindeloos repeterende ramen en balkons en mooi geschilderde gevels sieren het grote rechthoekige plein. Toch mist het plein wat. Ik zie teveel blinde luiken en te weinig bedrijvigheid. Blijkbaar is het moeilijk voor de middenstand te overleven op het plein.
Córdoba barst van de geschiedenis en was ooit een van de rijkste steden ter wereld. Córdoba is kleiner dan Sevilla maar spreekt minstens evenveel tot de verbeelding. De stad telt 340.000 inwoners. Córdoba mag dan wel vooral mensen lokken omwille van de Grote Moskee of Mezquita, tijdens de citytrip ontdek je dat Córdoba veel meer is dan enkel dit meesterwerk. Sommige wijken lijken zo weggeplukt uit de middeleeuwen, andere wijken zijn dan weer moderne uitgaansplaatsen waar je alles vindt wat je zoekt. De oude binnenstad is een middeleeuws doolhof van kronkelende steegjes, vol indrukwekkende monumenten en charmante binnenplaatsen. De stad is veel minder druk. Córdoba symboliseert de Islamitische overheersing toen die op zijn hoogtepunt was. Er zijn nog een aantal overblijfselen uit die Moorse tijd aanwezig.
Tussen de buien door bezoeken we nog snel enkele bezienswaardigheden. We lopen langs de Rio Guadalquivir en over de Puente Romano brug. Deze brug met 16 bogen dateert uit de 1e eeuw voor Christus en geeft een schitterend uitzicht over de stad en de Mezquita Kathedraal.
Aan het begin van de brug staat Puerte del Puente, een Romijns poortgebouw (arc).
Aan de andere kant van de brug bevindt zich Torre de la Calahorra, een prachtig fort uit de 12e eeuw, waar een museum is ondergebracht. Ooit was Córdoba de meest geavanceerde stad ter wereld. Het kalifaat Al-Andalus zorgde voor een bloei van cultuur en wetenschap en alle geloven leefden naast elkaar. Dit museum is een eerbetoon aan de harmonieuze hoogtijdagen van Córdoba en heeft kunstwerken en schaalmodellen.
Vol verwondering bekijken we de Mezquita Kathedraal. Wat een enorm groot bouwwerk. Het bouwwerk wordt een kathedraal genoemd maar heeft veel meer van zijn oorspronkelijke functie weg, nl. een moskee. In tegenstelling tot de kathedraal in Sevilla heeft het bouwwerk veel meer zijn oorspronkelijke architectuur behouden. Het is een wereldberoemd architecturaal wonder en de mooiste moskee van Spanje. De muren aan de buitenzijden zitten vol met karakteristieke Arabische elementen. Je ontdekt overal wonderlijke ornamenten, van de kenmerkende gestreepte bogen op stenen zuilen tot de rijkelijk versierde plafonds. De kerk werd gebouwd na de overwinning op de Moren. We wandelen rond het grote en imposante gebouw en bekijken de binnentuin, ook wel sinasappelhof (Patio de los Naranjos) genoemd.
De Romeinse tempel in het centrum herinnert aan de Romeinse invloed die de stad heeft gevormd. De tempel werd in de 1e eeuw gebouwd als een prestigeproject, gewijd aan de cult van de keizer. Nu, 2000 jaar later, is deze prachtige tempel een cluster van 12 spookachtige zuilen, die een sterk contrast vormt met de omgeving. Aan het metselwerk onder de zuilen is echter te zien, dat dit niet helemaal origineel meer is.
We laten het Alcazar links liggen omdat we sterk het vermoeden hebben dat het zich niet laat meten met het Alcazar in Seville wat we al gezien hebben. Dergelijke forten zie je in diverse steden in Andalusia.
Heel het oude centrum van Córdoba staat op de Unesco Werelderfgoedlijst. En dat kan best heel bijzonder genoemd worden.
Córdoba is een stad van bloemen. Overal in de stad zijn steegjes en patio’s die vol met bloemen staan en hangen. Er zijn speciale looproutes om de mooiste patio’s te bekijken. Privéhuizen worden vaak opengesteld voor publiek. Ook in het Palacio de Viana zie je veel patio’s met bloemen. Overal zie je mensen op de straten lopen met de routekaartjes. Het is erg populair. Uiteraard is dit seizoensgebonden.
Klik hier voor meer foto’s.
Granada
Tussen Córdoba en Granada ligt geen snelweg. Het is heerlijk binnendoor tuffen door het golvende en slingerende landschap. Opvallend genoeg rijd je over dat hele stuk bijna niet door dorpjes waardoor het toch weer lekker opschiet.
