Als je alle grote en bekende steden al hebt bezichtigd kom je automatisch uit bij de kleinere steden en daar zitten soms verrassend mooie pareltjes tussen. Mijn ontdekking is deze keer de stad Luik aan de noordelijke kant van de Belgische Ardennen. Wandelend door Luik bemerk ik toch diverse Nederlands- en Engelstalige toeristen. Het is blijkbaar populairder dan ik dacht. Routes naar Luxemburg of de Ardennen gingen in het verleden altijd dwars door Luik. Vanuit deze doorgaande weg heb ik Luik nooit bijzonder ervaren en leek het mij meer een lelijke grijze industriestad. Toch is Luik een bijzonder mooie historische stad met veel bezienswaardigheden. Onbekend is onbemind, dat geldt zeker voor Luik. Van de meeste kleinere steden zijn geen reisgidsjes te koop bij de boekhandel. Het wordt dus een ‘zoek-het-zelf-maar-uit’ reis, maar met een beetje googlelen vind je zo de highlights of je leest dit verslag natuurlijk.
Luik is prachtig gelegen aan de Maas – op zijn Frans La Meuse genoemd – tussen de noordelijke heuvels van de Ardennen die daar al behoorlijk hoog zijn. Zoals bij de meeste steden aan een rivier ligt ook in Luik de oude kern slechts aan één zijde van de rivier. In Luik ligt de historische kern aan de westoever van de Maas.
De voertaal van Luik is Frans, terwijl het slechts op 30 km van Maastricht ligt. De Franse taal is niet mijn sterkste punt, dus probeer ik het met Nederlands of Engels. Ik zie vanzelf of de Walen eigenwijs genoeg zijn om bij het Frans te blijven. Als ze Frans tegen me lullen zeg ik gewoon in het Nederlands dat ik geen Frans spreek.
Met 200.000 inwoners is Luik na Antwerpen, Gent en Charleroi de vierde grootste stad van België, en daarmee zelfs groter dan Brussel (zonder agglomeratie). Luik is een typische Belgische stad met veel bebouwing van bakstenen in een diep rode kleur, vaak met een sobere uitstraling, maar aan de architectuur is te zien dat Luik ooit een welvarende stad was. Dat blijkt ook uit de vele kunstwerken die door heel de stad te zien zijn. In diverse straten zie je nog kinderkopjes (kasseien) in de bestrating. In het algemeen is de stad historisch maar toch lang niet overal even mooi. Na de oorlog zijn de lege gaten meedogenloos vol gebouwd met lelijke rechte hoogbouw. Zeker vanaf de heuvels is dat goed te zien. Meteen als je het centraal station uitkomt word je geconfronteerd met het kantoor van financiën. Deze supermoderne reus van 28 verdiepingen met een hoogte van 118 meter is in 2015 opgeleverd. Het is de enige wolkenkrabber in Luik.
Het geloof en het bisdom hebben een grote rol gespeeld in de historie van Luik en dat is nog altijd goed te zien aan de bijzondere kerken die de stad rijk is. In de stad zijn nogal wat bijzondere kerken te ontdekken in Romaanse en Gotische bouwstijl, zoals bijvoorbeeld de Romaanse Collégiale Saint-Denis kerk. De Saint-Paul Cathedrale en Saint-Jacques zijn mooie kerken die je zeker moet bezoeken.
In Luik zijn veel musea met een grote diversiteit aan onderwerpen. Er is de laatste jaren flink geïnvesteerd in musea. Je vindt er vast een leuk museum tussen.
De wegenstructuur in Luik is een wirwar van bochtige en drukke wegen en daardoor niet echt overzichtelijk. Als automobilist is het niet prettig door de stad te rijden en als voetganger verdwaal je snel in de kleine steegjes.
Waar is Luik eigenlijk bekend van? Het enige wat ik kon ontdekken zijn wafels en Jupiler bier.
Een wafel – ook wel suikerwafel of Gaufre de Liège genoemd – is een Belgische koek, die zijn oorsprong vindt in de stad Luik. De Luikse wafel is over het algemeen zwaarder dan een Brusselse wafel, omdat er suikerkristallen in verwerkt worden. De Brusselse wafel is rechthoekig en de Luikse wafel is meestal ruitvormig of ovaal.
