Voor ons groepje bestaande uit drie vrienden begon het avontuur na de nodige voorbereidingen ’s ochtends vroeg bij Hoek van Holland. Mijn maat was enigszins in paniek en onder de olie. Hij was de laatste kilometers een inspectiebout van zijn motorblok verloren waaruit de olie sputterde. Na wat telefoontjes werd besloten de motor aan boord te duwen en in Engeland pas het euvel te verhelpen om zo letterlijk niet de boot te hoeven missen.
De oversteek verliep vlekkeloos. Mijn maat had 3,5 uur de tijd om iets te regelen. Bij aankomst in Harwich stond dan ook netjes de sleepdienst klaar voor zijn motor. Mijn andere maat en ik maakten de grote fout om samen door te rijden terwijl de defecte motor en berijder netjes naar een dealer werd gebracht. Dat hadden we dus niet moeten doen, want hij had de GPS…. We zouden elkaar weer treffen bij de Walese grens alwaar we een slaapplaats zouden zoeken. Ondanks een eenvoudige routebeschrijving op de tank misten we een afslag. Uiteindelijk belandden we 10 km boven Londen, terwijl we op weg waren naar Birmingham!!! We misten vervolgens de ring van Londen en reden zo richting het centrum. Eenmaal terug op de ring dachten we dat de A1(M) hetzelfde was als de M1 welke naar Birmingham gaat. Mooi niet dus. Voor de derde keer in 1,5 uur reden we verkeerd. Het viel me wel op dat de aanduiding ‘Birmingham’ maar niet op de borden verscheen! Toen we bij een tankstation vroegen, is het nog ver naar Birmingham kregen we het antwoord: “160 miles”, maar dat is hetzelfde als in Nederland de weg naar Assen vragen als je op de weg naar Amsterdam zit!!! Nadat we een tijd later wederom bij een tankstation stonden kwam mijn maat sipjes met de mededeling: “We zitten in de buurt van Harwich. Ik rijd geen meter meer zonder een kaart”. Sorry het zijn hier miles, maar ik vergeef je de vergissing gezien de omstandigheden. We waren al een halve dag onderweg! Het kon me eigenlijk geen moer schelen. Ik wil graag heeéeeel Engeland zien, was mijn excuus. Toch maar een kaart gekocht en de weg naar Birmingham vervolgd. Het was 32 graden. Er was weinig verkeer op de weg en de wegen waren goed. Om de verloren tijd in te halen tikte de wijzer van de snelheidsmeter regelmatig tegen 165. (Kilometer wel te verstaan, 165 mile haalt ie niet). Het voelde heerlijk. Mijn HD wilde eigenlijk nog harder, maar ik was blijkbaar de verstandigste van ons twee en vond 165 km genoeg. Nadat we op een parkeerterrein een groep Friese motorrijders tegenkwamen die ook op onze boot zaten, dacht ik: We hebben het nog niet zo slecht gedaan, ook al hadden we ondertussen heel Engeland gezien. De Friezen hadden echter al vier keer langs de kant van de weg gestaan vanwege een overhitte Sportster.
Mijn vriend met zijn kapotte motor belde op dat moment op met de mededeling: Ik ben in Shrewsbury (Wales), onze eindbestemming… hij had ons dus allang ingehaald…. Na de hereniging in Shrewsbury reden we door tot net voor Welshpool waar we ons eerste B&B zochten. Dat viel aanvankelijk niet mee. Bij één van de locaties liep zelfs het hele café leeg om naar onze motoren te komen kijken. Wij natuurlijk apetrots en de bewondering deed ons goed. Bij de derde of vierde keer was er plek bij een café met B&B voor drie hongerige en vooral dorstige bikers. Een B&B vinden is niet zo moeilijk, maar we hadden maar één eis; er moest een restaurant en een bar in de buurt zijn, zodat we laveloos naar huis konden strompelen. Volgens ons staat B&B dan ook voor Bed en Bier! Aan de bar raakte ik al snel in gesprek met een Welchman. Hij vroeg waar we vandaag kwamen. Veel vragen herhaalde hij na vijf minuten. Toen hij vervolgens na tien minuten weer dezelfde vragen stelde, besefte ik eindelijk dat ik met de plaatselijke dorpsgek te maken met het IQ van… De Engelse pints lieten zich gemakkelijk weg glijden. We hebben nog stevig gelachen aan de bar over de vele malen dat we verkeerd gereden waren.