Met 220.000 inwoners is Granada een stuk kleiner dan voorgenoemde steden. De studentenstad is minder historisch, veel anders, veel moderner met rechte wegen, meer winkels en minder horeca. Desondanks zijn er wel veel smalle steegjes. Als we op de eerste avond willen gaan eten, moeten zelfs een restaurant zoeken. Uiteindelijk ontdekken we dat op het Plaza de Bib-Rambla plein de meeste restaurants zijn, maar later ontdekken we nog meer gezellige straatjes en pleintjes. Het Plaza de Bib-Rambla vlakbij de kathedraal is wat wij in Nederland de Grote Markt zouden noemen, het grote plein in het centrum heeft tal van restaurantjes en winkeltjes. Granada heeft ook beduidend minder bezienswaardigheden dan voornoemde steden, maar vanwege Alhambra kun je eigenlijk niet om Granada heen. Bovendien ligt het ideaal in de cirkel van de 4 grote steden.
Ik begin maar meteen met attractienummer 1 van Cordoba en misschien wel van heel Andalusia, Alhambra. Onze verwachtingen zijn dus hooggespannen. We hebben van te voren kaartjes geboekt, anders kom er je niet in. Alhambra is een drukke toeristenfabriek waar toeristen in 3 ploegen door worden geleid. Afhankelijk van het soort kaartje dat je koopt, heb je toegang tot bepaalde delen. Voor het hele complex heb je circa 3-4 uur nodig om alles te zien. Hoogtepunt is het Palacios Nazaries. Het is een groot paleis in Moorse stijl. Heel het paleis is nagenoeg in tact en prachtig om te zien. Het gebouw heeft veel kamers die allemaal rijkelijk versierd zijn met cederhout, marmer, zellige-tegelwerk en gipsen ornamenten. Zellij is een Islamitische kunstvorm van mozaïektegels, waarbij met veelkleurige geglazuurde terracottategels geometrische patronen worden gevormd. Met deze mozaïeken worden vloeren en muren betegeld. Veel tegeltjes zijn voorzien van spreuken uit de koran in Arabische kaligrafie.
Alcazaba is het meest westelijk deel van het Alhambra complex met restanten van bebouwing en diverse torens waar je prachtig uitzicht hebt over de stad. Tussen de bebouwing van Alhambra zijn prachtige botanische tuinen aangelegd die rijk gedecoreerd zijn met fonteintjes, beelden en laantjes.
Een eindje verderop ligt Generalife. Hier zijn eveneens een paleis en tuinen te bewonderen.
Voor wie het wil kan te voet van uit het centrum naar Alhambra lopen, maar de weg is wel heel steil. Er rijden frequent kleine busjes op en neer, voor diegene die niet willen lopen. Het bezoek is al vermoeiend genoeg.
Carlos V liet in Alhambra vanaf 1526 een monumentaal paleis voor zichzelf bouwen. Het gebouw, dat wordt gekenmerkt door zakelijke en strenge bouwelementen, geldt als belangrijkste bouwwerk van de hoogrenaissance. Tegenwoordig zijn er het Museo de Bellas Artes en het Museo Hispano-Musulmãn gevestigd. Het gebouw heeft een separate ingang, waar je separate toegangskaarten voor nodig hebt.
Een andere bezienswaardigheid in Granada is de kathedraal in het centrum. Ik ben verrast door de enorme grootte en de perfecte staat waarin de kerk zich bevindt. Met de bouw van de kathedraal is begonnen in 1523, dus na de reconquista. Het heeft daarom geen Moorse kenmerken en is een echte katholieke kerk in renaissance stijl. Bij binnenkomst krijg je een Engelstalige audiovisuele gids, die de details vertelt van het rijk gedecoreerde interieur. De kerk is van binnen wit en telt veel rijk versierde kapelletjes die allemaal anders zijn afgewerkt. De kerk is bijzonder mooi en uniek en meer dan een bezoek waard.
Tegen de kathedraal is nog een andere kerk(je) gebouwd, nl. Iglesia del Sagrario. Als je het niet zou weten, merk je eigenlijk niet eens dat het twee kerken zijn.
Capilla Real is een kapel die tegen de kathedraal aan is gebouwd in 1506-1521 door Enrique Egas. In 1504 gaf de koning de opdracht een praalgraf voor hen te bouwen. Zo ontstond een indrukwekkend bouwwerk in laat gotische stijl. De eigenlijke grafkapel is afgesloten door een artistiek vormgegeven siersmeedhekwerk, waarop het Castiliaanse wapen en de symbolen van de katholieke koningen (juk en pijp) te zien zijn. Achter het hek bevindt zich de grafkamer met 2 enorme wit marmeren tombes met liggende beelden van de koningen. De rechtse is van de katholieke koningen Isabella I van Castilië en Ferdinand V van Aragon. De linkse van hun erfgenamen, Joanna I en Philip I. Onder de tombes bevindt zich een kelder waar in totaal 5 doodskisten liggen. De kleine doodskist is van troonopvolger Prince Michael die op 2 jarige leeftijd overleed. De koningen hebben voor Granada een grote betekenis, omdat het de laatste koningen waren voordat het onderdeel werd van Spanje.