De Jupiler brouwerij staat in het plaatsje Jupille-sur-Meuse, een deelgemeente van Luik. De naam Jupiler is in 1966 gevormd door het achtervoegsel ‘er’ achter de plaatsnaam te zetten. Kijk, dat wist ik niet. Toch weer wat geleerd. Over bier gesproken; alle cafés hebben een uitgebreide bierkaart. In België bestel je niet een biertje of een pilsje maar een merkbier. In België heet overigens een pilsje ‘pintje’. Met honderden merken is België misschien wel het meest interessante bierland van de wereld. Proost, we gaan een wandeling maken. En als we terugkomen pakken we er nog een…
Aquarium-Muséum de Liège, Quai Edouard Van Beneden 22
Dit aquarium is gelegen in een mooi historisch pand aan de oostelijke oever van de Maas. In dit museum gaat voor jong en oud een onbekende maar wondere wereld open over het leven in water. Het museum herbergt een grote diversiteit aan dieren, opgezet of in skelet. Er zijn circa 2500 dieren tentoongesteld die ongeveer 250 diersoorten vertegenwoordigen waaronder vissen, ongewervelden en reptielen die afkomstig zijn uit alle hoeken van de wereld. Maar liefst 46 aquariums zijn gevuld met vissen en dieren van zoet- en zeewater.
Archéoforum, Place Saint-Lambert
Via het plein ‘Place St-Lambert’ kom je bij het ondergrondse museum Archéoforum dat een voorstelling herbergt van het 9000 jaar oude erfgoed van Luik. Het is één van de grootste stedelijke archeologische sites in Europa. Persoonlijk vind ik het museum redelijk saai. Het overgrote deel van het museum bestaat uit restanten van oude funderingen. Ik word niet echt warm van kapotte muurtjes.
Le Grand Curtius, Quai de Maestricht 13
In Luik werd er de laatste jaren heel wat gedaan om kunstwerken optimaal te groeperen. Le Grand Curtius is de laatste realisatie en werd geopend in 2009. In een aaneenschakeling van gebouwen met een totale oppervlakte van 10.000 m², werden vijf Luikse musea samengevoegd: het Glasmuseum, het Wapenmuseum, het Archeologisch Museum, het Museum voor religieuze en Maaslandse Kunst en het Museum voor Decoratieve Kunsten. De rode draad door dit architecturaal gebouw is de rijke geschiedenis van het Prinsbisdom Luik. Omdat de prinsbisschoppen ruim acht eeuwen zowel de geestelijke als wereldlijke macht verenigden, is er veel aandacht voor religieuze kunst. Het wapenmuseum toont vuurwapens en zwaarden van vroeger tot nu. Aan de hand van voorwerpen, waarvan vele werden gevonden op de Place Saint-Lambert, kom je heel wat te weten over de prehistorie, de Romeinse en Frankische tijd. Pareltjes van glaskunst vind je in het Glasmuseum. Een tip: elke eerste zondag van de maand is het Grand Curtius gratis toegankelijk.
Maas (La Meuse) en Marché de la Batte
De Maas meandert lekker door Luik. Langs de oevers zijn redelijk veel wandel- en fietspaden voorzien waardoor het een geliefde plek is voor toeristen maar ook de lokale bevolking. Je kan er heerlijk tot rust komen. Vanuit de oostelijke oever heb je een mooi uitzicht over de stad met al haar niveauverschillen. Geregeld zie je grote vrachtschepen op de brede Maas.
Elke zondag is er van 8.00 tot 14.00 uur een markt langs de Maas. Marché de la Batte is de grootste markt van de regio met een zeer grote diversiteit aan koopwaar en voedsel. Over bijna een lengte van een kilometer staan de kraampjes in een lang lint langs de oever opgesteld. Het is een zeer levendige markt met veel kledingkraampjes waar je voor een habbekrats kleding kan kopen. Voedsel kan je vinden van oosterse tot westerse cultuur en natuurlijk ontbreekt de Luikse wafel niet.