Een route door het mooie Wales stond vandaag op het programma. De route was nauwkeurig uitgestippeld door het mooie Snownodia National Park, het gebied waar we twee jaar geleden ook al zijn geweest. We namen de goed doorgaande wegen zodat het allemaal lekker opschoot. We stopten wederom in het pittoreske plaatsje Beddgelert voor de lunch waar we meteen één voor één de wc indoken met een stapel kleren om ons te verkleden, omdat het ondertussen wat was gaan regenen. We reden verder en misten daarna het kruispunt naar de Pass of Llanberis. Helaas, want het is het mooiste stukje Wales.
Tegen één uur bereikten we Holyhead alwaar de boot naar Ierland vertrok. Ook hier troffen we veel andere bikers aan, die reeds op weg waren naar Killarney. Een kleine twee uur later waren we alweer in het Ierse Dun Laoghaire net onder Dublin. We besloten nog even Dublin aan te doen omdat het zo dicht bij was en zo’n kans misschien niet meer in mijn leven zou komen. Je verwacht van een hoofdstad altijd dat het mooi, historisch, gezellig en indrukwekkend is, maar dat geldt helaas niet voor Dublin. Ondanks dat we toch diverse ronden door het centrum hebben gereden, hebben we op een beperkt aantal mooie gebouwen na alleen maar een grijze stad gezien met heel veel armoe. En erger nog; geen terrasjes. Het enige wat daar mooi is, zijn de vrouwen. Haast op elk kruispunt zien we wel een mooie chick lopen, vaak blond. We hadden moeite om onze hormonen in bedwang te houden….
We reden snel door. We kregen nog een flinke shouwer onderweg, maar gelukkig waren we alweer een beetje opgedroogd bij het plaatsje Kinnegad waar we een B&B gingen zoeken. Ook hier moesten we diverse keren vragen voordat we iets vonden waar plaats was. Uiteindelijk belandden we bij een bejaard echtpaar dat illegaal kamers verhuurde om zo nog een centje bij te verdienen. We mochten de motoren in de garagebox zetten, als we maar stil waren. We hingen onze kleren in de garage te drogen en doken snel het centrum in opzoek naar onze eerste kennismaking met het Ierse publeven. De eerste pub dat we aandeden voldeed aan onze verwachtingen; hele gezinnen zaten in de kroeg te eten en in de avond trad er een one-man-band op, weliswaar met lichte rockmuziek. De overige pubs die we daarna nog bezochten waren helaas erg rustig, wat tot gevolg had dat we niet al te laat in bed lagen.
Terwijl we geduldig in de eetkamer wachtten bereidde onze gastvrouw Noreen het Iers ontbijtje voor ons. Ontbijtje? Zeg maar gerust warme maaltijd. Net als in Engeland alles gebakken in heerlijk vette roomboter (’s morgens vroeg!). Niets is de lieve gastvrouw te veel. Ik voelde me koning te rijk, het geeft een bijzonder gevoel als iemand zijn huis voor je openstelt, het ontbijt klaarmaakt, alles afruimt en alles verschoont. Super, dat iemand zoiets voor je doet.
Het regende licht in de ochtend toen we onze reis voortzetten. De weg naar het westen was saai en snel. Het viel me op dat je bijna overal 100 mag rijden zelfs als er huizen met hun uitritten pal aan de weg staan. Je zal maar als bejaarde met je rollator willen oversteken naar je overbuurman terwijl het verkeer met 100 km/u voorbijkomt! In Nederland zou dat ondenkbaar zijn.