Achterin de kapel bevindt zich het hoofdaltaar met diverse religieuze afbeeldingen. Er staan wat rare afbeeldingen tussen zoals de onthoofding van een man en een vrouw die in een grote kookpan zit!
Plaza Isabel La Catolica is een druk knooppunt in het centrum van de stad. Op het plein staat een groot standbeeld van koningin Isabella I van Castilië.
Cerrera del Darro is de meest boeiende en bezienswaardige straat in Granada. Het begint in het centrum bij Plaza Nueva, waar tal van restaurantjes en winkeltjes zijn. Cerrera del Darro telt het meest aantal historische bezienswaardigheden van de stad. Maar om heel eerlijk te zijn; bij de meeste bezienswaardigheden is een klein ‘fotomomentje’ meer dan voldoende. De weg voert langs het riviertje Rio Darro die daar ook ontspringt. Het watertje geeft een idyllisch beeld met hoog op de achtergrond de gebouwen van Alhambra.
Klik hier voor meer foto’s.
Antequera
De weg naar Antequera gaat voornamelijk over de snelweg. Ik blijf me verbazen dat het landschap van Andalusia tot nu toe bijna overal uit bergen bestaat. Met het mooie landschap op de achtergrond is het geen straf om over de rustige snelwegen te rijden.
Net voor Antequera maken we een stop bij Dólmenes de Antequera, een archeologische locatie waar zich twee graven bevinden met de namen: Cueva de Menga en Cueva de Viera. Beide graven zijn gebouwd in het Neolithicum ongeveer 6500 jaar geleden. Deze megalieten zijn de eerste vormen van monumentale architectuur in de Europese prehistorie. De grafheuvels zijn gemaakt met grote rotsblokken die bedekt zijn met aarde. Er zijn slechts enkele kamers en één ingang in de graven. De megalieten hadden ook de functie van tempels en plekken waar ceremonies werden gehouden. Vlakbij deze monumenten ligt de Peña rots, die doet denken aan het gezicht van slapende vrouw of Indiaan. De relatie tussen deze rots en de graven is echter nog onduidelijk.
Minstens zo mooi is het landschap waarin de grafheuvels zich bevinden. De bloemenzee van wilde bloemen op het heuvelachtige landschap toont de natuur op haar mooist.
Eindelijk zijn we eens in klein stadje. Even weg van de drukke steden. Antequera is duidelijk nog niet ontdekt door het grote publiek, terwijl het geen onaardig stadje is. Het heeft een oud centrum met typisch Andalusische huizen en barok- en renaissancekerkjes. Als we ’s middags iets willen gaan drinken en ’s avonds willen gaan eten merken we dat de meeste etablissementen nagenoeg leeg zijn. Waar zijn de toeristen? Het is helaas wat saai.
Hoogtepunt in Antequera is letterlijk en figuurlijk Alcazaba. Hoog op de berg ligt een oud fort. Als je de Alcazar’s hebt gezien in bovengenoemde steden, valt dit fort met de tuinen best tegen. Maar toch is het niet onaardig. Vooral het uitzicht over het witte stadje Antequera is magnifiek. Naast het oude fort staat het Arco los Gigantes en het Santa Maria la Mayor Collegiate kerkje. Het heeft een mooie façade maar de inrichting valt tegen.
Wij verblijven in het San Sebastián hotel op het gelijknamige plein recht tegenover de mooie San Sebastián kerk met de prachtige gouden windwijzer op de toren. Het is hartje centrum, maar helaas wat te rustig.
Klik hier voor meer foto’s.
Málaga
Na onze korte kennismaking met Antequera rijden we door naar onze laatste bestemming van onze rondreis, Málaga. Tussen deze steden ligt een snelweg, maar we kiezen er voor helemaal binnendoor te rijden, omdat er twee prachtige parken liggen tussen deze steden. Het zijn nog echte natuurparken waar geen wegen doorheen leiden. Ze zijn dus nog helemaal puur natuur. De weg ligt aan de rand van het park. Het eerste park is Parque Natural del Torcal de Antequera waar we genieten van het schitterde uitzicht, de slingerende en steile wegen. Er zitten diverse haarspeldbochten in de bijna verlaten weg. Bij het tweede park National Park Montes de Málaga treffen we het minder. Zeer donkere bewolking en natte nevel belemmeren het totaal het zicht, maar we komen haast zonder regen in Málaga aan.
We treffen het, want we vinden een parkeergarage op korte afstand van ons hostel. We hebben nu diverse parkeergarages gehad, maar allemaal waren het klote garages met smalle vakken, onmogelijke parkeervakken en krappe, steile carrousels. Ik was altijd weer blij als ik de auto zonder krassen terug vond. Auto’s hebben in Andalusia opvallend veel deukjes en krasjes. Dus waarom zouden ze niet tegen onze huurauto aan kunnen rijden?