Montagne de Bueren
Ten noorden van het centrum ligt ‘Montagne de Bueren’. Het is een lange rechte trap van 260 meter die begint in de ‘En Hors Château’ (Straat) en eindigt bij de citadel. Het schijnt de 16de langste trap van de wereld te zijn. Exact 374 treden met een gemiddelde hellingsgraad van 28% leiden tot een panoramische uitzicht over het oude stadsgedeelte dat zeer de moeite loont.
De trap werd aangelegd tussen 1875 en 1880 ter herinnering aan de 600 inwoners van Franchimont die op 28 oktober 1468 op die plek een aanval uitvoerden op koning Lodewijk XI van Frankrijk en Karel de Stoute. Alle 600 Franchimontezen sneuvelden bij deze strijd. De Montagne de Bueren wordt daarom ook wel eens ‘les 600 escaliers’ genoemd.
Op de eerste zaterdag van oktober wordt het wijkfeest ‘La Nocturne des Coteaux‘ gehouden waarbij de treden, omliggende steegjes, terrassen en wandelpaadjes feeëriek verlicht worden met duizenden kaarsjes en lichtjes. Het is een fascinerend lichtschouwspel gecombineerd met muziek en theater.
Nooit eerder heb ik zo’n lange en rechte trap gezien. Heel opvallend staan er aan weerszijden huizen over de gehele lengte van de trap. Je zal hier maar wonen en iedere dag zoveel trappen moeten nemen. Als je bovenaan de trap bent ben je echt helemaal kapot en toch neemt iedere toerist graag de moeite om de trap te overwinnen. Je wil gewoon niet toegeven dat je het niet kunt.
Als je boven bent kun je met nog eens circa 50 extra traptreden bij het ‘Monument au 14ème Régiment de Ligne’ (Monument voor het 14e lijn Regiment) van beide wereldoorlogen komen. Bij het monument heb je een mooi panorama over de stad. Maar het kan nog beter, want 100 meter verder is een platform met een uitzicht dat nog beter is.
MADmusée
Het MADmusée ligt in het Parc d’Avroy, maar tijdens mijn bezoek aan Luik was het gebouw leeg en afgezet met hekken. Dit museum toonde voorheen een collectie van meer dan 2000 werken van kunstenaars met een mentale handicap. De tentoongestelde werken zijn erg uiteenlopend van stijl, thema en techniek.
Musée d’Ansembourg
Dit museum is in een prachtig herenhuis in barokarchitectuur uit de 18de eeuw gehuisvest. Alles in dit huis straalt de vroegere rijkdom en comfort van de Luikse regio uit. Er zijn verschillende stijlkamers (salons) elk met hun specifieke meubilair.
Bewonder de plafonds, tapijten, lambriseringen, schilderijen, trapleuningen, spiegels en de met Delftsblauwen tegels opgesmukte keuken. In de 18de eeuw kende Luik haar hoogtepunt in de meubelkunst en dat wordt prachtig tentoongesteld. Het museum is een absolute aanrader.
Musée de la Vie Walonne
In het Museum van het Waalse Leven kan je op een originele manier kennismaken met de geschiedenis van de stad van de 19de eeuw tot heden. Dit omvat zowel het politieke aspect als het sociale leven, religie, folklore, de ambachten en literatuur. Daarnaast wordt de industriële evolutie belicht die van Luik een welvarende stad maakte. Het museum werd na een complete opwaardering en renovatie in 2008 heropend met speciale aandacht voor de modernste audio- en visuele technieken. Het behoort nu tot de top van de Luikse musea en is gevestigd in een oud minderbroederklooster.
Museum La Boverie
De stad Luik wou een nieuw cultureel kunstcentrum en koos daarvoor de gebouwen van het vroegere paleis van de Wereldtentoonstelling in Parc de la Boverie. Naast de vaste collectie zijn er ook geregeld wisselende tentoonstellingen. De permanente collectie afkomstig uit het vroegere Museum voor Schone Kunsten telt voornamelijk schilderijen van de 16de eeuw tot heden van met tal van wereldvermaarde kunstenaars zoals Paul Gauguin, Picasso maar ook Nederlandse- en Belgische schilders zoals Van Rysselberghe en Pieter Claesz. Een tip: elke eerste zondag van de maand is het museum gratis toegankelijk.