Onderweg deden we nog de plaatsjes Athlone en Galway aan, welke volgens de reisgidsen de moeite waard moeten zijn. In het centrum van Athlone zagen we weliswaar een burcht uit ’t jaar 1200 en diverse mooi gekleurde huizen maar veel meer had de stad niet te bieden. Galway ziet en redelijk welvarend uit, maar we kunnen er niet eens een terras in het centrum vinden waar we willen lunchen. Blijkbaar hebben wij een heel andere definitie van een mooie stad. We bezorgden nog een stel chicks een hartaanval toen mijn maat rakelings langs de dames reed met gillende sirene. Ondeugende opa!
We reden door naar de westkust waar volgens onze voorbereiding het echte natuurschoon pas zou beginnen. Het weer was ondertussen fantastisch. Connemara het gebied waar we doorheen reden is van ongekende schoonheid. Als je door de Partry Mountains, Sheeffry Hils en Maumturk Mountains rijdt valt je mond telkens open van verbazing, zo mooi is het. De prachtige heuvels worden omgeven door vele watertjes. De kustwegen zijn al even zo mooi. De natuur is hier nog ongerept. Door zijn rust ben je werkelijk in het paradijs. Het was er heerlijk vertoeven op de motor. We hebben enorm genoten.
In het plaatsje Clifden zochten we ons tweede B&B slaapplaats. Het is een klein stadje waar we veel andere bikers tegenkwamen die net wij als rondreisden en op weg waren naar Killarney. Het was er gezellig. Het werd echter niet laat; de hele dag buiten zijn en ’s avonds aan de tap hangen bleek maar weer eens heel vermoeiend te zijn.
Het weer was vandaag heel slecht. We besloten vanwege het slechte zicht en het gevaar een gedeelte van de route in te korten door grotere wegen te pakken. Naast de vele regenbuien waaide het daarbij ook nog eens bijzonder hard. Volgens mijn maat vlogen dan ook de schapen door de lucht! Was hij aan het hallucineren door de Guinness? We hadden in ieder geval moeite om de fietsen recht te houden (of was dat ook door de Guinness?)
Jammer van het weer, want er stonden vele mooie kustwegen op het programma. Uiteindelijk hebben we door geconcentreerd rijden en door de grauwe bewolking niet veel gezien. We zijn nog wel even gestopt bij de bekende Cliffs of Moher. Hier rijzen de kliffen over een hoogte van 200 meter kaarsrecht omhoog uit de zee. Mede door de golvende kustlijn vormt het een uniek stukje natuur waar vele toeristen op af komen.
We streken neer in het plaatsje Lehinch. We aten in een gezellige pub. Een pub met echte Ierse uitstraling; lekker druk, Ierse muziek en een warme donkere inrichting. Na enige tijd kwam er een Haags koppel naast ons zitten waar we ontzettend veel mee gelachen hebben. De Hagenees die niet bepaald op zijn mondje gevallen was stak met iedereen de draak. Toen hij tijdens een gesprek met zijn Franse buren er achter kwam dat dit jonge stel op huwelijksreis was, was heel ad rem zijn reactie: “Aha, 24 hours sex a day.” Tja, hoe moet je dan reageren als verlegen meisje…. De jongen met het gezicht: Ooh….., er staat me nog iets te wachten…
Op een TV-scherm was de voetbal wedstrijd Engeland/Zweden te volgen. Nadat Engeland scoorde juichten uiteraard de aanwezige Engelsen in de pub, maar de Hagenees kwam met de blik van een hooligan en zei keihard: “I’m from Zweden!” Je had hun gezichten moeten zien.
Na de nodige pints kreeg mijn maat weer lekkere trek en vroeg aan de serveerster: “Do you have Peanuts?” Je zag de vrouw denken, moet je dat vragen dat zie je toch zelf… “Peanuts? What do you mean?” was haar tegenvraag. “Well….., little nuts….” Nog steeds die vage blik in haar ogen van hoe durf je dat te vragen, maar ze begreep het. Op het kleine zakje nootjes dat ze daarna bracht stond toch echt de tekst ‘Peanuts’. Het zakje was zo klein, het was dus echt peanuts. “What do these peanuts costs?” “Och peanuts…” zei ze dubbelzinnig, “one euro.” “That’s peanuts.” Het gesprek liep lekker zie je wel.