Onze rondreis nadert zijn einde en we doen het lekker rustig aan. We ontdekken dat ook Málaga weer een andere stad is dan voornoemde steden. Met 570.000 inwoners is het een mondaine stad met brede boulevards. Het is een echte badplaats met kilometers lange stranden. Málaga is de stad van Pablo Picasso, die er in 1881 is geboren en dat laten ze graag zien. Zijn geboortehuis Casa Natal de Picasso werd in 1998 ingewijd als museum waar onder andere schetsen, foto’s en gebruiksvoorwerpen zijn te zien.
Vlakbij zijn geboortehuis ligt het Place de la Merced park/plein. Het park ligt er nog net zo bij als in de tijd van Picasso’s jeugd. In gedachte zie ik het jochie op het plein voetballen met zijn vriendjes. Het geeft me een uniek en bijzonder gevoel. Op een bankje zit een bronzen beeld van de oude Picasso. Het is mei en de bomen in het park dragen prachtige paarse bloesem, terwijl er nog geen blad aan de bomen zit.
In het Palacio de Buenvista is sinds 2003 het Picasso museum gehuisvest, waar meer dan 200 olieverfschilderijen, sculpturen, tekeningen, gravures en keramiek van Picasso zijn te zien.
Overeenkomst met de andere steden zijn ook in Málaga de kathedraal en Alcazaba de hoogtepunten van de stad. Blijkbaar wilden de steden destijds niet voor elkaar onderdoen en lieten ze exorbitant grote kerken en forten bouwen. Puur prestige, denk ik dan. Nu, honderden jaren later zijn het grote toeristische trekpleisters.
De kathedraal is een weer van extreme afmetingen. En ook hier zijn er veel kappelletjes met gouden versieringen. De statige kerk staat op de plaats van de Moorse moskee. In 1588 is de kerk ingewijd.
We hebben in onze reis al diverse Alcazabas/Alcazars gezien, maar de Alcacaba in Málaga is toch weer heel anders en heel mooi. De bouw gaat terug tot de tijd van de Romeinen. Vanaf de 14e eeuw werd het complex uitgebreid. Het burchtcomplex heeft niet van die prachtige tuinen, maar wel wandelpaden over de ommuring met prachtig uitzicht over de stad Málaga.
Naast het Alcazaba liggen de overblijfselen van een Romeins Theater. De tribunes zijn er nog, maar de bijbehorende torens zijn verdwenen. Het geeft echter een goed beeld hoe het vroeger was.
Langs de haven (Puerto) aan de Paseo de España boulevard ligt een groot cruiseschip. Málaga is een makkelijke haven voor cruiseschepen. Vanuit de boot ben je letterlijk in één minuut in het centrum van de stad.
Vlakbij Alcazaba ligt hoog op de berg het Castillo De Gibralfaro.
Op de boulevard staat een uniek, wit kunstwerk. Het lijkt op de ruggengraat van een vis met graten, maar het is zo gemaakt dat het een canapé is, waardoor je in de schaduw kunt lopen. Met ca. 400 meter is dit het grootse kunstwerk dat ik ooit gezien heb.
Parallel aan deze boulevard ligt het Paseo del Parque. Het is een smalle groenstrook van ongeveer 800 meter lang maar slechts 20 meter breed. Je loopt tussen een grote diversiteit aan bomen en planten uit verschillende landen. Er staan beelden van personen die belangrijk zijn geweest voor de stad Málaga en je komt er typisch Andalusisch tegelwerk tegen. Je komt er heerlijk tot rust terwijl de zon door de takken op je bolletje schijnt.
Málaga is een mooie historische stad met veel horeca en winkels. De stad telt ca. 25 musea waaronder een George Pompidou museum. Er is ook nog een reuzenrad aan de havenzijde. Kortom, je kunt je er goed vermaken. Málaga is een leuke stad.
Klik hier voor meer foto’s.
Slot
Twee weken Andalusia is lang genoeg om de meest bijzondere bezienswaardigheden te bezoeken. In onze rondreis hebben we slechts 1000 kilometer gereden zonder ons te haasten. We hebben ontdekt dat alle steden uniek zijn en niet zoveel op elkaar lijken als ik vooraf dacht. Andalusia is eigenlijk overal mooi. Dat geldt voor de steden maar ook voor de natuur. De mensen zijn aardig. Het eten is lekker en het klimaat is lekker als je maar niet hartje zomer gaat. We zijn trouwens opvallend veel Nederlanders tegengekomen. Het is dus erg populair. Misschien gaan we nog eens terug. Hasta la vista, zou Arnold Schwarzenegger zeggen.