Parc d’Avroy
Het ruim vijf hectare grote park is een groene oase van rust in de stad maar omdat het omsloten is door twee drukke verkeersaders is het ook weer niet heel erg stil. Een van de informatieborden toont tot in detail de namen van alle bomen. In het park zijn diverse monumenten en kunstwerken ondergebracht. Op de meest zuidelijke punt staat het standbeeld van Camille Mark Sturbelle dat in 1905 onthuld werd ter gelegenheid van 75 jaar onafhankelijkheid van België. Het beeld toont Charles Rogier, een van de grondleggers van de Belgische staat. Voor hem ligt een leeuw en naast hem staat een naakte vrouw. Waarom moet die vrouw naakt moet zijn vraag ik me af?
Halverwege het park staat het oorlogsmonument met een gedenksteen ter ere van de 17.000 verzetsstrijders die gestorven zijn in WOII. Nabij de kiosk – die nu afgesloten is vanwege werkzaamheden – staan nog vijf bronzen beelden van naakte mannen uit de Griekse mythologie. In het noorden staat een groot ruiterstandbeeld ter ere van Karel de Grote, die in 742 in de omgeving van Luik geboren werd.
Parc de la Boverie
Het Parc de la Boverie is te voet te bereiken via een moderne voetgangersbrug over de Maas. In het park staat een bijzondere grote vogelkooi van circa 8 meter hoog en 15 meter lang met een leuke variatie aan vogels. Op de grond lopen eekhoorntjes die regelmatig grappig in holen wegduiken. Het is een geliefde plek voor kleine kinderen die naar de vogels komen kijken. Vooral in het weekend zie je veel joggers in het park. In het park staat een levendig abstract kunstwerk bestaande uit een mast van circa 30 meter hoogte. Aan de mast zitten dwarsarmen waaraan metalen platen ronddraaien terwijl treingeluiden via luidsprekers geprojecteerd wordt. Omdat het park op een schiereiland in de Maas ligt, is het er heerlijk rustig. In het park bevindt zich het imposante gebouw van Museum La Boverie.
Place du Marché
Place du Marché is het bruisende hart van de stad. Een terrasje pikken doe je op dit plein dat bijna naadloos overloopt met het Place Saint-Lambert. Aan een zijde van het plein is het een aaneenschakeling van cafés en restaurants. De overzijde wordt gedomineerd door shoarmatenten en döner kebab’s. Door de gezelligheid zal het je vast ontgaan, maar op het plein zijn heel wat mooie 17de en 18de eeuwse gevels te ontdekken. Voor de terrasjes staat een mooie maar droge fontein die onlangs werd gerestaureerd en symbool staat voor de vrijheden van Luik. De fontein is voorzien van een aantal mooie koperen plaquettes met wapenschilden.
Place Saint-Lambert
Dit plein is het hart van de stad met zicht op het Prinsschoppelijk Paleis. Het is een zeer indrukwekkend chic gebouw met een lange gevel dat in gebruik is door de provincie en het gerecht. Het toont aan hoe belangrijk ooit Luik was. Je kan het gebouw niet bezoeken behalve tijdens speciale openingsdagen. Wat je nu ziet dateert grotendeels uit de 18de en 19de eeuw.
Vanuit het plein kan je de stad verkennen op culinair gebied of om te shoppen. Op het plein is ook de ingang van Galeries St-Lambert, een groot modern overdekt winkelcentrum.
Jongeren hangen graag op het plein rond met skateboards, maar aan hangouderen ontbreekt het evenmin.
Ooit was dit een druk verkeersplein met parkings en bushaltes, maar nu is een gedeelte van het busverkeer ondergronds gebracht. Het heeft tientallen jaren geduurd voordat de renovatie van dit plein af was, wat vooral te wijten aan de archeologische vondsten die er plaatsvonden. Deze zijn nu te zien in het Archéoforum museum dat zich onder het plein bevindt.
Rue Hors-Château
Mijn ontdekking in Luik is de Rue Hors-Château, of beter gezegd de kleine pittoreske dwarssteegjes die aan deze straat beginnen. Alle steegjes beginnen met de naam ‘Impasse’ en zijn maar een goede meter breed. De kleine huisjes vormen samen een echte volksbuurt, maar het is wel fotogeniek. Aan het einde van de doodlopende steegjes zijn enkele fleurige kleine hofjes.