Door de regen of beter gezegd door de natte handschoenen waren mijn handen gitzwart geworden van de lederverf. Ik leek wel een mijnwerker. Die dag heb ik veel fooi gegeven, zodat ik niet het kleingeld in ontvangst hoefde te nemen…. What do you do for living? I work in a coalmine, see.
In een andere pub merkten we op dat alle vrouwen overal waren behalve waar wij waren. Zijn hormonen begonnen weer op te spelen. Dus wij weer verder… op zoek naar vrouwen… bier… en vertier.
We zaten al een paar dagen in geldnood doordat we geen geldautomaat konden vinden. Dus besloot ik het hier aan een willekeurige jonge vrouw vragen. De vrouw kwam met het antwoord: “ Well, have you tried that one?”, terwijl ze naar de pinautomaat wees waar we voor stonden!! Guinness!
In de ochtend ontmoetten we het Franse pasgetrouwde stelletje van gisteren. Zij sliepen dus in hetzelfde B&B. We hebben die nacht niet wakker gelegen van het geluid van ‘gespreide benen’…. Ze hebben het rustig gehouden of wij waren in komma…. (Guinness!) Dat zou ook kunnen. Het zou ook kunnen dat de bruidegom te veel gedronken heeft. (Guinness, alweer!).
Zag het B&B er aanvankelijk nog goed uit, bij het ontbijt viel het echter tegen. Het ontbijt was zelfbediening, alleen maar geroosterd brood en geen warm Iers ontbijt.
We pikten de draad weer op door eerst naar het meer van Lough Derg te rijden. We genoten nog even van de mooie panorama’s over het meer. Het weer was echter regelmatig ‘nat’ en we besloten maar de kortste en snelste weg richting Killarney te pakken i.p.v. de toeristische route. De zon was ondertussen weer doorgekomen. Mijn maat constateerde echter dat hij watergekoelde laarzen heeft! Er zijn volgens de wegenkaart bijna geen snelwegen in Ierland. Als je kaart moet geloven zijn er alleen maar langzame wegen. In de praktijk blijkt dat erg mee te vallen. Een langzame weg is regenmatig een vierbaansweg waar je gewoon 120 mag rijden. We kwamen dan ook sneller dan gepland in Killarney.
In Killarney stopten we bij een pub waar we eerst koffie dronken. Toen ik wilde afrekenen kreeg ik het antwoord: “It’s from the house”. Heu…, waar maak je dat nog mee dat je niets hoeft af te rekenen? “We’ll be back later to have some beer (Guinness)….” (Waarschijnlijk was dat ook hun intentie)
Killarney is eindelijk een stad waarvan we kunnen zeggen dat het er mooi en gezellig uitziet. Het is dan ook gelegen in het meest toeristische gedeelte van Ierland. In deze omgeving zijn de mooiste natuurgebieden. Overal in de stad zag je al motoren staan, terwijl de rally pas op donderdag van start ging.
We aten ondertussen traditiegetrouw in een pub. Voor ons geen chique bedoeling. Geef ons maar een klein en druk cafeetje waar het lekker gezellig is. En dat was het ook. Afgeladen vol mede door diverse Nederlanders die op het TV-scherm de voetbalwedstrijd Nederland/’weet ik veel’ (Guinness) zaten te kijken. De wedstrijd was aan ons voorbij gegaan. Die avond nog diverse pubs bezocht. (lees Guinness gedronken) Hiervoor waren we gekomen. Haast overal livemuziek zoals in de reisgidsen wordt aangegeven. Veel Ieren en Engelsen gesproken maar ook een groepje Nederlanders/Belgen uit Breda/Antwerpen. Je hoefde maar een woord te zeggen en je had meteen een gesprek. Overal was het gezellig. We besloten met luide stem ons eigen clublied “My Harley is over the ocean” in te zetten. De overige bikers pakten het meteen op inclusief de tweekoppige senioren band. De band dacht waarschijnlijk: gauw meespelen, voordat ze alles over gaan nemen.. en de boel in elkaar slaan. Iedereen zong uit volle borst mee: “My Harley is over the ocean. Breng back my Harley to me, to me.. Oo, bri-i-i-i-ng back, bri-i-i-i-ng back my Harley te me.” Ja, het lijkt allemaal erg ruig, maar je weet het; grote bek en een klein hartje hè! Hik… burp.. (Guinness!)
Het B&B waar we wakker werden was niet bepaald de schoonste locatie die je kon treffen. Overal was het smerig. Gelukkig was het maar voor één nacht. De gastvrouw maakte voor ons het ontbijtje klaar terwijl we geduldig in de grote keuken zaten te wachten. De jus d’orange goot ze meer naast het glas en dus over de stoel waar ze het glas boven hield. Het ontbijt sloot ik af met een boterham uit het mandje voor me. Toen ik goed en wel de eerste hap fijngekauwd had, constateerde ik dat het brood geschimmeld was. Ik had het even niet meer. Bah, bah.. wat een smerige locatie. We waren blij dat we weer weg waren.
Daarna brachten we eerst onze bagage naar het Heigths Hotel. We waren uiteraard veel te vroeg, maar het was geen probleem om de bagage reeds op de kamer achter te laten. Op de kamer liepen we letterlijk de kamermeisjes tegen het lijf, die de kamers aan het opmaken waren. Overvallen als ze waren dachten ze dat we reeds de kamer op wilden. Blijkbaar zagen de drie dames ons wel zitten, want het gesprek verliep vervolgens zo. “We are from Poland. She’s single…. and so is she”, terwijl ze naar de andere twee wees. “I am single too”, was mijn tegen reactie met een big smile op mijn face. De vrouw die aldoor het woord had vervolgde met: “I have unfortunately a boyfriend…..” Ja, hoe gewillig kunnen vrouwen (soms) zijn…. Helaas hebben we de dames daarna niet meer gezien. Jammer, want ze hoefden alleen maar langs te komen…. Het kamernummer wisten ze toch!
Onderweg naar de rallysite reden we eerst langs de wasserette. We konden onze smerige motoren niet meer aanzien. Op de site zelf was het een drukte van jewelste. We ontmoetten daar voor het eerst enkele andere Nederlandse vrienden. Na de registratie en even over de site geslenterd te hebben besloten we een deel van de Ring of Kerry te gaan rijden en te genieten van het mooie weer. Via Ladies View waar we genoten van het fenomenale uitzicht onder het genot van een bak koffie vervolgden we onze tocht door één van de hoogtepunten van onze reis. We pakten een binnendoor weg naar de Black Valley. We belandden in een prachtig stuk ongerept natuur met smalle maar ook slechte wegen. We wisten zelfs onze fietsen over steile haarspeldbochten te persen die vol met grind lagen en vol met diepe kuilen zaten. We hebben toch echt geen off-the-road fietsen! Op enkele motorrijders na en hier en daar een locale automobilist kwamen we verder geen verkeer meer tegen. Dit was genieten en nog eens genieten. Het allermooiste stukje zat in de staart van de rit: The Gap of Dunloe. Onbeschrijfelijk mooi. De tachtig kilometer hadden we in bijna vier uur afgelegd. Ongetwijfeld een nieuw langzaamaan record voor een Buell…
’s Avonds was het beredruk in de stad Killarney. Na het diner wandelden we met zijn drieën naar de rallysite waar we weer andere Nederlandse vrienden zagen in een van de zalen waar een band stond te spelen. Samen brachten we de avond door onder het genot van alweer een heerlijk glas (waarschijnlijk meer dan één) bier. Er traden goede bands op met bekende namen zoals Suzi Quattro en hik burp!
Eenmaal terug in het hotel opende ik voorzichtig de deur. Helaas, geen Poolse meisjes die op me zaten te wachten, of waren ze ongeduldig weer vertrokken… ?