Saint-Barthélemy, (Sint-Bartolomeüskerk) Rue Hors-Château
De Saint-Barthélemy kerk uit de 11de – 12de eeuw behoort de oudste kerken van Luik. De buitenmuren zijn opgetrokken in bruinrode kolenzandsteen. Zowel de kerk als de doopvont zijn een prachtig voorbeeld van Maas-Rijnlandse bouwstijl. Ze werd grondig gerenoveerd en gedeeltelijk verbouwd in de 18de eeuw met toevoeging van onder andere een neoklassiek voorportaal. De doopvont uit de 12de eeuw is één van de zeven wonderen van België van ongeveer 500 kg dat vroeger in de Cathédrale Saint-Lambert op het gelijknamige plein stond. Nadat de doopvont vernield werd, is dit meesterwerk ondergebracht in de kerk van Saint-Barthélemy. Op de doopvont wordt de dooptraditie in vijf scènes uitgebeeld. De zeven wonderen van België of De zeven waardevolste van de Belgische kunst is een concept dat in de jaren zeventig van de twintigste eeuw werd gelanceerd om zeven vooraanstaande kunstvoorwerpen van het Belgische patrimonium beter voor het voetlicht te brengen.
Saint-Paul kathedraal, Place de la Cathédrale
Reeds in de 10de eeuw had Luik een kathedraal ter ere van de heilige Lambertus. De in romaanse stijl gebouwde kerk werd tijdens de Franse revolutie volledig vernield. Vanaf 1240 begon men met de bouw van de huidige kathedraal Saint-Paul in gotische stijl. Door de vele verbouwingen zou de kathedraal pas voltooid worden in 1430 waardoor heel wat elementen laatgotisch zijn. Pas in de 19de eeuw werd de geel kleurige torenspits gebouwd waarbij materialen werden gebruikt van de oude Lambertuskathedraal. Het resultaat leverde een imposant kerkgebouw op met een lengte van 83 m, een hoogte van 24 m en een 33,5 m brede kruisbeuk.
De kerk staat in de stijgers (2017) vanwege renovatiewerkzaamheden. Als deze klaar zijn, zal de imposante kerk er ongetwijfeld weer fris bijstaan.
Binnenin zijn heel wat fraaie schilderijen en beelden te bewonderen waaronder een witmarmeren Christusbeeld in barokstijl. De brandglasramen (16de en 20ste eeuw) zijn schitterend en ook het aanwezige meubilair uit de 19de eeuw verdient je aandacht. Via een deur kom je bij de kloostergang welke werd voltooid in 1445. Voor zes euro is Le Trésor de Liège (schatkamer van Luik) te bezoeken dat in een van de bijgebouwen van het vroegere klooster is ondergebracht. De schatkamer toont de geschiedenis van het voormalige Prinsbisdom met een grote en indrukwekkende collectie kerkelijke voorwerpen zoals kleden, bekers, beelden, schilderijen, sieraden en gebruiksvoorwerpen veelal in zilver en goud uitgevoerd. Pronkstukken zijn de goud- en zilverwerken waaronder het borstbeeldschrijn van de heilige Lambertus en een prachtige goud en zilver reliekschrijn van Karel de Stoute.
Saint-Jean d’Evangéliste, Pl. Xavier-Neujean 32
De in donker bruin opgetrokken bakstenen Saint-Jean d’Evangéliste is een kopie van de Dom van Aken en werd opgebouwd in de 10de eeuw door de toenmalige prinsbisschop Notger. Er volgden tussen 1754 en 1760 nog enkele verbouwingen. Binnenin valt de heldere witte kleur op van de muren. Met de witzwarte vloer vormt dit een mooi contrast. Je kan er enkele beelden zien uit de middeleeuwen.
Saint-Jacques, Place Saint-Jacques
Benedictijner-monniken vestigden zich in het begin van de 11de eeuw op deze plek. Toen was het een abdijkerk. Enkel het achterste gedeelte van de kerk is nog in de Romaanse bouwstijl. Na verwoesting en verval kreeg de huidige parochiekerk in diverse fasen de gotische fraaiheid waarmee ze nu kan pronken. Het portaal is uit de Renaissance-periode. Bewonder de prachtige gewelven en de gebrandschilderde ramen uit de 16de eeuw. Bijzonder is het beeld van Maria dat twee gezichten heeft. Het beeld hangt aan het plafond ter hoogte van het koor. De torenloze kerk is aan de buitenzijde niet echt een schitterende kerk aan de binnenzijde is het des te mooier. Bijna de gehele binnenzijde is versierd met vooral veel beeldhouwwerk en beelden.