Opnieuw een mooie dag. We hebben de beroemde Ring of Kerry gereden. Nu in zijn geheel, wat een dagvullend programma is. Al vrij snel pakten we de verkeerde afslag en belandden we op de Ring of Beara. Ook erg mooi, dat was dus geen straf. Ondanks de GPS was het toch regelmatig zoeken in Ierland. Er schijnen nog wat fouten in de database te zitten, was telkens het excuus (maar dat konden we natuurlijk niet controleren). We keerden om en vervolgden de Ring of Kerry (eigenlijk heel simpel want je hoeft maar één wegnummer te onthouden).
We ontmoetten veel Harley’s onderweg, waarschijnlijk heeft iedereen deze route wel gereden. In één van de plaatsjes onderweg waar we de koffiestop hielden, liepen we Wim, Walter en consorten tegen het lijf. Toeval? In ieder geval gezellig. We dronken samen koffie en reden verder samen de Ring of Kerry. We namen nog een extra lusje op het schiereiland Valencia Island.
In de avond aten we weer in het centrum. En wij niet alleen, overal zag je bikers. Het volk kwam los. Tijdens het diner hoorden we regelmatig een burnout. Buiten na het eten zagen we pas hoe druk het was. De bikers hadden letterlijk de stad overgenomen. Het o zo vredige stadje zag zwart van bikers en motoren. Politiemacht was er haast niet, maar alles verliep vreedzaam. Voor de auto’s was er echter geen doorgang meer mogelijk. En de bikers werden ‘gedwongen’ om een burnout te maken in de menigte. Wij besloten maar de ander kant op te rijden…
We gingen op tijd naar bed omdat het alweer onze laatste avond in Killarney was en we morgen heel vroeg zouden vertrekken.
Vroeg opgestaan want we moesten de ferryboot in de middag halen. Speciaal voor ons had het hotel een snel ontbijtje gemaakt. Om zeven uur zaten we alweer op de motor richting Rosslare aan de oostkust. Het was super rustig op de weg. Het tempo zat er dan ook goed in. Het weer was alles behalve goed. Door zeer laag hangende bewolking was het nagenoeg de hele dag grijs, heeéeeel grijs. Zo grijs, dat je haast niets zag. Zo grijs weer kennen we in Nederland niet.
We reden nog even langs de HD-dealer in Waterford. Omdat het de enige dealer in Ierland is, zou je verwachten dat het een grote dealer is, maar niets hoor, een of ander achteraf frutzaakje. Bij aankomst bleek echter de zaak gesloten te zijn. Gelukkig had ik reeds op de rally-site een T-shirt gekocht zodat ik oprecht kan zeggen dat ik bij die dealer bij geweest.
We waren sneller dan verwacht in Rosslare, zodat we nog de tijd hadden onze Ierse euro’s uit te geven aan benzine en aan eten. De snelle catamaran van Stena-line voer ons met een snelheid van 80 km per uur naar Fishguard in Wales waar we twee en een half uur later aankwamen. Vreemd genoeg was het weer daar veel helderder.
Het landschap was meteen mooi. Het kleine maar mooie Pembrokeshire Coast National Park is zeker de moeite waard. Er zijn prachtige bochtige wegen met steile stukken. En de wegen zijn in tegenstelling tot Ierland heel goed.
Het vinden van een B&B viel deze keer behoorlijk tegen. In diverse plaatsjes en locaties hebben we getracht iets te vinden. Uiteindelijk besloten we in Newcastle Emlyn maar een hotelletje te nemen, waar we meteen gegeten hebben.
Na het diner hebben we in een plaatselijke pub onze dorst verder gelest. Het was er bijzonder gezellig. Zaterdagavond stapavond. Alle vrouwen van het dorp zaten in ‘onze’ kroeg!! Onze hormonen begonnen weer op te spelen….. We raakten in gesprek met een mooie tweeling. En da’s een bijzondere ervaring moet ik zeggen. Eerst denk je dat je zoveel gedronken hebt dat je dubbel ziet… En als je dan later beseft dat het niet aan je geestelijke vermogen licht, weet je niet meer welke van de twee je moet aankijken…. en waar…Fantasieën slaan op hol….. Samen met een vriendin van de tweeling gingen we na sluitingstijd van de pub nog naar een nachtbar. Maar bij aankomst bleek niemand binnen te zijn (konden we zien op een monitor). Het entreegeld leek ons daarom weggegooid geld. Op een of andere manier raakten we de drie wulpse meisjes uit het oog en moesten zo noodgedwongen terug naar de kroeg waar we vandaag kwamen, maar als je daar eenmaal na sluitingstijd buiten bent (alleen de voordeur gaat op slot), kom je niet meer binnen. Helaas, dan maar gaan pitten.
De grote reis van west Wales naar Harwich in het oosten van Engeland zouden we in twee dagen rijden. Vandaag stond de route door het zuiden van Wales op het programma met als hoogtepunt de Black Mountains. Ook hier heb ik mooie herinneringen aan van twee jaar geleden. In de buurt van Llandovery stikte het van de motoren, voornamelijk racers, die allen wilden genieten van de mooie maar snelle bergwegen. Het tempo viel echter tegen vanwege de drukte op de wegen. De racers konden maar met moeite de vele zondagsrijders inhalen.
Wat ook tegen viel echter was het vinden van de mooie omgeving zoals die in mijn hoofd zat, zelfs op de kleine binnendoor wegen. Na een aantal omzwervingen besloten we richting westelijk Engeland te rijden. Het landschap werd geleidelijk minder mooi en het aantal B&B bordjes langs de weg werd spaarzaam. Om deze redenen besloten we vroeg te stoppen en een B&B te zoeken. In het stadje Cinderford vonden we plaats bij een pub waarvan de vrouw des huizes nog datzelfde uur bezig was om de kamer te schilderen. Maar het wachten onder het genot van een pint bier is echt geen straf… (twee nog minder, enz. …hik.. burp…) Ook hier grote gastvrijheid. We mochten zelfs onze motoren parkeren in de brandgang achter het etablissement…. Ik bedoel maar, de nooduitgang blokkeren om de motoren veilig te stellen. Harley’s gaan blijkbaar voor mensen!!! De eigenaar had zelfs daarna zijn voiture ervoor gezet ter bescherming en dat alles zonder er om te moeten vragen.
In de avond genoten we na het diner nog van een (of meer) pinten bier terwijl we op een de TV zagen hoe Nederland uit het WK werd geknikkerd.
Alweer de laatste dag van onze Ierland reis. Volgens de planning reden we letterlijk over het breedste gedeelte van west naar oost Engeland. Maar omdat vooraf moeilijk in te schatten is hoelang je er over doet besloten van het plan af te wijken en een gedeelte over de rondweg van Londen te nemen zodat we zeker op tijd in Harwich zouden aankomen. Na de lunch net boven Londen wilden we graag ‘even’ terug om naar een Harley dealer in noord Londen. We zaten voorop schema dus besloten we het te doen. Navraag leerde ons dat het toch nog drie kwartier rijden was, terwijl het op de kaart vijf minuten leek. Om een lang verhaal kort te maken. We hebben er twee uur over gedaan en zeker tien keer de weg gevraagd….. Das op zich helemaal niet zo erg, maar we waren ondertussen in tijdnood gekomen zodat we uiteindelijk maar vijf minuten bij de dealer zijn geweest; drie minuten om te plassen, één minuut om het regenpak te trekken en één minuut om rond te kijken! Dat doe ik dus nooit meer. Alle dealers zien er tenslotte hetzelfde uit, dat wil zeggen; de motoren, de kleding en de accessoires.
De terugreis verliep gelukkig een stuk sneller, ondanks dat het niet bepaald een pretje was om in het spitsuur dwars door Londen te rijden.
Ondanks dat het zweet van de stress in onze bilnaden liep kwamen we op tijd in Harwich voor de overtocht naar Hoek van Holland. De overtocht was ondertussen het vertrouwde ritueel, motor vastsjorren, eten, biertje, luieren en wachten tot de overkant weer bereikt is. Om 24.00 uur zetten we voet als Nederlands wal met alweer een fantastische herinnering in ons geheugen.