Treinstation Liège-Guillemins
Luik heeft een uniek en een extreem modern treinstation met een bijzondere vormgeving waar maar liefst elf jaar aan gewerkt is en sinds 2009 in gebruik is. Onderin de ontvangsthal zijn winkeltjes aangebracht in de ruime passage. Het station is haast te uniek – voor zover dat kan – voor een stad als Luik. Zelfs als je niet met de trein komt is een bezichtiging de moeite waard. Het station Guillemins is een prestigieus staaltje van moderne bouwkunst met het accent op glas, staal en wit beton. De transparante overkapping oogt indrukwekkend en ligt als een soort enorm groot schild zonder kolommen over het station heen. Het is haast een kunstwerk. De naam Guillemins is ontleend aan de wijk waarin het nieuwe station ligt.
Klik hier voor meer foto’s van Luik.
Mijn persoonlijke top 10 van Luik:
- Een stadswandeling door het historisch centrum
- Een bezichtiging van de Saint Jacques
- Musée d’Ansembourg
- Een bezichtiging van de Saint Paul kathedraal
- Museum la Boverie
- De beklimming van de trappen Montagne de Bueren
- De kleine steegjes aan de Rue Hors-Château
- Een wandeling door Parc de la Boverie
- Trésor de la Cathédrale (Schatkamer van de Sint-Pauluskathedraal)
- Marché de la Batte, weekmarkt op zondag
Luik is een echte museum stad. De belangrijkste musea zijn:
Aquarium et Musee de Zoologie, Quai Édouard van Beneden 22
Archéoforum, Place St. Lambert (Sint-Lambertusplein), archeologie
Botanische Tuinen Universiteit Luik, Chemin de la Ferme 1
Grand Curtius, 136 Féronstrée, de geschiedenis van Luik
Madmusée, Rue Fabry 19, moderne kunst
Maison de la metallurgie et de l’industrie de Liege, (Huis van de metallurgie en industrie van Luik), Boulevard Raymond Poincaré 17
Maison de la Science (Huis van de Wetenschap), Quai Édouard van Beneden 22 (bij het aquarium)
Musée Grétry, Rue des Récollets 34, woonhuis van de 18e-eeuwse componist André Ernest Modeste Grétry
Musée d’Ansembourg, Hôtel d’Ansembourg, Féronstrée 114, 18e-eeuws stadspaleis met stijlkamers
Musée de la Vie Wallonne (Museum van het Waalse Leven ), Rue Moray, folkloristisch museum
Musée des Beaux-Arts (Museum voor Schone Kunsten) (Beaux-Arts Liège), Féronstrée 86
Musée des Transports en commun de Wallonie, (Museum voor het Openbaar Vervoer van Wallonië), Rue Richard-Heintz 9
Musée en plein air du Sart-Tilman (Openluchtmuseum van Sart-Tilman), Allee des Erables 25 (Kasteel van Colonster)
Musée Liégeois du Luminaire (Museum voor verlichting), Rue Mère-Dieu 2
Musée Tchantchès, Rue Surlet 56, marionettenmuseum met klein poppentheater
Museum La Boverie, Park de la Boverie, schilderkunst van de 16e eeuw tot heden
Prehistomuseum, Rue de la Grotte 128, prehistorisch museum
Territoires de la Mémoire, Boulevard de la Sauvenière 33-35, opleidingscentrum voor verzet en burgerschap
Trésor de la Cathédrale (Schatkamer van de Sint-Pauluskathedraal), in de kathedraal, middeleeuwse reliekhouders
Ikis de heilige hart kerk achter het station met de oorlogsmonuenten van de verschillende landen ter herdenking van de gevallenen van de twee wereldoorlogen
Ik had deze kerk wel zien liggen achter het station, maar vanwege de beperkte tijd in Luik ben ik er helaas niet aan toegekomen deze kerk te bezichtigen.